2018-8: Træskibs (houten schepen) in Denemarken

Spiegel der Zeilvaart september 2018 nummer 8

In de vorige Spiegel vertelden Jan en Rita Eissens over hun ervaringen met het Varend Erfgoed in Zweden. Om weer thuis te komen met hun schip varen ze via Denemarken en dat is absoluut geen straf Veel havenplaatsen onderweg verhalen over de geschiedenis van de scheepvaart en scheepsbouw ter plaatse. Veelal is er een klein museum, waar je je hart kunt ophalen als je van oude schepen houdt.

In de beschutte wateren van Denemarken ontwikkelde zich van oudsher een levendige handel tussen de eilanden. Kleine houten schepen, zo'n 20 meter lang, vervoerden allerlei vracht. Het oudste, nog zeilende schip is de 'Jensine' uit Haderslev, in 1850 gebouwd als jagtbygget galease (jachtgebouwde galjas). Ze heeft een licht gebogen voorsteven en een hartvormige spiegel. Naast dit scheepstype zie je ook de schepen met het ronde achterschip, een sterkere constructie. Bekend zijn natuurlijk de Deens-blauwe houten kotters, die regelmatige gasten zijn in de Nederlandse vissershavens. Deze dateren nagenoeg allemaal uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Oudere vind je hier en daar nog in historische havens. Sommige hebben de weg naar Nederlandse liefhebbers gevonden.

Behoud is belangrijk

Rond 1970 kwam de Deense overheid tot de conclusie dat de visserij anders moest; groter en efficiënter. Er werd een subsidieprogramma voor nieuwbouw opgezet. Van veel houten vissersschepen werd de kielbalk doorgeknipt en werden de restanten op een hoop gegooid zodat ze nooit meer zouden varen. De bestaande werven hadden het opeens druk met de grotere nieuwbouw. Een aantal Denen ging het zonder meer opruimen van hun varende geschiedenis veel te ver. Met de overheid werd overlegd, en er volgde een regeling die bepaalde dat je een schip "uit het beroep" mocht bezitten, als je er maar voor tekende dat het nooit meer commercieel ingezet zou worden. Het varen met gezelschappen daargelaten.

Het bundelen van belangen

In 1971 verzamelden zich in Roskilde, tijdens een tentoonstelling 'Onder zeil' in het Vikingmuseum, rond de dertig oude houten schepen. Daar werd het idee geboren om een vereniging in het leven te roepen (vergelijkbaar met het ontstaan van het Stamboek in Nederland tussen 1953 en 1955), die de naam Træskibs Sammenslutningen (TS-skibs) kreeg. Oorspronkelijk was die opgericht voor houten schepen. Later worden ook andere, zelfs buitenlandse schepen toegelaten, mits ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. De vereniging werkt landelijk en is op vele fronten actief. De activiteiten worden voornamelijk georganiseerd door lokale vertegenwoordigers en groepen mensen daaromheen. Als je schip aangesloten is bij de vereniging voer je een herkenbare wimpel en daarnaast een jaarsticker op de mastvoet. Dat wordt overal in Denemarken (h)erkend. De vereniging heeft zich er bij vele havens sterk voor gemaakt dat aangesloten schepen één of meerdere dagen vrij kunnen liggen. Belangrijk om te laten zien wat er als erfgoed nog rondvaart en behouden moet worden.

Een aak in hartje Kopenhagen
Een aak in hartje Kopenhagen

De unieke Nyhavn in Kopenhagen

De bekendste haven ter wereld is misschien wel de Nyhavn van Kopenhagen. Die verschijnt met zijn kleurige huizen in nagenoeg elke Deense presentatie. Het is een doodlopende haven, met veel terrassen en toeristen op de kant. Er varen doorlopend rondvaartboten en er ligt een groep oude Deense schepen, allemaal lid van de TS-club. De eerste lag er ruim veertig jaar geleden al en de eigenaren vormen een lokale TS-afdeling en regelen alles zelf in de haven. Ze draaien ook zelf de brug die voor de haven ligt, want het is niet de bedoeling dat de aanwezige schepen alleen maar liggen, ze dienen ook te varen! Toen wijzelf in Kopenhagen in een andere TS-haven lagen, kwam ook de Lemsteraak LE89 aan, een aak gebouwd door Blom en prachtig afgebouwd door de eigenaar zelf. Schipper Edwin Dom kende de vertegenwoordiger van de TS-club in de Nyhavn van eerdere bezoeken en 's avonds draaide de brug voor hem. Hij belde vervolgens dat er de volgende ochtend voor ons TS-schip ook een vrije plaats beschikbaar kwam. Een paar dagen bivakkeren in de Nyhavn, hartje Kopenhagen, is een bijzondere ervaring. Het contact met de lokale scheepseigenaren leert je dat we allemaal zijn geïnfecteerd met hetzelfde oude-schepen-virus. Dat houdt een landsgrens niet tegen!
Overigens wisselen de dieptes in Denemarken van plaats tot plaats nogal en hebben diverse Denen daarom belangstelling gekregen voor onze Ronde & Platbodems.

pdf SdZ 2018 nr08 oktober - Træskibs (houten schepen) in Denemarken

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina