Eens ging de zee hier tekeer

Het verhaal van de Zuiderzee en haar kustbewoners

In opdracht van het Zuiderzeemuseum en de Vrienden van het museum startte historicus, journalist en schrijver, Eva Vriend in 2016 een onderzoek naar het leven in de voormalige Zuiderzeeregio, ná de afsluiting van de Zuiderzee op 28 mei 1932. Wat betekende deze ingrijpende verandering voor de cultuur, identiteit en toekomstdromen van de bewoners van dit gebied? En heeft dit ook nu nog gevolgen?

Eva Vriend vertelt hoe haar onderzoek haar leidde naar vier Zuiderzeefamilies, uit Urk, Volendam, Spakenburg en Wieringen; deze families staan centraal in haar boek Eens ging de zee hier tekeer (verschenen in februari 2020, uitgeverij Atlas Contact). Aan de hand van hun levensgeschiedenissen vertelt Eva Vriend een groots verhaal over het houvast van tradities, de veerkracht die vereist is om vooruit te komen en vissersbloed dat kruipt waar het niet gaan kan.

Het verhaal van vier Zuiderzeefamilies en vier eeuwen oer-Hollandse geschiedenis

De vier Zuiderzeezonen Cees Hopman, Jurie van den Berg, Cees van Eekelen en Kees Kwakman weten het niet van elkaar, maar ze slapen alle vier vaak slecht. Ieder van hen kent geregeld nachten waarin de onrust het wint van een vredige droom. Het is net als vroeger aan boord bij hun vaders of een oom. Een visserman moet wakker blijven om het schip te besturen of hij wordt ieder uur, iedere twee uur, gewekt om het net binnen te halen en de vis te sorteren.
Alle vier bewaren ze herinneringen aan die nachten aan boord. Hoe ze als jongen van tien, elf jaar oud het dek op slopen om naast hem aan het roer te kruipen. De mooiste momenten ontstonden als het water rustig was. Uitkijkend over de donkere spiegel, luisterend naar het gekabbel van de golven, samen staren naar de sterren. Soms vertelde vader een verhaal. Meestal vervielen ze in een stilzwijgen; dat waren de beste gesprekken.
De zee waar hun families van leefden, verdween. De onrustige nachten bleven.

Op 28 mei 1932 werd de Afsluitdijk gedicht

De schilderachtige stadjes rond het IJsselmeer spreken tot de verbeelding, met hun authentieke gevels, vissersboten en pittoreske havens. Leven en lot van alle kustbewoners zijn met elkaar verbonden door één gebeurtenis: op 28 mei 1932 werd de Afsluitdijk gedicht. De overheid was ervan overtuigd dat dit Nederland zou opstuwen in de vaart der volkeren. De kustbewoners stonden erbij, keken ernaar en moesten zich zien te redden. Hun Zuiderzee werd het IJsselmeer, al spreken ze zelf nog steeds van 'ons zeetje'. Wat betekent zo'n ingrijpende verandering voor de cultuur, de identiteit en de toekomstdromen van mensen, tot op de dag van vandaag?
De ware helden in dit verhaal zijn die kustbewoners, gepersonifieerd in vier vissersfamilies uit Urk, Volendam, Spakenburg en Wieringen. Aan de hand van hun levensgeschiedenissen vertelt Eva Vriend een groots verhaal over de innige band met het water, de veerkracht die vereist is om vooruit te komen en vissersbloed dat kruipt waar het niet gaan kan.

Het voorwoord van "Eens ging de zee hier tekeer"

Het land waarop wij woonden, was jonger dan mijn vader. Hij had een veehouderijbedrijf in Luttelgeest, een klein dorp aan de noordoostelijke rand van Flevoland. Op de schuur pronkt nog altijd het bord met de naam die de boerderij kreeg toen hij er in 1952 met zijn ouders vanuit Noord-Holland naartoe verhuisde: 'Spes Nostra', onze hoop - in trotse, hoekige hoofdletters.
De boerderij staat aan zo'n lange, rechte weg die eindeloos lijkt. Als kind hielp ik vaak mee om het vee van het land te halen als het tijd was om te melken. Het kavelpad was een liniaal, beeldde ik me in. Ons land mat precies 300 bij 800 meter, net als alle andere kavels in de buurt. De ingenieurs die de polder ontwierpen, hadden het zo bedacht.
Over de schommelende koeienkonten heen kon ik in de verte een weg zien die wel volop kronkelde. In de tijd dat de polder waarin wij woonden nog de bodem vormde van een onstuimige, zoute binnen¬zee, de Zuiderzee, was die weg een dijk geweest. Daarachter lag het land dat veel ouder was dan mijn vader.
Hoe zag het leven aan de andere kant van die bochtige dijk eruit voor de zee land werd? Wat betekende de inpoldering voor de duizenden families die van de Zuiderzee leefden? En wat waren de gevolgen op de lange termijn, tot op de dag van vandaag? Ik heb het me altijd afgevraagd. De Zuiderzee was immers 'hun' zee, een levenszee.

