Aanpassingen SSRP Criteria januari 2015
Op verzoek van de V/VA klasseorganisatie, die in de afgelopen jaarvergadering daaromtrent de mening van de leden heeft gepeild en aan de SSRP een voorstel heeft gestuurd, heeft het bestuur van het Stamboek gekeken naar de criteria voor wat betreft het voeren van zeillatten. De lange achterlijken van de zeilen van deze grote schepen slijten extra snel als gevolg van het klapperen dat van die lengte het gevolg is.
De volledige tekst van de meest recente criteria kunt u hier downloaden. In de criteria worden laatste wijzigingen of aanvullingen in kleur aangegeven.
Wat is er in Januari 2015 aangepast?
Het bestuur heeft besloten, na ampele overwegingen om het verbod tot het voeren van zeillatten voor de grote lemmeraken op te heffen en hen de mogelijkheid te geven zeillatten te voeren in fok en grootzeil. Deze mogelijkheid was al bestaand bij de tjalken en skûtsjes, en geldt dus nu ook voor de grote lemmeraken en mogelijke voor boeieraken uit die klasse. Voor de rest van de vloot ronde en platbodemschepen blijft het verbod gewoon bestaan. Overigens is in de aanvullende criteria voor de V/VA schepen, nauwkeurig omschreven hoe deze zeillatten in het zeil moeten worden gevoerd, en welke afmetingen, welke materialen, etc. zijn toegestaan.
Aanvullende bepalingen voor grote Lemsteraken (>11m)
Het voeren van één mast geldt voor alle Lemsteraken, voor de aken >11m geldt daarbij de volgende aanvulling:
6.2.2 Het grootzeil zowel als de fok mogen voorzien zijn van zeillatten in zeillatzakken, welke echter parallel aan de lijn van het onderlijk van beide zeilen ingebracht c.q. aangebracht dienen te zijn. De lijn van het onderlijk wordt in dit geval als een virtuele rechte lijn gezien, gemeten tussen de halshoek en de schoothoek van het zeil.
Voor het grootzeil is een aantal van vier zeillatten toegestaan gelijkmatig verdeeld over de lengte van het achterlijk, voor de fok het aantal van drie stuks eveneens gelijkmatig verdeeld over de lengte van het achterlijk. De achterlijken van beide zeilen mogen niet worden “uitgebouwd”, maar dienen een holle dan wel rechte achterlijk-lijn te hebben.
De zeillatzakken dienen van hetzelfde materiaal als het grootzeil c.q. de fok te zijn vervaardigd. De lengte van de zeillatzakken mag niet meer dan 30% van de onderlijklengte te hebben, maar mag eveneens niet meer dan 50% van de zeilbreedte ter plaatse bedragen. De breedte van de zeillatzakken mag maximaal 0,10 m. bedragen. De afsluiting van de zeillatzakken dient zonder separate spanners, met klittenband of met sluitogen te zijn gemaakt. Zeillatten mogen van hout of van glasvezel versterkt kunststof worden uitgevoerd doch in gelijke kleur als het zeil.
Archief versie: SSRP Criteria 2015 januari