Warmond: Koninklijke Watersport Vereniging De Kaag

Op 18 september 1910 neemt Ir. J.C.van Hoolwerff met een aantal anderen het initiatief tot het houden van zeilwedstrijden op de Kagerplassen. Op 14 oktober wordt besloten de Zeil, Roei- en Motorsportvereeniging op te richten. De heer Van Hoolwerff wordt de eerste voorzitter en zal dat tot 1945 blijven. In 1912 opent de Burgemeester van Warmond (tevens ere-voorzitter van de vereniging) de jachthaven in Warmond, die nu Haven West wordt genoemd. In 1917 krijgt de vereniging het predicaat “Koninklijk” en in 1918 wordt de eerste Kaagweek gehouden. In 1965 wordt de naam van de vereniging gewijzigd in Koninklijke Watersport Vereniging “De Kaag”.

Waterkampioen 22 juli 1927 nummer 29: Het Kaagweek-nummer

De Kaagweek staat weer voor de deur, het jaarlijksche watersportfeest bij uitnemendheid. Daar op het Kagermeer is het, dat wedstrijd- en toerzeilers van het noorden en het zuiden jaarlijks in de tweede helft van Juli elkaar de hand reiken en zich met elkander meten in den wedstrijd. Verreweg het grootste deel van den inhoud is te danken aan den speurzin en de welversneden pen van Mevrouw Van Hoolwerff, de echtgenoote van den Voorzitter der Vereeniging „De Kaag", die in archieven en bibliotheken snuffelde naar gegevens over de geschiedenis der vereeniging en van het Kagermeer. Heel dankbaar zijn wij Mevrouw Van Hoolwerff voor het vele werk, dat zij zich heeft willen getroosten, werk, dat zij op de eerste vraag onmiddellijk en zonder tegenstribbelen op zich nam.
Wij spreken de hoop uit, dat de Kaagweek 1927 zal slagen als nooit te voren, dat Aeolus en Pluvius een gepaste houding zullen aannemen, en dat de Koninklijke Zeil-, Roei- en Motorsport-Vereeniging „De Kaag" moge groeien en bloeien en Kaagweken moge organiseeren tot in lengte van dagen!

Mogelijkheden van de Kagerplassen

Had men jaren geleden in het hart van den voorzitter van de Kon. Zeil-, Roei- en Motor-sportvereeniging „De Kaag" kunnen zien, men had er niets dan verbazing in gevonden, over-groote verwondering. Hoe was 't mogelijk, dat zeilers, die over een heelen dag konden beschikken, maar steeds op de Kagerplassen bleven rondvaren? Geboren en getogen aan de Zuiderzee, waren hem die plassen te benauwd! Des Zondags wendde hij den steven naar Braassemermeer of Westeinderplassen. Een tocht moest er gemaakt worden! Dat varen op 't Kagermeer was slechts kinderspel. Toch - was 't de ringvaart, die bij het laveeren te belemmerend werkte, of deed de Kaag haar toovermacht gelden - kwam ook hij onder de bekoring van haar natuurschoon? - al heel spoedig kwam daarin verandering en kon men ook hem den heelen Zondag op de Kagerplassen zien rondzwalken. Bet Braassemermeer - eenzame, verlaten vlakte, - deed zoo koud en onguur aan!

Eerste wedstrijd op de Kaag in 1910

Toen werden er andere droomen gedroomd. 't Kagermeer, met zijn zeilerstal van tweemaal tien, moest bevolkt worden. Overal moesten witte zeiltjes opdoemen, een zeilvereeniging moest gesticht en wedstrijden gevaren worden! Eén voor één gingen die droomen in vervulling. Op een goeden Zondag in September 1910 schoten de latere voorzitter en secretaris der vereeniging bij alle schepen, die zij op de plassen konden ontdekken, aan. 't Was een zuivere bedelpartij - maar een bedelpartij voor een goed doel, zooals altijd bij ons in Holland. Beoogd werd n.l. eens een onderlingen wedstrijd te organiseeren, iets wat op de Kaag nog nooit vertoond was en nu moest er geld bijeenkomen voor het koopen van prijzen. En de Kaagzeilers, als alle Nederlanders gewend aan collecten, gaven veel en vlug. Spoedig was 't noodige geld bij elkaar en op een kort daarop volgende vergadering, - ook nog in Septem­ber - werd besloten, 2 October 1910 een zeil­wedstrijd te houden. De tweede October brak aan en 24 vaartuigen verschenen aan den start.

