De criteria in 1999

In het Jaarverslag staat vermeld dat er aanpassingen in de Criteria zijn aangebracht ten aanzien van de minimale afmetingen van scheg en loefbijter bij Lemsteraken met een onderbroken kielbalk en van zeerelingen.
Het bestuur acht de in de Schepenlijst '97 voor het eerst opgenomen groslijst van alle ooit in het Stamboek ingeschreven jachten, dus met inbegrip van die uit het z.g. slapende bestand, van wezenlijk belang en zal die daarom ook in de nieuwe schepenlijst opnemen. Het tweede bestand van de Stamboekdatabank, waarin documenten en afbeeldingen via scanning op cd-rom zullen worden opgenomen, dient nog geheel te worden opgebouwd.

Niet ingedeelde jachten

In het begin van het verslagjaar heeft het bestuur zich gebogen over de omstreeks 40 jachten, die in de Schepenlijst '97 niet zijn ingedeeld. Een strikte toepassing van het in 1998 vastgestelde beleid inzake de toepassing van de criteria maakte het mogelijk om het overgrote deel daarvan alsnog in te delen. In één geval is besloten, herinschrijving na verkoop te weigeren en van acht jachten ontbraken de vereiste gegevens, om ze te kunnen indelen. Besloten is, om die bij de eigenaars op te vragen tegelijk met de toezending van de in het Stamboekbestand opgenomen gegevens.
Redactionele bewerking criteria voor inschrijving In het jaarverslag over 1998 werd het voornemen gemeld om de teksten van de algemene en de in de laatste jaren tot stand gekomen aanvullende criteria voor enkele jachttypen redactioneel te bewerken tot een samenhangend geheel. Hierbij bleek op enkele punten nader beraad en overleg met de Criterium Commissie noodzakelijk om tot de juiste tekstversie te komen. Dit heeft tot vertraging geleid met het voorspelbare gevolg, dat intussen de noodzaak bleek om de tekst verder aan te passen, met name ten aanzien van de minimale afmetingen van scheg en loefbijter bij Lemsteraken met een onderbroken kielbalk en van zeerelingen. Tevens is besloten om de voorliggende tekst van de aanvullende criteria voor de Zeeuwse schouwen niet uit te geven omdat de historische onderbouwing naar het oordeel van het bestuur onvoldoende is. De uitgave zal nu worden gecombineerd met die van de Schepenlijst 2000 en de nieuwe ledenlijst van de VSRP. De drie werkjes zullen in een gemeenschappelijk kaftje worden gestoken, zodat men ze, ook aan boord, gemakkelijk bij elkaar kan opbergen.

Taak, samenstelling en werkwijze Criterium Commissie In de loop van het verslagjaar ontstond tussen bestuur en Criterium Commissie verschil van mening over de wijze van functioneren van de commissie. Dit heeft geleid tot een fundamentele discussie over de reglementaire taak van deze commissie en de vraag, of de in de achterliggende jaren gegroeide praktijk daarmee in overeenstemming is. Reglementair heeft de Criterium Commissie twee taken, te weten het adviseren omtrent de vaststelling van de criteria voor in het Stamboek in te schrijven jachten en omtrent de opname en de categorie-indeling van jachten van nieuw ingeschreven donateurs.

Na 1988 is de praktijk gegroeid, dat de commissie alle aanvragen tot (her)inschrijving in behandeling nam waarbij de verantwoordelijkheid voor het gevoerde beleid de facto bij de commissie kwam te liggen. Hetzelfde geldt voor de in de achterliggende jaren uitgevoerde indeling van alle ingeschreven jachten van donateurs in één der categorieën van het Stamboek.

Last but not least werd ook de schouw en indeling van jachten, die zijn aangemeld voor opneming in het Nationaal Register van Varende Monumenten in 1995 aan de Criterium Commissie als uitvoerende taak opgedragen. In dat licht is het begrijpelijk, dat de commissie bij herhaling heeft aangedrongen op uitbreiding van mankracht en administratieve ondersteuning. Ook werd de aanmelding van jachten voor inschrijving in het NRVM in de kring van onze donateurs niet bovenmatig gestimuleerd vanwege de daaruit voortvloeiende werklast.

Het bestuur staat op het standpunt, dat de Criterium Commissie haar taak zelfstandig moet kunnen uitoefenen en in omvang beperkt moet blijven. Dit leidt onvermijdelijk tot de conclusie dat taak, samenstelling en werkwijze weer in overeenstemming moeten worden gebracht met de oorspronkelijke uitgangspunten, zijnde primair adviesorgaan voor het bestuur en minder belast met uitvoerende taken. Het accent dient te liggen op het gevraagd en ongevraagd signaleren van ontwikkelingen in de jachtbouw die mogelijke repercussies hebben voor de criteria.
Ten aanzien van de inschrijving van jachten in het Stamboek kan worden geconstateerd, dat door de in de laatste jaren sterk verbeterde documentatie met in vele gevallen de beschikbaarheid van foto's, meetbrieven en andere aanvullende gegevens en door het strikt volgen van de in 1998 geformuleerde uitgangspunten voor de toepassing van de criteria het mogelijk is om het meren-deel van de aanvragen zonder tussenkomst van de Criterium Commissie af te handelen door een administratieve toets van de genoemde gegevens.
Om de objectiviteit te waarborgen is gekozen voor een screening door secretaris, archivaris en voorzitter van de Criterium Commissie met pre-advies aan het bestuur. Bij een eensluidend advies, hetzij tot (her)inschrijving, hetzij tot weigering daarvan, wordt afgezien van behandeling door de voltallige Criterium Commissie. Ingeval de pre-adviseurs daartoe adviseren of niet tot een eensluidend pre-advies kunnen komen wordt aan de Criterium Commissie gevraagd om een nader onderzoek in te stellen en daarover aan het bestuur te rapporteren.
Reglementair heeft de commissie het recht om in voorkomende gevallen ad hoc een deskundige in te schakelen voor specifiek advies of bijvoorbeeld een inspectie ter plaatse. Het bestuur meent, dat de Criterium Commissie daar een veel ruimer gebruik van moet maken dan tot nu toe en een landelijk netwerk van deskundigen zou moeten opzetten en ook de deskundigheidsbevordering en het documenteren en doorgeven van kennis op het onderhavige terrein aan jongeren tot haar taak zou moeten rekenen.
Gelet op het voorgaande besloot het bestuur om de reglementair aftredende leden van de Criterium Commissie niet te herbenoemen en een pas voorgedragen nieuw lid niet te benoemen doch hen te vragen, als deskundigen te willen blijven, resp. gaan fungeren. Hiertoe bleken zij niet bereid en in een later stadium heeft ook de voorzitter laten weten, fundamentele bezwaren te hebben tegen het bestuursbeleid en deswege haar functie ter beschikking te stellen.
Het bestuur betreurt deze gang van zaken maar heeft begrip voor hun standpunt. Zij hebben in hun functie alle drie voor de Criterium Commissie en daarmee voor de SSRP belangrijk werk gedaan en verdienen daarvoor onze oprechte dank en waardering.

Terug naar vorige pagina