Drijverschuit
Scheepstype (in Stamboek opgenomen in de groep Schouwen, Zalmschouw)
Met het woord zalmschouw wordt gewoonlijk een boot aangeduid waarvan de voornaamste kenmerken zijn: het opgebogen vlak in het voorschip, de rechtstandige of bijna rechtstandige achterstevenbalk, uitwaaiende onderboorden en naar binnen hellende bovenboorden. Het scheepje, dat in de meest voorkomende uitvoering 6 a 7 meter lang is, wordt gebruikt bij de zegen-, fuik- en drijfwantvisserij op de Boven- en Beneden-Merwede, het Hollands Diep en de riviermonden.
Het gebruik van het woord 'schouw' is uiteraard voor deze vissersboot minder juist. Het bepalend kenmerk van een schouw is immers de vlakke bodem en de platte voor- en achterspiegel. Deze kenmerken heeft het bovenomschreven scheepje niet en wanneer we nagaan hoe de talrijke variaties van dit type door de gebruikers worden genoemd, dan beschikken we spoedig over een staalkaart van namen: drijfschuit, drijverschuit, vlouwschuit, schuit en stevenschouw.