Wedstrijd op 2 oktober 1910

De inschrijvingen van de Ronde en Platbodemjachten (W.M.=Wedstrijdmaat):
Tot en met 4 W.M.:
Maria (M. D. N. van Rest), Blondine (A. A. Visser), Aeolus (L. Sollaart), Jodick (D. J. Heuff Jr.).
Tot en met 5 W.M.:
Darro (T. Vlietstra), Baars (C. P. Fleur), Wilhelmine (G. H. Cunaeus), Helena Johanna (J. D. Wiersma).
Ggroot boven 5 W.M.:
Geisha (Th. Fontein), Marie (H. Pander), Maria Geertruida (A. C. M. Dieben), Johanna (W. Z. v. d. Meij).
Daarnaast deden er nog Scherpe jachten en Scherpe en middenzwaardjachten (I) en (II) mee.
Dat er aan de zeilkennis der mededingers nog wel een kleinigheid haperde, blijkt daaruit, dat de voornaamste uitwijkbepalingen nog in het programma waren opgenomen, onder het opschrift „Zeilwetten". Toch, al werkte het weer niet mee, men kampte met vuur om de prijzen.

Oprichting van de Vereeniging

14 October d. a. v. had nogmaals een bijeenkomst van zeilliefhebbers plaats. Het ging nu om het oprichten van een vereeniging. 59 leden sloten zich aaneen en staande de vergadering werd een bestuur gekozen met voorzitter de heer J. C. van Hoolwerff, te Leiden. In dat bestuur kwam in den loop van het jaar" menige verandering. Al had de vereeniging nog geen Kaagweek te bieden, haar ledental groeide snel. Men werd lid belangeloos, vroeg niet wat het lidmaatschap had te geven. Integendeel. Beter dan nu misschien, besefte men toen, dat, door lid te worden, men de zeilsport diende. De zeilsport zou gaan bloeien en dat was toch 't ideaal van iederen zeiler? Het ledental wies snel tot pl.m. 260.
Inmiddels was door het bestuur een concept voor statuten en reglement ontworpen, dat in de vergadering van 19 Nov. 1910 werd goedgekeurd en waarop de Koninklijke Bewilliging op 4 Febr. 1911 werd verkregen, waardoor de vereeniging rechtspersoonlijkheid verkreeg. Onvermoeid werkte het bestuur verder en door de vergadering daartoe gemachtigd, kon het 28 Juli 1911 tot het aankoopen van land en water te Warmond overgaan. Den 10den Juni 1911 zwol het hart van 't bestuur en van alle leden der vereeniging vol trots. Voor 't eerst ontplooide zich de standaardvlag der Kaag, geschenk van den heer Schouten, te Gouwsluis, over 't water en verkondde vroolijk wapperend allen zeilliefhebbers, op de Braassemermeer aanwezig, hoeveel kracht er reeds van deze nog jonge vereeniging uitging. Twee volgbooten en een sleepboot liet zij toen toch varen, opdat haar leden de Hollandia-wedstrijden konden bijwonen.
Zelf gaf zij dat jaar ook twee onderlinge wedstrijden en welk Kaaglid, dat ze heeft meegemaakt, denkt niet met genoegen aan die eerste wedstrijden terug? Muntten ze dan niet uit door ervarenheid van de zeilers, aan gemoedelijkheid lieten ze zeer zeker niets te wenschen over. Met een: „Denkt u er aan, mijnheer, u moet aanstonds varen!" of een: "Uw partij? O, u mag u wel haasten, die gaat dáár al, die is al bijna een kwartier onderweg!" werden de deelnemers welwillend terecht gewezen. Heel spoedig hadden zij echter al die welwillendheid niet meer van noode. 14 Juli 1912 werd de jachthaven officieel geopend en heesch de eere-voorzitter der vereeniging, de heer Scholvinck, de standaardvlag in top en Zondag 21 Juli daaropvolgend werd ter feestelijke viering nogmaals een wedstrijd gegeven.

Koninklijk in 1917

Toen waren de zeilers zoo fel in 't bestrijden van elkaar, dat ze uitsluitend op elkaar gingen zeilen en gezamenlijk den starttijd vergaten. Ook daarin kwam verandering en toen een tiental jaren geleden de eerste Kaagweek werd gehouden, behoefden de mededingers op 't punt van starten bijna geen terechtwijzingen meer. Maar laten we den tijd niet vooruit loopen en nog even memoreeren, dat bij dien wedstrijd van Juli 1912 voor 't eerst gebruik werd gemaakt van een nieuw startterrein, gelegen aan de Sprietlaak, in overleg met de V. t. B. v. V. V. te Warmond gehuurd en met vijf aanlegsteigertjes voorzien.
't Bestuur van de Kaag bleef er steeds op bedacht allerlei nieuwe middelen te verzinnen om zijn vereeniging krachtiger te maken. Ook des winters moest de zeilsport niet dood temeer liggen en lezingen werden gehouden, lichtbeelden, op watersport betrekking hebbende,geprojecteerd en zeilcursussen gegeven. Zoo voelde men ook des winters den band, die allen bond. Als nieuwe glorie rond haar naam werd de vereeniging, doordat zij degene was, die den eersten stoot aan de afdeeling motor-, vaar- en voerwezen had gegeven, 14 December 1917 tot „Koninklijke" verheven.

