Boeier

Scheepstype (Van hout en staal gebouwd)
Reeds in het begin van de 15e eeuw waren er vrachtschepen die als kustvaarder in velerlei vormen en toepassingen in bedrijf waren, zelfs als oorlogsschip en sedert dien met boeier werden aangeduid. De veelheid aan vormen manifesteerde zich onder andere in ronde en vlakke spiegels, met gebogen en rechte stevens. De oudere boeiers waren overnaads, de latere, karveel. Specifiek voor de boeier is het hoge boeisel dat naar binnenvalt. In de 17e eeuw ontwikkelde men betere zeegaande vrachtschepen waaronder de smack en de galjoot en kwam er een binnenvaartschip met op de boeier gelijkende kenmerken zoals het naar binnen vallend boeisel. Dit binnenvaartschip kende ook velerlei vormen en toepassingen waaronder de pleziervaart. Combinaties waren er ook mogelijk en zo evalueerde de boeier tot het begin van de 20e eeuw naar plezierjacht. De huidige boeier is 5,5 tot meer dan 12 meter lang.