2017-6: Peters Punter

Spiegel der Zeilvaart september 2017 nummer 6

Bij de werf van Peter Schouten stuitten we op Peters eigen punter. Hij vertelde dat het een zogeheten Durgerdammer punter was, fietsjes breder gebouwd met oorspronkelijk spriettuig, op de werf van Wildeboer in Giethoorn rond 2000. In het Stamboek kennen twee hoofdgroepen punters: de gewone (Gieterse) punter en de zeepunter, die bestemd was voor de visserij. Peter Schouten zeilt regelmatig met zijn punter door de sloten en op de plassen rond Kortenhoef. Onlangs heeft hij ook met de punter deelgenomen aan de Motketelwedstrijden op de Loosdrechtse plassen. Het scheepje dobbert rustig in een sloot met zo'n 30 cm waterdiepte, dus weinig diepgang is één van z'n kwaliteiten.
Gait L. Berk, één van de mede-oprichters van Spiegel der Zeilvaart en groot kenner van het scheepstype punter, verwoordde in het verleden ook de andere kwaliteiten: 'Als een punter onder vol tuig wordt gevaren kan het schip bij meer wind sterk gaan hellen; op zeker moment kan de stand bereikt worden, dat de eerst schuin oplopende zijkant horizontaal door het water gaat, met andere woorden de functie van bodem krijgt.

Het boord

Het boord neemt dan het waterkerende werk van de kant over, terwijl de gehele rest van het schip als tegenwicht fungeert, bij een reeds - door de helling - sterk verkleind zeiloppervlak. Dus 'er kan niks gebeuren"; daar komt nog bij, dat de overlangs gebogen kant zeer gemakkelijk door het water sliert, zodat het schip een aanmerkelijke snelheid krijgt. Moet men echter opkruisen in woelig water, dan maakt deze zelfde ronding, dat het schip gaat hobbelen: men neemt haast geen water over maar maakt weinig voortgang. De punters lopen trouwens niet graag hoog aan de wind. Daar staat tegenover, dat punters niet gauw gevoelig zijn voor ondiepte en zeer manoeuvreerbaar blijven en het gold aan de kust, dat een punter er nog uit kon als een botter aan de wal moest blijven.

De punter van Peter Schouten dobberend in een slootje, deze punter is wat breder gebouwd
De punter van Peter Schouten dobberend in een slootje, deze punter is wat breder gebouwd

Bouwwijze

De bouwwijze van een platte bodem aan één of twee einden aan te scherpen, hier stevens op te richten en daaraan vrij rechte scheepswanden te bevestigen, is iets dat in ons land bij veel scheepstypes is toegepast. Niet alleen de punter behoort tot dit grondtype, maar ook de schokker, de hoogaars, de hengst, de pluut, de grondel, ook de vrij onbekende Zaanse gondel en de onlangs in het Stamboek ingeschreven Waterlandse melkschuit (overigens met ligplaats in ... Durgerdam). Waarschijnlijk is het land rond de Zuiderzee het "geboorteland" van de punters. Dit kun je bijna aflezen aan de verspreiding van het type. Ook in Aalsmeer zijn punters gebouwd. De grundel, de Zaanse jollen en de Waterlandse schuitjes zijn regelrecht familie van de punter, Deze soorten stammen uit streken onmiddellijk grenzend aan de westkust van het IJsselmeer, waar ook punterachtigen werden gebruikt voor de visserij. Het is dus aan te nemen, dat de vorm van deze binnenvaartuigen zijn ontleend aan de Zuiderzee-vorm en op eigen wijze zijn aangepast.

Punters in het Stamboek

Het gebruik dat ervan gemaakt werd en het verschillende water, waarop ze moesten varen, verklaart voor een goed deel de verschillen, die de zeepunter vertoont ten opzichte van de Gieterse. Deze laatste is vooral ingesteld op vrachtvervoer (riet, turf), de zeepunter dient voor de visserij; er worden dan mindere eisen gesteld aan het laadvermogen, maar hogere aan zeewaardigheid en zeileigenschappen. En dus heeft een Gieterse punter lagere boorden, die ongeveer loodrecht staan en een zeepunter heeft sterk invallende hoge boorden. Dit verschaft de golven zo min mogelijk toegang. De Gieterse punter heeft vrij steile stevens, die weinig van elkaar verschillen: de zeepunter heeft een hoge voorsteven die tot 45 graden kan hellen.
In het Stamboek zijn van beide types totaal 19 punters opgenomen, al dan niet "actief'. Twee vastgelegde zeepunters hebben een heel bijzondere geschiedenis, de 'KU11 en 'KU12"afgeleid' van het origineel KU12 een grote zeepunter. die volgens de nu bekende gegevens in 1914 is gebouwd voor visser Doede(l)s uit Kuinre. De KU12 is "vernieuwbouwd" op basis van het origineel, waarna deze daarna ook zelf weer is gerestaureerd en nu KU11 heet. Dit is allemaal na te lezen op de betreffende pagina's in onze Schepenlijst op de website.

pdf SdZ 2017 nr6 augustus - Peters Punter

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina