Zwervend langs het IJsselmeer

Wim Kuyper - Heden en verleden van het hart van Nederland

De plaatsen rondom de voormalige Zuiderzee blijven boeiend. De VOC-schepen zijn allang verdwenen en de vis botters hebben een andere - recreatieve - bestemming gekregen. Toch is de sfeer van het verleden en de geur van pek en taan op en in de havens blijven hangen. Bovendien zijn er musea en oudheidskamers, zoals in Enkhuizen, Hoorn, Hindeloopen, Elburg, Huizen, enz. waar veel van het oude bewaard is gebleven en waar we veel te weten kunnen komen over de vroegere leef- en werkomstandigheden van vissers, kooplui en venters. Op zoek naar het verleden zwierf Wim Kuyper langs het IJsselmeer en sprak met vissers, vuurtorenwachters en havenmeesters. Hij heeft van dichtbij alle facetten rond de afsluiting en drooglegging meegemaakt en die nu aan de hand van gesprekken in acht verschillende hoofdstukken vastgelegd. Door de ca. 200 meest authentieke foto's uit particuliere verzamelingen en door 8 kleurplaten is Zwervend langs het IJsselmeer een kijk- en leesboek geworden, dat daarnaast een gids wil zijn voor hen die de oude Zuiderzeeplaatsjes willen herontdekken.

Het botterjacht 'Bruiser' speelt een hoofdrol in het boek

De 'Bruiser' werd in 1917 op stapel gezet door De Haas in Monnikendam voor prof. Rein Kuyper uit Amsterdam die haar in 1918 in de vaart nam. Wim Kuyper, de zoon van Rein, schreef een boek geïnspireerd door de zeiltochten in zijn jongere jaren. Het boek "Zwervend langs het IJsselmeer" geeft een mooi beeld van de overgang van Zuiderzee naar IJsselmeer; Kuyper maakte alle facetten rond afsluiting en drooglegging mee en treurde om de overgang van het schone water van de binnenzee naar een almaar vuiler wordende zoetwaterplas.

Het boek

Wim Kuyper schrijft in het boek:
Schipper Jan Hijkamp is een man met een trouwe aard; vanaf mijn derde jaar ken ik hem. Hijkamp is een goede verteller met een uitstekend geheugen. Met niemand beter dan met hem kon ik in het begin spreken over de Zuiderzee, eens de mooiste en verreweg de interessantste binnenzee van de wereld. Mijn jeugdherinneringen kwamen weer duidelijk bovendrijven; zoals het grondijs, vol met bodemschelpjes, bij het inzetten van de winter. Steeds meer werd mijn belangstelling gewekt om gegevens te verzamelen van een uniek tijdsbestek van de binnenscheepvaart, de visserij en de zeilsport. Het bleef niet bij gesprekken met Jan Hijkamp alleen; in alle plaatsen langs de Zuiderzee heb ik daarna mensen gevonden, die minstens zo goed vertellen als hij. Op deze wijze groeide bij mij een duidelijker tijdsbeeld waarover zo weinig boeiende lectuur bestaat.
Ik werd gastvrij ontvangen in de propere kamers van oud-schippers en vissers, havenmeesters, sluis- en vuurtorenwachters, robbenjagers en vogelwachters. Deze reeks werd besloten met bezoeken te brengen aan goede vrienden, jacht- en scheepsbouwers, conservators en beheerders van musea, een oud-kapitein, een touwslager, een hotelhouder, een pater, een bioloog en een professor. De lijst met namen van al deze mensen is achterin het boek opgenomen; deze is nog aangevuld met namen van al degenen die foto's of prentbriefkaarten ter beschikking hebben gesteld.
Er groeiden zeer hechte banden. Het waren boeiende gesprekken met mensen met een grote gehechtheid aan de Zuiderzee; gesprekken over eenvoudige zaken vol menselijkheid en uit een varenswereld vol glans, vreugde, verdriet, armoede en rouw. Ondanks het zware leven dat vooral de schippers en de visserlui achter de rug hebben, denken de meesten van hen met dankbaarheid terug aan een tijd vol spanning en onzekerheid, vol avontuur en vindingrijkheid, aan kameraadschap en aan  humor. En misschien nog wel het meest aan de vreugde die de uitoefening van een beroep in de vrije natuur verschaft; een beroep waarbij goed vakmanschap een eerste vereiste was.
De overgang van de Zuiderzee naar een steeds kleiner en steeds vuiler wordend IJsselmeer en randmeren heb ik op de voet gevolgd. Kort nadat op 28 mei 1932 het laatste gat in de Afsluitdijk gesloten was, zeilde ik langs de onooglijk uitziende dijk met een noordoostelijke wind van Makkum naar Den Oever. In 1940 werd de laatste tocht gemaakt van U rk over Schokland naar Blokzijl ; kort daarna zouden de dijken van de Noordoostpolder gesloten worden. Vijf en twintig jaren daarna volgde een soortgelijke tocht door de dijkopening van Zuidelijk Flevoland; van Muiden naar Harderwijk.
Deze verhalen zouden niet het werk van een paar dagen worden; zij zullen ook nooit kompleet kunnen zijn. Het zal U wellicht ook opvallen dat er over steden als Medemblik, Enkhuizen, Hoorn, Edam en Monnickendam niets verteld wordt. Ook niet over Urk, Huizen, Spakenburg. Genemuiden, Vollenhove en Blokzijl ; het is allemaal nog niet klaar. Was dit wèl het geval geweest dan zou dit boek minstens tweemaal zo dik geworden zijn.
In de grijze oudheid bestond er geen belangstelling voor de natuur; niemand uit de Middeleeuwen ging voor zijn plezier een voettocht maken; laat staan een berg beklimmen of een zeiltocht maken. Daarin is veel verandering gekomen; ook in de wijze waarop de mens de natuur ging beïnvloeden en later zelfs ging aantasten. Tot de dag van vandaag. Laten wij niet vergeten dat een machtig stuk open water, schoon water wel te verstaan, minstens even mooi en belangrijk voor ons welzijn is als heidevelden, bossen, vennen en rivierdalen. Het zeilen op de onvergetelijke Zuiderzee met haar prachtige silhouetten van fraaie steden en dorpen was daar het beste voorbeeld van.

Wim Kuyper Amsterdam, april 1978 

1978 Unieboek b.v., Bussum

Deze verhalen zijn van 25 januari 1974 tot en met 2 maart 1978, meestal verkort, in de 'Waterkampioen' gepubliceerd. 'Bloemkool voor Harderwijk' verscheen in Tagrijn, no. 3 1974.
Omslagontwerp en grafische verzorging: Chris de Goede
Omslagdia en kleurendia's: Theo Kampa 
Fotoresearch: Wim Kuyper
Redaktie: Wim de Bruijn
Gezet bij Euroset b.v., Amsterdam
Gedrukt bij Wolters-Noordhoff Grafische Bedrijven bv, Groningen
ISBN 90 228 11182

Terug naar vorige pagina