De Waterkampioen 1927-2019

De Waterkampioen 1927 nummer 1: Aan alle Vrienden en Vriendinnen van de Watersport

„DE WATERKAMPIOEN" staat hier voor u. Misschien is zijn naam niet geheel vrij van zelfoverschatting, maar hij hoopt zich dien waardig te maken. Het is trouwens zijn „familienaam"; vader „Kampioen" en broertje „Motorkampioen" waren hem voor. „De Waterkampioen" zal u op de hoogte houden van de watersport in al haar vormen.
Hij zal u lectuur geven over wedstrijden en toerisme ; hij zal u inlichten over belangrijke gebeurtenissen op het gebied der zeil-, roei- en motorbootsport in en buiten onze grenzen; hij zal u aangename verpoozing verschaffen in den vorm van reisverhalen ; hij zal in het bizonder de belangen dienen van de thans zoo opbloeiende „klein-watersport"; hij zal u, door woord en beeld, leeren het schoone, dat gij op uw tochten aantreft, te waardeeren ; hij zal u, als orgaan van de Afdeeling Watertoerisme van den A.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland, en van de Koninklijke Verbonden Nederlandsche Watersport Vereenigingen, vertellen wat er gedaan wordt om de watersport in goede banen te leiden ; hij zal trachten spelenderwijs en zonder dorre geleerdheid uw kennis uit te breiden op het gebied van navigatie, uitwijkbepalingen bij wedstrijden en tochten, onderhoud en behandeling van uw schip en uw motor.
Hij zal nog veel meer doen, maar hij wil daarover voorloopig zwijgen. Wait and see !

Inhoudsopgaven van de Waterkampioen vanaf het eerste nummer in 1927

Vanaf het eerste jaar werd een inhoudsopgave van de complete jaargang gepubliceerd.
In de eerste nummers staat: In dit register is, op praktische gronden, niet geheel dezelfde rubriceering gevolgd als in den tekst. Ook is, indien uit den titel van een artikel het onderwerp niet duidelijk is op te maken, vaak dit laatste genoemd in plaats van den titel. In vele gevallen zijn, behalve de bladzijdecijfers, die de eigenlijke artikelen over een onderwerp aangeven, ook genoemd de bladzijden, die korte mededeelingen enz. over hetzelfde onderwerp bevatten. Voor het vinden van sommige artikelen kan het van nut zijn, onder verschillende hoofden te zoeken; sommige artikelen zijn ook onder verschillende hoofden opgenomen. Van alfabetiseering is - behalve in de laatste rubriek - afgezien, daar deze in de praktijk weinig nut heeft. De indeling is later een aantal keren aangepast. In de eerste jaren was onderwerp Ronde en Platbodemjachten een aparte rubriek.

We hebben van vele jaargangen de Inhoudsopgaven (het Register) vanaf 1927, doorzoekbaar, voor u op een aparte pagina verzameld.


De eerste
De eerste

De Eerste: het complete nummer januari 1927 nummer 1

Bij de verschijning van een nieuw blad zegt de redactie steeds, dat het „in een behoefte voorziet". Ook wij zeggen dat, en met meer recht van spreken dan vele andere redacties. De Afdeeling Watertoerisme van den A.N.W.B. miste een afzonderlijk orgaan, en het blad waarin de K.V.N.W.V. gastvrijheid genoten, hield na den jaargang 1926 op te verschijnen, tenminste in den ouden vorm. En daar het een onbestreden feit is, dat een tijdschrift den hechtsten band vormt tusschen de leden van een organisatie, zoowel als tusschen de beoefenaars van eenzelfde sport, is ook de reden van ons bestaan, de behoefte waarin ons blad voorziet, hiermede verklaard.
Laat nu echter ook ieder watersport-liefhebber medewerken om ons blad hecht en sterk te maken. Wordt allen abonné ! De uiterst lage abonnementsprijs maakt dat voor een ieder gemakkelijk. Zijt echter met uw eigen abonnement niet tevreden, werft steeds nieuwe abonné's! En vooral ook dit : Wordt medewerker! Zendt reisverhalen, technische artikelen, foto's, ingezonden stukken, korte mededeelingen, vragen, enz., enz. Overstelpt de redactie met poststukken! En vergeet ook onze advertentie-rubriek niet.
Moge deze opwekking in goede aarde vallen. En moge ons blad, met aller hulp in stand gehouden en steeds versterkt, blijken berekend te zijn voor zijn taak : een schakel te vormen tusschen alle beoefenaars van onze mooie sport. Ziedaar onze wenschen, en wij voegen er een „Gelukkig 1927" bij.
De redactie

pdf Waterkampioen nummer 1 - 1 januari 1927 (3 MB)

