Aanpassingen SSRP Criteria per 14 juli 2024

Aanpassingen

6.9.7 Zeillatten zijn toegestaan in het grootzeil, fok en kluiver, behalve voor de scheepstypen Boeiers, Friese Jachten en Tjotters. Deze zeillatten, opgesloten in zeilzakken, dienen voor grootzeil en fok parallel aan de lijn van het onderlijk te lopen en voor kluiver haaks op het achterlijk te staan.   Voor het grootzeil is een aantal van vier latten toegestaan gelijkmatig verdeeld over de lengte van het achterlijk. Voor de fok en kluiver worden drie latten toegestaan eveneens gelijkmatig verdeeld over het de lengte van achterlijk. De achterlijken van grootzeil, fok en kluiver mogen niet uitgebouwd worden maar dienen een holle dan wel een rechte lijn te hebben.

De lengte van de zeillatten van grootzeil en fok mag niet meer dan 30% van de onderlijklengte van het zeil bedragen en mag eveneens niet meer dan 50% van de zeilbreedte ter plaatse bedragen. De lengte van de zeillatten van de kluiver mag niet meer dan 20% van de lengte van de hoogtelijn KHL bedragen en mag eveneens niet meer dan 50% van de zeilbreedte ter plaatse bedragen. De zeilzakbreedte is maximaal 10 cm. De zeillaten dienen van hout of kunststof worden uitgevoerd doch in gelijke kleur van het zeil. Zeillatzakken mogen eindversterkingen hebben van maximaal 30cm doorsnede.   

7.7.3  De breedte van het roer op de waterlijn moet minimaal 6% LOA breed zijn en onder de kop minimaal 4% LOA.