Tjotters en Boatsjes

Standaardwerk van Dr. Ir. Jaap Vermeer

Nadat Dr. Ir. Jaap Vermeer in 1992 de laatste hand legde aan zijn standaardwerk over 'het Friese jacht' wist hij van geen ophouden. Hij wilde ook alle beschikbare materiaal over tjotters en boatsjes verzamelen en vastleggen. Het resultaat van jaren noeste arbeid, een standaardwerk over 'Tjotters en boatsjes', werd op 2 augustus jl. gepresenteerd tijdens de Friese Regionale Reünie in Heeg. Uit heel Nederland komen eigenaren van boeiers, tjotters, Friese jachten en schouwen elk jaar naar Heeg om er hun jaarlijkse reünie te vieren met wedstrijdzeilen, een fakkeltocht, admiraalzeilen en veel plezierige ontmoetingen.

Eén maal per vijf jaar houdt ook de SSRP haar Reünie in Heeg om de eigenaren van de relatief kleine scheepjes de gelegenheid te bieden ook een 'grote' reünie mee te maken. Ieder jaar weer is het een geweldig schouwspel dat nu een extra feestelijk tintje kreeg toen Jaap Vermeer het eerste exemplaar van zijn nieuwe boek mocht overhandigen aan de heer Hermans, Commissaris van de Koningin in Friesland. In zijn speech benadrukte de heer Hermans dat dit boek een 'geweldige opvulling van een leemte betekende, zoals dat in Friesland op nog maar weinig terreinen is gedaan'. Rienk Smit stak zijn mening over het belang van het behoud van 'het houten schip' niet onder stoelen of banken en dankte Jaap Vermeer hartelijk, ook omdat de laatste al jarenlang bestuurslid is van een club die geen enkel rechtspersoon heeft en waarbij de bestuursleden nog steeds hoofdelijk aansprakelijk zijn. Maar dat kan alleen in Friesland! Ook Otto Bussemaker, secretaris van de SSRP, had even tevoren in een speech duidelijk gemaakt dat Vermeers boeken een onmisbare handleiding zullen zijn voor de commissie, die binnenkort de criteria voor ronde jachten moet gaan opstellen.

Omdat de uitgever, Hedeby Publishing, niet alleen kon rekenen op een grote afname van de SSRP die het boek aan haar donateurs ter beschikking stelt, maar ook een aantal sponsoren bereid had gevonden een bijdrage te leveren, gebeurde er iets unieks. Een drietal eigenaars van Lemsteraken stelden hun schip beschikbaar om met de sponsoren en echtgenotes te gaan varen om te laten zien hoe die tjotters en boatsjes in hun natuurlijke omgeving functioneren. Dankzij het stralende zomerweer met een lekkere bries genoten niet alleen alle deelnemers aan de wedstrijd, maar ook de genodigden.

De 'Kromwal' en de 'Gebroeders'
De 'Kromwal' en de 'Gebroeders'

In het hoofdstuk tjotterbouwers wordt de geschiedenis van 17 tjotterbouwers beschreven. Alhoewel de meeste bouwers in Friesland zijn gevestigd, waren er toen ook tjotterbouwers in Rotterdam en Cappelle a.d. IJssel. Hoewel er na 1925 negentien tjotters zijn verdwenen, zijn toch zo veel mogelijk gegevens in het boek opgenomen.

Door de invoering van belasting op pleziervaartuigen en de economische crisis in de jaren dertig werden er toen veel tjotters, Friese jachten en boeiers te koop aangeboden. Het duurde tot 1951 dat de heren Van Waning (eigenaar boeier 'Maartje') en Voordewind (eigenaar Fries jacht 'Dolphijn') een lijst probeerden samen te stellen van de ronde jachten die nog in de vaart waren.
Op instigatie van drs H. Halbertsma (conservator Fries Scheepvaartmuseum) werd een Commissie Stamboek Friese Ronde Jachten ingesteld. Mede dankzij artikelen van Van Waning in De Waterkampioen kwamen er vele aanmeldingen. Het is bekend dat met de oprichting van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten in 1955 de basis werd gelegd voor het verdere behoud van een stukje maritiem erfgoed. Hetgeen nu resulteert in maar liefst 13 aparte behoudsorganisaties van Oud-Nederlandse scheepstypen, alle verenigd in de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen (FONV).
De laatste twee grote hoofdstukken zijn vooral interessant voor de eigenaars en oud-eigenaars van tjotters, want hun tjotters en boatsjes zijn ingedeeld naar bouwjaar; voor 1955 en daarna. Als het goed geteld is, is van 111 tjotters de historie, met bouwjaar, opdrachtgevers, eigenaars, technische gegevens en verdere informatie, vastgelegd in tekst en vooral foto's.
De laatste 50 pagina's zijn gevuld met lijnenplannen, zeilplannen, constructiedetails, oude reglementen, klassenindelingen, registers, deelnemers aan wedstrijden (1911-1924) en afmetingen. Het standaardwerk is afgesloten met een index van schepen en personen die in het boek voorkomen.

De heer Vermeer werd al even in het zonnetje gezet onder zijn vrienden en bekenden. Wij hopen dat veel lezers, door het kopen en vooral het lezen van dit boek, even stil zullen staan bij de vele duizenden uren die Jaap Vermeer heeft gestoken in het zoeken in archieven en musea, in het opmeten van tjotters en het spreken met bouwers en (ex-)eigenaars. Hij kon een dergelijk werk alleen volbrengen door niet alleen de morele steun van zijn echtgenote, maar ook door inspiratie te putten uit de eigen ervaringen op hun Friese jacht 'De Rode Leeuw' en de tjotter 'Albert en Nelly' waarmee het gezin Vermeer 25 jaar zeilde en daarna hun zoon nog ruim tien jaar.

De auteur

Dr. Ir. Jaap Vermeer, mijnheer Vermeer, zoals de meeste van ons hem kennen, was de schrijver van een aantal monografieën voor de Stichting Stamboek en van de trilogie der Friese kromstevens. Hij overleed op 1 oktober 2010 op de 90-jarige leeftijd.

In Februari 2003 heeft de Spiegel der Zeilvaart een interview met Dr. Ir. J. Vermeer geplaatst.

Uitgever Hedeby Publishing

Gebonden, 1997, Formaat (hoogte): 28cm, Omvang: 366 pagina's
ISBN 90-7454-109-7

Terug naar vorige pagina