Pag. 137-168 - Monografie 13 - 25 jaar Stamboek: een idee verwezenlijkt

Geheel in stijl werd het sein tot oprichting van onze Stichting gegeven met een bootmansfluitje. En Dr. Ernst Crone blies daar zeer bekwaam op toen tijdens de maaltijd in de taveerne van het Zuiderzee Museum op 27 augustus 1955 de heer Van Waning mededeelde dat de Commissie Stamboek Friese Ronde Jachten zou worden omgevormd tot een landelijke Stichting die ook de platbodemjachten zou gaan omvatten. Overigens waren die platbodemjachten er al bij tijdens deze eerste reünie na het zo fameuze begin op het Pikmeer in 1953.

Er was in Enkhuizen dan ook al direct een zeer feestelijke stemming, die zich bij iedere volgende reünie opnieuw openbaarde. Een 50-tal schepen waren present, terwijl de Zeeuwse Poon Ouderhoek -toen al -als admiraalsschip fungeerde. Aan boord nam de burgemeester van Enkhuizen die wel heel toepasselijk de naam' Admiraal' droeg, het saluut in ontvangst.

Met het weer hadden we bijzonder geluk toen aan het slot van het admiraalzeilen een zomerstorm met heel wat schade veroorzakende windhozen op nog geen kilometer afstand voorbij raasde.
Maar het Krabbersgat tijdens de windstilte vóór de storm, met daarop de schepen tegen een bijna zwarte achtergrond waar nog enkele zonnestralen de meest vreemde kleuren op aftekenden, vormde een beeld, een schilderij om niet te vergeten.

Op 8 oktober daaraan volgend stapten vertegenwoordigers van 4 zeilverenigingen (de Koninklijke, Oostergoo, de Maas, Sneek) en 2 scheepvaartmusea (Sneek en Enkhuizen) naar Notaris Van der Laan in Amsterdam om de stichtingsakte formeel te passeren. Dat we naar deze notaris gingen was wel vanzelfsprekend, want welke andere notaris kon bogen op het bezit van een Fries jacht uit 1917 genaamd 'Oude Liefde'!
Het doel van de Stichting werd in art. 2 van de statuten heel simpel geformuleerd als 'de bevordering van de belangstelling voor het ronde en platbodemjacht'. Voor de eerste maal werden door de stichtende organisaties als bestuursleden aangewezen de heren Van Waning (voorzitter), Huitema (sekretaris-penningmeester), Loeff (namens de KNZ&RV), Van Slooten (namens de KZV Oostergoo), Blussé van Oud-Alblas (namens de KR&ZV de Maas), Voordewind (namens de KZV-Sneek), Halbertsma (namens het Fries Scheepvaart Museum), Bouma, spoedig opgevolgd door de heer Boonenburg (namens de 'Vrienden van het Zuiderzee Museum'), Spits (gekozen lid).

Inmiddels waren we al begonnen met het aanleggen van een schepenlijst en in december 1955 waren reeds 114 schepen ingeschreven. Wanneer u daarbij bedenkt dat aan de oprichting van de Stichting eigenlijk de vrees ten grondslag lag dat de oud-Nederlandse schepen op het punt stonden te verdwijnen, dan is het begrijpelijk dat wij van de ene verbazing in de andere vielen en dankbaar ervoeren dat zo velen met ons bereid waren zich in te spannen de traditionele scheepsvormen als uiting van een cultuur uit een voorbije periode in stand te houden.

pdf SSRP Monografie 13 - 25 jaar Stamboek, een idee verwezenlijkt

Terug naar vorige pagina