Een terugblik naar 50 jaar geleden
SSRP uitgenodigd bij grootse viering 100-jarig bestaan „De Zevenwolden" in Lemmer in 1965
Wim de Bruijn
In 1964 werd het botterjacht ‘Pieternella’ ingeschreven in het stamboek. De in 1919 gebouwde visbotter was in 1946 tot jacht verbouwd. Jaap Kramer kocht het jacht in 1962. Ik werkte bij Jaap op het ontwerpbureau en zeilde ’s zomers met betaalde gasten met de botter. Het eerste jaar deden we mee aan de reünie in Medemblik. Het was een heftig weekend met heel harde wind. Toen bleek dat niet alle materiaal nog even deugdelijk was. Tijdens het zeilen gingen er maar liefst drie masten van botters overboord. Ik zie nog ‘De Groene Draeck’ langs zeilen met prinses Beatrix aan het roer. In een harde vlaag ging de aak zo scheef dat we de hele kielbalk boven water zagen komen.

Het evenement in Lemmer
In 1970 organiseerde de SSRP haar 3e Lustrumreünie in Lemmer. Waarschijnlijk dateren ook een paar foto's van die Reünie.
Een jaar later schreven we weer in voor de reünie in Lemmer. Het werd ook weer een weekend met een stevige wind. De eerste dag voeren we keurig in eskaders langs de admiraal. Opvallend was dat er in die tijd nog een aantal open botters, Staverse jollen en zelfs originele vissermanaken lid waren van het Stamboek. ’s Avonds na een uitgebreid diner werd er weer gevaren. We gingen het ‘weven’ aan het toegestroomde publiek tonen. Het was toen heel gewoon om veel Bengaals vuur af te steken, zodat de schepen ook in het donker redelijk zichtbaar werden. Het was ook nog de gewoonte dat alle bemanningen in historische kleding zeilden. We waren na het diner in een baldadige stemming gekomen en toen bij het langs elkaar varen de eerste puts water naar het langsvarende schip werd gegooid, werd het al gauw één groot waterspel. Na vijftig jaar staat dat nog steeds helder op mijn netvlies. Iedereen had heel veel plezier, maar het bestuur sprak er later schande van. Als je toen lid was van de SSRP, was je voor velen lid van de ‘Club de Blazer’. Gelukkig is dat, zeker nadat Rienk Smit in Heeg als bestuurslid van de Regionale Friese Reünie als eerste in korte broek reünies ging organiseren, er veel veranderd.





De wedstrijd
De volgende dag zou er een wedstrijd worden gezeild. De ‘Pieternella’ was, als visbotter, jarenlang eigendom geweest van Andries Fleer in Lemmer. Met het schip was hij tien jaar lang kampioen van het IJsselmeer geweest bij botterwedstrijden. De kampioenswimpel die hij toen kreeg, hadden wij in de mast hangen. Fleer woonde bij de muziektent die aan de Zijlroede stond. Als eerbetoon mochten we bij hem voor de deur liggen. Fleer was te oud om te zeilen, maar zijn zoon had als jongen altijd met zijn vader meegezeild en was even fanatiek. We vroegen hem om mee te varen, want we hadden nog nooit een wedstrijd met het schip gezeild. Het speet hem enorm, maar hij was jarig en zijn vrouw gaf geen toestemming. Dan maar zonder, dachten we toen. We waren ons voor de startlijn aan het voorbereiden, toen we de reddingsboot van Lemmer op topsnelheid aan zagen komen. De boot kwam langszij en wie sprong er over, de zoon van Fleer! Zijn vrouw had gezegd, joh, ga maar want die kans krijg je niet gauw meer.
Het eerste wat hij zei: “waar is het blik met reuzel”. Dat stond ergens onder een bank. Daar werden de zwaardklampen dik mee ingesmeerd, zodat de zwaarden gemakkelijker omlaag gingen. Vervolgens werden de fokkenschoten met een stukje tape gemarkeerd voor de juiste stand als we aan de wind moesten zeilen. Fleer stond aan het roer, alsof hij nooit weg was geweest.
Even later voeren we over bakboord op volle snelheid richting startlijn. Echter, over stuurboord naderde een ander botterjacht. Fleer wist van geen wijken. “Wij hebben voorrang!” Ook de ander week niet en met een enorme klap kwam het botterjacht aan bakboord binnen. Het potdeksel werd versplinterd en de kluiverboom boorde zich door ons grootzeil. We kwamen los van elkaar en Fleer deed alsof er niets was gebeurd en ging alsnog over de startlijn. Zelden heb ik zo gezeild. Hij wist precies hoe dicht we bij de dijk konden komen zonder vast te lopen. Voor mijn gevoel draaide het achterschip na een overstag-manoeuvre over de keien. Maar het ging goed en we werden uiteindelijk tweede.
Daarna kwam het verzekeringswerk. De eigenaar van het schip dat tegen ons aan was gevaren beweerde stellig dat hij over bakboord voer. Een patstelling! Een paar weken later belde een kennis. Hij had vlakbij de start op de kant gestaan en had wat foto’s van de aanvaring gemaakt, of we geïnteresseerd waren. Nou en of, en daar was het bewijsmateriaal dat wij over bakboord lagen en ook nog op volle snelheid, terwijl het andere schip gewoon af had moeten vallen en achter ons langs had moeten varen. Heel eerlijk gezegd zat de schrik er bij ons aardig in en daarna hebben we nog maar zelden een wedstrijd gezeild.
Een evenement om nooit te vergeten.
Wim de Bruijn, foto’s Theo Kampa