Een idee om een Kaagweek te organiseren

Nu zoo langzamerhand al zijn wenschen verwezenlijkt waren, nu des Zondags bij mooi weer het aantal witte zeiltjes op de Kager plassen haast niet meer te tellen was, nu het scherpe jacht het ronde grootendeels had verdrongen, al zag men dan ook soms allerzonderlingste dingen, meer gelijkend op ijskasten of automobielkappen dan op vaartuigen, rondvaren, nu rijpten er weer andere plannen in het rustelooze brein van den voorzitter. „Duitschland had zijn Kielerwoche, kon nu niet Nederland, waar een groot deel, zoo niet het meerendeel der bevolking eigenlijk beneden den waterspiegel geboren was, zijn Kaagweek hebben?"
De omstandigheden waren gunstig, er waren immers intusschen een goed wedstrijdterrein en een Kaagsociëteit verkregen? Al waren dit niet direct eigendommen der vereeniging, het waren toch goederen, die ten algemeenen bate benut mochten worden. Het plan van den voorzitter vond direct bijval bij het in den loop der jaren natuurlijk dikwijls gewijzigde, maar altijd voortvarende bestuur en ook de leden juichten het ten zeerste toe.
Toch - toen de uitnoodigingen in zee waren - werd met angst en beven het resultaat afgewacht. Zouden ook de zustervereenigingen voor een Kaagweek voelen? Maar de uitkomst overtrof alle verwachtingen. De dagenlange, moeitevolle arbeid, die vooraf was gegaan, werd ruimschoots beloond. De Kaagweek werd een succes en na eenige jaren zelfs een behoefte.

10e Kaagweek in 1927

En zoo zijn we dan ook nu al tot de tiende Kaagweek gekomen. De races worden steeds interessanter, doordat langzamerhand alle handicapwedstrijden hun eigen dood zijn gestorven. Races met klasse-schepen zijn toch ook veel belangwekkender, nietwaar? Tegelijk met de Kaagweek werd ook het Kaagweer beroemd. Geen zeiler in Holland, of hij weet wat daaronder te verstaan. En nu moet mij dan ook iets van 't hart. 't Kan niet zo stormen gedurende de Kaagweek, of de zeilers zijn op hun post, maar waait 't in gewone tijden geducht, zooals o. a. tweeden Pinksterdag van dit jaar, waar zijn dan de zeilers van de Kaag? 't Is dan toch juist voor hen de tijd om hun zeilerskunst te toonen, of zich er in te bekwamen, te zorgen, dan men ze niet aan lager wal of zelfs heelemaal thuis moet zoeken. Op! leden van „De Kaag", laat niet de wind u, maar gij den wind de baas zijn! En ook voor de leden van andere vereenigingen en watersportliefhebbers, niet-leden van „De Kaag", moet ik mijn hart luchten.
Gij weet het, allen zijt ge altijd welkom geweest op de Kaagweek. Het bestuur van de vereeniging „De Kaag" heeft altijd getracht en zal altijd blijven trachten, de Kaagweek voor een ieder tot een waar feest te maken, zoowel voor den wedstrijdzeiler, die er komt zeilen, als voor den toeschouwer, die er komt kijken, of voor de jeugd, die er komt dansen. Het wil gaarne mooie, waardevolle prijzen geven voor den eerste, een rustig zitje voor den tweede en goede dansmuziek en dansgelegenheid voor de laatste. Maar dat kost alles geld, veel geld! Steunt allen dus de vereeniging. Natuurlijk draagt gij allen uw eigen vereeniging het dichtst aan het hart, geen sterveling, die daarin ook verandering zou willen brengen. Maar wordt naast uw vereeniging, ook lid van de Koninklijke Zeil-, Roei- en Motorsportvereeniging „De Kaag"!

pdf Waterkampioen juli 1927 nr29 - Historie van De Kagerplassen en de Kaagweek

Terug naar vorige pagina