De Waterkampioen als pleitbezorger van het Ronde en Platbodemjacht vanaf 1927

In 1927 werden de eerste tekenen al zichtbaar dat scherpe jachten en vooral ook motorboten populair werden. Toch besteedde de Waterkampioen diverse artikelen aan de Ronde en Platbodemjachten. Ook werden er diverse "losse" nu historische foto's geplaatst, met (helaas) vaak weinig zeggende bijschriften. In "De Uitkijk", de rubrieken met korte berichten, werd vaak melding gemaakt van nieuwbouw en eigenaarswisselingen van schepen.
In 1939 verscheen in de Waterkampioen een oproep om te komen tot de oprichting van een boeierclub "teneinde met elkaar in contact te komen, ervaringen uit te wisselen, misschien heel mooie exemplaren van een vroegtijdige sloop of een ongelukkige verkoop naar het buitenland te kunnen redden".


Winternummer Waterkampioen 1938 over Ronde en Platbodemjachten: het complete nummer van 19 november 1938

W. Bruijnzeel schrijft in één van artikelen over Ronde en Platbodemjachten:
Ik hoop van harte, dat dit nummer van De Waterkampioen, gewijd aan de ronde jachten, een aanleiding moge zijn om meer aandacht aan deze schepen te geven, want nu ik de laatste jaargangen doorblader blijkt mij, dat zij werkelijk zeer schraal bedeeld zijn. Dit is jammer, want onbekend maakt onbemind. Met opzet heb ik verschillende gezeilde tijden genoemd en ik hoop hierdoor er iets toe bij te dragen om onze echt-Nederlandsche schepen weer een plaats in de Nederlandsche jachtvloot te doen innemen, die hun zeker toekomt. Niet alleen om de traditie, maar ook om de uitmuntende eigenschappen, die zij als jacht hebben.
Wanneer je op den leeftijd komt, dat je het beu bent, altijd op een bank te zitten, die onder een hoek van 45 graden staat, wanneer je niet meer tegen den zijkant van de kajuit wilt loopen, maar ook wel eens op den vloer, wanneer je een werkelijk bewoonbaar schip wilt hebben, dan komt de tijd van een rond vaartuig. De voorstanders van scherpe jachten denken, dat 't met het eigenlijke zeilen dan gedaan is, het is volgens hen als een paardenliefhebber, die op een sleepersknol gezet wordt. Jammer is het, dat die gedachte bestaat, want ze is stellig niet juist. En daarom doet het mij genoegen, de gelegenheid te krijgen hier iets te schrijven over het zeilen met ronde schepen.

pdf Waterkampioen nummer 620 - 19 november 1938 (7 MB)

Waterkampioen 25 mrt. 1939 nummer 634: Onze lezers aan 't woord - Eerste oproep

DE UITSTERVENDE BOEIERS.

Regelmatig klaagt men in dit blad over het verdwijnen van het boeiertype. Dit klagen is sympathiek en de schoone krans op het graf van den laatsten boeier, gelegd door de vereenigde Nederlandsche klagers, zal ongetwijfeld ook een zeer sympathieke geste zijn. Mij en ongetwijfeld velen anderen is het hijschen van de vlag op een nieuwen boeier nog sympathieker. Blijven we slechts klagen, dan zullen we dat niet vaak meer meemaken.Er moet iets anders gebeuren.
Zou er geen belangstelling bestaan voor een Nederlandsche boeierclub? De leden, boeiereigenaren en belangstellenden, zouden met elkaar in contact komen, ervaringen kunnen gaan uitwisselen, propaganda gaan maken voor het type, een boeiervlootrevue kunnen gaan organiseeren, misschien zelfs heel mooie exemplaren van een te vroegtijdigen sloop kunnen redden, van een ongelukkigen verkoop naar het buitenland. Dit plan is misschien zeer idealistisch, doch is ons schoone nationale boottype niet een dosis idealisme waard?
En tenslotte: zijn boeiervaarders, vreemde vogelen reeds op onze wateren (ze sparen immers kosten noch moeiten om een schoone traditie te handhaven), geen idealisten?
Boeiervrienden, handhavers van Nederlands glorie op de binnenwateren, voor!!
IJsbrand Hiddes Galema
Wittenburgerweg 52,
Wassenaar.

