Historie van de Elburger vissersvloot

In Elburg kreeg 'huisschilder' Roelof Weijenberg (1844-1911) in 1882 de opdracht alle vissersvaartuigen te voorzien van letter- en cijfertekens

Het voorwoord van schrijver W. van Norel

In 1988 deed Peter Dorleijn in het blad 'Tagrijn' van de Vereniging Botterbehoud een oproep gegevens over de historie van platbodems aan te leveren. De redactie was op dat moment bezig met de voorbereiding van een lustrumnummer, waarin speciale aandacht zou worden besteed aan de varende monumenten. Uit het kort daarna verschenen jubileumnummer van Tagrijn' bleek dat over de historie van de schepen bij veel eigenaren onduidelijkheid bestond. Blijkbaar was het moeilijk de botters, bonzen, pluten, punters, jollen en aken te documenteren. Dit gegeven vormde de aanleiding voor een uitgebreid onderzoek naar de historie van de Elburger vloot. De opzet van deze studie is echter breder. Niet alleen de schepen, maar ook de vis­sersbevolking, de bedrijfsmiddelen, de bijzondere vangsten en de avonturen van de vissers zijn in het onderzoek meegenomen.
Vanaf het begin van het onderzoek was duidelijk dat deze studie een omvangrijke en tijdrovende klus zou worden.

Onderzoek omvat de periode jaren tachtig van de 19e eeuw tot omstreeks 1960

Het boek is verschenen in 1999.
De historie van de schepen gaat in deze studie in veel gevallen terug naar de jaren tachtig van de 19e eeuw. In Elburg kreeg 'huisschilder' Roelof Weijenberg (1844-1911) in 1882 de opdracht alle vissersvaartuigen te voorzien van letter- en cijfertekens. Vanaf dat jaar moesten de vaartuigen officieel worden geregistreerd. Voor deze studie vormde dat moment een belangrijk aanknopingspunt.
Het onderzoek eindigt in veel gevallen omstreeks 1960. In die periode beëindigden veel Elburger vissers hun beroep vanwege de inpoldering van Oostelijk-Flevoland. Gelukkig bleef een aantal schepen tot op heden behouden als varend monument. In beperkte vorm wordt in dit boek de historie van deze (plezier)vaartuigen geschetst.

Bronnen

In het kader van dit project is vanaf 1980 materiaal verzameld door het interviewen van oud-vissers. In een tijdsbestek van ruim vijftien jaar werden vijfenvijftig informanten ondervraagd. Het leverde meer dan honderd uur uniek geluidsmateriaal op. Een vast onderdeel in deze gesprekken vormde de historie van de vaartuigen. Veel oud-vissers wisten daarover vaak interessante details te vermelden.
De voornaamste bron voor het onderzoek vormde echter het archief van de Rijksdienst ter Uitvoering van de Zuiderzeesteunwet. Dit archief wordt bewaard bij het Sociaal Historisch Centrum voor Flevoland te Lelystad. Het bevat een enorme verzameling dossiers van 'belanghebbenden'. In deze dossiers zijn gegevens te vinden over personen, vissersvaartuigen en kredietaanvragen. Verder bevatten ze offertes, steunregelingen, besommingsgegevens en de inventarislijsten voor de 'waardevermindering' met gegevens over viswant en andere bedrijfsmiddelen. Ruim 120 dossiers van Elburger vissers zijn doorgenomen. Daarnaast is een aantal dossiers van vissers uit andere Zuiderzeeplaatsen bestudeerd.
Een eveneens onmisbare informatiebron was het Centraal Visserijregister. Dit archief bevond zich destijds op het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te Den Haag. Vanaf 1911 zijn alle 'beroepsvaartuigen, vissende op Zuiderzee en IJsselmeer' in dit register opgenomen. Momenteel wordt dit archief bewaard in het Visserijmuseum te Vlaardingen.
In de opsomming van geraadpleegde bronnen moet hier zeker het Gemeente Archief van Elburg worden genoemd. Naast genealogische gegevens werden ook vele persoonlijke gegevens over de Elburger vissers gevonden. Het notariële- en politie-archief leverden interessante elementen voor deze studie op. Zeer waardevolle bronnen vormden echter de zogenaamde 'lijsten der vischschuiten en lichters in de gemeente Elburg'. In het archief zijn deze vlootlijsten bewaard gebleven over de periode 1886-1928. Ook de door havenmeester G.W. Zwart opgemaakte lijsten (1905-1918) met mutaties van de Elburger vissersvloot waren voor het onderzoek erg belangrijk.
Het archief van de Elburger Courant is onderzocht over de periode 1890-1970. Bestudering van de oude jaargangen leverde veel aanvullende informatie op over de schippers en hun vaartuigen.
Daarnaast is een groot aantal jaargangen van het Over-Veluwsch Weekblad betreffende de periode 1845-1900 doorgenomen.
Veel gegevens over de vaartuigen zijn opgediept uit de werfboeken van de families Balk uit Elburg en Schepman uit Kampen. Daarnaast is materiaal verkregen uit enkele particuliere archieven, zoals de administratie van de gemeentelijke visafslag (1916-1958) en de notulenboekjes van de voormalige vissersvereniging 'Ons Belang' (1914-1963).
Vanzelfsprekend is voor dit onderzoek veel literatuur betreffende de Zuiderzee- en Usselmeervisserij doorgenomen. Achterin deze uitgave is een overzicht van de geraadpleegde boeken opgenomen.

Dit boek heeft het karakter van een naslagwerk

Velen zullen wellicht speciaal naar die ene botter, bons, pluut of punter zoeken. Of misschien interesseert hen juist die ene familienaam. Mogelijk kan deze publicatie hen daarbij helpen of op een spoor zetten. Er is gepoogd een zo volledig mogelijk overzicht samen te stellen omtrent de historie van de Elburger vissersvloot. Hierbij moet echter tegelijkertijd worden aangetekend dat dit onderzoek niet volledig kan zijn. In sommige gevallen konden gegevens niet meer worden achterhaald. Hier en daar waren de bronnen niet volledig of ontbraken ze. Daardoor moest op sommige plaatsen fragmentarisch te werk worden gegaan.

Vanwege de structuur van het boek is besloten geen inhoudsopgave op te nemen

Achterin deze publicatie is een katern met kleurenfoto's opgenomen. Het geeft een impressie van de activiteiten die in de laatste twee decennia op het terrein van het behoud van Zuiderzeecultuur in Elburg is gerealiseerd.
Bij de totstandkoming van dit boek is door veel personen direct en indirect hulp verleend. Aan hen is veel dank verschuldigd.
Met name de oud-vissers verdienen het hier te worden vermeld. Zij waren bereidwillig in het beantwoorden van de vele vragen. Zonder hun medewerking zou veel informatie niet kunnen worden vermeld. Twee van hen moeten hier met naam worden genoemd: Jan Jansen (EB 60) en Lammert Jansen (EB 59). Hun gedegen kennis over het visserijverleden van Elburg voegde veel toe aan de geschreven bronnen.
Ook aan Carla Kühne, Rinus Smit en Jos Stork is veel dank verschuldigd. Zij hebben vele uren besteed aan het doorlezen van het manuscript en waar nodig redactionele aanwijzingen gegeven. Jan Kolkman uit Wezep maakte het (uitgebreide) register. Peter van Beek assisteerde bij het maken van de lay-out.
Financiële steun voor deze publicatie werd gegeven door de Stichting Vicarieën Elburg.
Met dit boek is een poging gedaan de (bijna) verdwenen vissersvloot van Elburg en haar bemanning te schetsen. Veel informatie is inmiddels verloren gegaan, maar hopelijk vinden de lezers in deze uitgave nog voldoende gegevens om een beeld te vormen van het boeiende visserijverleden van Elburg.

Colofon

Dit boek is een gezamenlijke uitgave van de oudheidkundige vereniging Arent thoe Boecop en de Stichting Vicarieën Elburg.
Schrijver: W. van Norel
Uitgifte: 1999
Omvang: 416 pagina's met veel foto's en afbeeldingen
Vormgeving: Peter van Beek en Willem van Norel
Zet-/drukwerk en opmaak: Drukkerij lnserto
Omslagontwerp: Herman Westendorp
Register: Jan Kolkman
Papier: Remako BV, Elburg

Terug naar vorige pagina