Zuiderzee rond 1900
Zuiderzee rond 1900

Het Zuiderzeeproject is het meest indrukwekkende planologische project dat Nederland tot nog toe heeft gerealiseerd. De 32 kilometer lange Afsluitdijk transformeerde de Zuiderzee enerzijds in het strakke Flevoland, de grootste polder van de wereld, en anderzijds in het stille IJsselmeer, het grootste zoetwatermeer van West-Europa.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog kregen de bewoners van de oude Zuiderzeestadjes weinig aandacht in het vooruitgangsgeloof dat toen domineerde. De blik verengde zich tot het nieuwe land. De maakbaarheid die Nederland nastreefde, leek eerder te kunnen worden bewerkstelligd op de schone lei die de IJsselmeerpolders representeerden dan in de historische havenkommen van de Zuiderzeeplaatsen. In de samengeknepen ogen van de vissermannen gloorde niet de toekomst. Ze weerspiegelden het verleden.
Om het verhaal van de kustbewoners te kunnen vertellen, besloot ik de familiegeschiedenissen van vier kinderen van de Zuiderzee verder uit te diepen. Gezamenlijk dragen zij deze vertelling; van de gloriejaren in de Gouden Eeuw tot de gemeenschappen van vandaag die eigenlijk alleen het nieuws halen bij een opmerkelijke verkiezingsuitslag of drugsvangst.

IJsselmeergebied anno 2019
IJsselmeergebied anno 2019

Cees Hopman, Jurie van den Berg, Cees van Eekelen en Kees Kwakman zou je kinderen van de Zuiderzee kunnen noemen. Al heeft geen van hen het zilte water door de vingers voelen glijden. Het zout heeft nooit in de kleine wondjes in hun handen gebeten. Ze hebben de vloedgolven nimmer tegen de dijk horen slaan. Bunschoten-Spakenburg lag nog aan het open water van het IJsselmeer toen Cees Hopman er in 1938 werd geboren, maar het was in-middels compleet verzoet en verstild. Tegen de tijd dat hij als jonge twintiger nadacht over de vraag wat hij, een visserszoon, wilde doen met zijn leven, was het Zuiderzeeproject zo ver gevorderd dat hij voor de haven, in de vorm van een logge kleivlakte, de Zuidelijke Flevopolder zag verrijzen.
Het Urk van Jurie van den Berg was in zijn geboortejaar 1942 sinds drie jaar geen Zuiderzee-eiland meer. Het was verworden tot een excentrisch gelegen plaatsje dat zichzelf opnieuw moest uitvinden nu de visserij als belangrijkste bestaansbron leek op te drogen.
Cees van Eekelen kwam in 1950 ter wereld aan de Noord-Hollandse kant van het IJsselmeer, in Den Oever, de havenplaats van Wieringen. Wieringen was al in 1924 zijn eilandstatus kwijtgeraakt aan het eerste stuk van de Afsluitdijk. Het wemelde er van de dijkwerkers, arbeiders die vanuit het hele land op het goed betalende Zuiderzeeproject waren afgekomen.
In Volendam, waar Kees Kwakman vandaan komt, bleven ze wel uitkijken op het open meer. Maar in Kees' geboortejaar, 1954, begon het meeste leven uit de haven zelf te verdwijnen. De drukte verplaatste zich naar `de dijk', waar toeristen zich zouden laten fotograferen in de klederdracht die voor Kees' ouders nog hun dagelijkse kloffie was geweest.

De vier Zuiderzeezonen weten het niet van elkaar, maar ze slapen alle vier vaak slecht. Ieder van hen kent geregeld nachten waarin de onrust het wint van een vredige droom. Het is net als vroeger aan boord bij hun vaders of een oom. Een visserman moet wakker blijven om het schip te besturen of hij wordt ieder uur, iedere twee uur, gewekt om het net binnen te halen en de vis te sorteren.
Alle vier bewaren ze herinneringen aan die nachten aan boord. Hoe ze als jongen van tien, elf jaar oud het dek op slopen om naast hem aan het roer te kruipen. De mooiste momenten ontstonden als het water rustig was. Uitkijkend over de donkere spiegel, luisterend naar het gekabbel van de golven, samen staren naar de sterren. Soms vertelde vader een verhaal. Meestal vervielen ze in een stilzwijgen; dat waren de beste gesprekken.
De zee waar hun families van leefden, verdween. De onrustige nachten bleven.

Het boek

Het boek is tot stand gekomen met ondersteuning van het Van Heemstra-Meybaumfonds, de Vereniging Vrienden van het Zuiderzeemuseum, het Zuiderzeemuseum en het Prins Bernhard Cultuurfonds.

Eerste druk februari 2020
Tweede druk februari 2020
Derde druk maart 2020
© 2020 Eva Vriend

Omslagontwerp en binnenwerk Suzan Beijer
Omslagbeeld Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Fotograaf onbekend
Kaarten Kaartbeeld, Margot Stoete
Stambomen Martijn van der Riet
Lithografie Bert van der Horst, BFC, Amersfoort
Foto auteur Jelmer de Haas
Drukkerij Wilco
ISBN 978 90 450 3631 1
D/2017/0108/521 NUR 680
www.atlascontact.nl
www.evavriend.nl

Terug naar vorige pagina