Tweede oproep in 1948

Dit enthousiasme vond toen nog geen weerklank, evenmin als een tweede oproep in 1948, om een platbodemclub op te richten.

Waterkampioen 15 febr. 1948 no. 832: Onze lezers aan 't woord

Een Nederlandse Platbodemclub?

Ergens in de rubriek "De Uitkijk" van het Januarinummer (1939) las ik: "Het zou overigens, waar het verenigen in de lucht zit, niet gek zijn, wanneer er een Nederlandse Platbodem Club was."
Dit zinnetje is in mijn gedachten blijven hangen en het zou me geenszins verwonderen, wanneer mocht blijken, dat dit bij vele anderen ook het geval is. Want zou een dergelijke vereniging niet werkelijk van groot nut kunnen zijn? De traditionele Hollandse scheepstypen zijn na een periode van achteruitgang, in de laatste jaren weer meer in het middelpunt der belangstelling gekomen. Velen hebben de voortreffelijke eigenschappen van deze boten herontdekt en er wordt ijverig geëxperimenteerd; niet alleen met de toepassing van meer moderne bouwwijzen, maar ook met het ontwerpen van nieuwe, op de traditionele vormen gebaseerde, typen. De belangstelling is er dus en enige leiding zou niet ongewenst zijn.
De organisatie, die zich hiermee zou willen belasten, behoeft niet om werk verlegen te zitten. Behalve het organiseren van watersportevenementen speciaal voor platbodems zou ze zich bezig kunnen houden met het stimuleren van nieuwbouw, het verstrekken van adviezen daarvoor, het verzamelen van gegevens over uitgestorven of uitstervende typen en wat al niet meer.
Ik ben er van overtuigd, dat zeer vele platbodem-enthousiasten de oprichting van een dergelijke vereniging toe zouden juichen en daarom zou ik het zeer op prijs, stellen, wanneer u in het volgend nummer van de W.K. een plekje voor deze brief zou kunnen reserveren. Wellicht dat hierdoor de initiatiefnemers voor de oprichting van een "Nederlandse Platbodem-Club" naar voren zullen komen.
C. Lakens Douwes
Amsterdam
Januari 1948


Een serie artikelen in de "Waterkampioen" over de Friese ronde jachten in 1953

In 1953 publiceerde C.J.W. van Waning, sinds 1951 eigenaar van de boeier "Maartje", een serie artikelen in de "Waterkampioen" over de de Friese ronde jachten, gebouwd op de werf van Eeltje Holtrop van der Zee te Joure. Bij de voorbereiding kwam hij in contact met H. Halbertsma, conservator van het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek en H. Voordewind, eigenaar van de visaak "Dolphijn". Er werden meerdere artikelen gepubliceerd over "Het Stamboek van Friese Ronde jachten" en vervolgens over "het feest der Ronde jachten", de Reünie in Grouw die in 1953, die als gevolg van de inventarisatie kon worden gehouden.
In november 1955 publiceerde de Waterkampioen het artikel over de oprichting van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten. ".... De lezers kennen reeds lang het Stamboek van Friese ronde jachten, een instelling waarvoor wij herhaaldelijk plaats in onze kolommen hebben ingeruimd. Het is bijzonder verheugend, dat deze instelling met een vrij beperkte doelstelling, kon worden omgezet in de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten, die op 8 October 1955 in Amsterdam tot stand kwam.... ".
De voor ons interessante artikelen zijn bij de schepen geplaatst, waar het betreffende artikel een relatie mee heeft of, als het meer een algemeen artikel betreft, hebben we ze geplaatst in onze rubriek "Uit het Stamboek".

Historische beelden uit de Waterkampioen vanaf 1927

In de uitgaven van de Waterkampioen zijn er heel veel mooie en bijzondere beelden geplaatst van Ronde en Platbodemjachten en de omgeving waarin ze werden gebouwd, onderhouden, afgemeerd maar ook tijdens het varen. De foto's werden vaak met een duidelijk onderschrift gebruikt als 'bladvulling', soms in meerdere nummers. Ze hadden dan geen relatie met de artikelen waarbij ze werden geplaatst. Tussen deze foto's zitten hele fraaie beelden.
Wij presenteren ze in de vorm van fotoalbums met het bijschrift.


De Waterkampioen 23 februari 1946 nummer 806: In memoriam H.C.A. van Kampen

Hoe kort is het nog geleden, dat ik, te samen - met Van Kampen, een juichkreet mocht aanheffen bij het verschijnen van het eerste nummer van „De Waterkampioen" na de bevrijding. Thans moet ik een woord te zijner nagedachtenis schrijven.
Het heengaan van onzen hoofdredacteur H.C.A. van Kampen is niet alleen voor ons blad een groot verlies. In veel wijder kring wordt zijn overlijden als een zware slag gevoeld. De Nederlandsche Watersport in haar geheel verliest in hem een verdienstelijk propagandist en een deskundig voorlichter op het gebied van varen en het omgaan met jachten. Van Kampen beheerschte alle onderdeelen van het vak en hij bezat de gave zijn kennis op even enthousiaste als duidelijke en technisch verantwoorde wijze voor te dragen. „De Waterkampioen", door hem tot ons beste watersport-blad opgebouwd, bewijst dit. In het eerste nummer van den eersten jaargang (7 Januari 1927) deed hij als hoofdredacteur den lezer deze belofte: „De Waterkampioen" zal u op de hoogte houden van de watersport in al haar vormen. Hij zal u lectuur geven over wedstrijden en toerisme, hij zal u inlichten over belangrijke gebeurtenissen op het gebied der zeil-, roei- en motorbootsport in en buiten onze grenzen, hij zal u aangename verpoozing verschaffen in den vorm van reisverhalen.... hij zal u door woord en beeld leeren het schoone, dat gij op uw tochten aantreft, te waardeeren.... hij zal trachten spelenderwijs en zonder dorre geleerdheid uw kennis uit te breiden op het gebied der navigatie, uitwijkbepalingen bij wedstrijden en tochten, onderhoud en behandeling van uw schip en uw motor." Nu wij 19 jaren later tellen en den arbeid van Van Kampen, in 805 nummers van 17 jaargangen neergelegd, kunnen overzien, mogen wij in diepe bewondering en vervuld van groote dankbaarheid getuigen: gij hebt ons dat alles gegeven, volkomen hebt gij uw belofte vervuld.
H.C.A. van Kampen, de vader van de Zeilsport


Bij het afscheid van Hoofdredacteur Ir. J. Loeff

Als Loeff op de laatste dag van het jaar de zeventien groene banden ziet staan, die de inhoud bevatten van 284 exemplaren van De Waterkampioen, die hij als hoofdredacteur in een periode van zestieneneenhalf jaar heeft verzorgd, dan moet er - dunkt mij - toch wel iets in hem omgaan. Hij is nu immers aan het einde gekomen van een arbeid, die hij op 15 juni '46 na de dood van H.C.A. van Kampen op zich nam.
Na de oorlog is er in de watersport veel veranderd. Het jaar 1946, zo vlak na de bevrijding, gaf nog velerlei moeilijkheden. In zijn eerste journaal schreef Loeff onder meer: „De heer Crone is zo vriendelijk geweest mij als hoofdredacteur bij de lezers in te leiden. Hij heeft daarbij verwachtingen uitgesproken, die ik hoop niet te zullen beschamen. Onder thans bestaande omstandigheden heeft het geen zin over plannen te schrijven en zelfs is het bezwaarlijk te zeggen, dat wij zullen trachten het blad te houden op het hoogtepeil waarop onze onvolprezen voorganger het wist te brengen."
Welnu, Loeff heeft onze verwachtingen niet beschaamd. Hij is een zeer bekwaam en deskundig hoofdredacteur geweest.

pdf Waterkampioen 1963 nr1091 januari - Bij het afscheid van Ir. J. Loeff

Waterkampioen 1963 nr1110 october - WHdeVosprijs 1963 uitgereikt aan Ir J Loeff

Wie de WH de Vos-Prijs in 1963 zou ontvangen werd door de hiertoe samenzwerende bestuurders van de „Stichting" zo diep mogelijk geheim gehouden. Hiervoor was een goede reden, die insiders misschien wel kunnen raden. Het was dan ook een - laten wij zeggen - „oprecht verbaasd" kijkende Jan Loeff, die door de voorzitter werd geroepen te verschijnen voor de tafel, waarop de zilveren Onrust prijkte.
Vooral uit vrees, dat de nieuwe houder van de W. H. de Vos-Prijs tijdens voorlezing van een meer volledige opsomming van zijn verdiensten toch zou weglopen volstond de voorzitter met slechts schetsmatig enkele beweegredenen te noemen. waarom de keuze ditmaal op hem gevallen was.
Hij memoreerde even hoe Jan Loeff in zijn talrijke nationale en internationale functies gedurende vele jaren aan de gehele watersport onschatbare diensten had bewezen. Bij alle aandacht, die daarbij van hem werd gevraagd voor de stormachtige ontwikkelingen in het gehele spectrum van de watersport, bleef echter zijn hart verpand aan het aloude ronde en platbodemjacht.

pdf Waterkampioen 1963 nr1110 october - WHdeVosprijs 1963 uitgereikt aan Ir J Loeff

De Laatste van april 2019 nummer 4: met één verhaal over een platbodemjacht

Het laatste woord van Eindredacteur Arno Beuken:
In de reacties op het stoppen van de Water-kampioen, op de Hiswa en in de mail, horen we vaak dezelfde verbazing: "Hè, dat kan toch Niet? Ik ben al dertig jaar abonnee. Mijn ouders lazen hem al." "Ik heb leren varen met de Waterkampioen." En ook: "Dat mag toch niet, een blad als De Waterkampioen!"
Inderdaad: een blad als De Waterkampioen. Als tiener varend over de Amer en de eindeloze Bergsche Maas, rode konen bij de verhalen over Conny van Rietschoten en dagdromend bij al die kleine foto's achterin, van jachten uiteraard groter en mooier dan onze eigen boot van 6,50 meter, die ik ooit, later...
En later kwam daar opeens een kans om bij dat blad te gaan werken als eindredacteur. Sommige niet-varende vrienden bij de krant en de glossy bladen keken me in het begin wat meewarig aan. Waterkampioen, het klinkt wel een beetje... hoe zal ik het zeggen... ANWB?' Voor iemand die van varen en van boten houdt: een directe Mik. En respect, voor de enorme kennis die daar verzameld die in tekst en beeld werd uitgedragen. Trots op het gezag dat sprak uit de rijen ingebonden jaar-gangen in de kast, vanaf 1927, op hoe de ANWB met de watersport verweven was en daar deel van uit te maken. Geïntimideerd ook soms, niet altijd makkelijk om als pleziervaarder je plek te vinden tussen de zilte en geoliede collega's. Gelukkig weten die twee linkerhanden wel weer raad met een toetsenbord en een telefoon. In 2007 maakten we de Waterkampioen nog met een redactie en huisfotografen. Meerdere reorganisaties later met één fulltime bezet bureau van ondergetekende, een parttime redacteur en een groep van toegewijde en kundige freelance schrijvers, fotografen en vormgevers. Nog altijd met dezelfde missie: watersporters informeren en inspireren.
Zolang als de meesten van u al abonnee zijn, gemiddeld 22 jaar, zo lang werken veel van de huidige medewerkers al voor De Waterkampioen. Namens hen wil ik u bedanken voor uw lidmaatschap en uw verhalen. En voor de passie die u heeft, varen, die wij zo lang met u hebben mogen delen. Tot ziens, tot op het water!
In het laatste nummer van De Waterkampioen is een uitgebreid artikel opgenomen over de tjotter 'Wearlamke'.


Terug naar vorige pagina