2019-3: Wie kan meer vertellen over...

Spiegel der Zeilvaart april 2019 nummer 3

Dit keer vraagt het Stamboek de Spiegellezers behulpzaam te zijn bij de beantwoording van een aantal vragen. Zo is de oorsprong van de BRU56 nog in nevelen gehuld en wordt er ook gezocht naar meer informatie over een tjottertje van slechts 12 voet. En wie kent scheepsmakelaar Appie Hagewoud nog?

Van Waning schreef in De Waterkampioen van 1956: `De Wieringer aak is een dochter van de Lemsteraak. Zij is in haar ronde scheepsvormen gelijk, doch is korter bij dezelfde breedte. De Wieringer aak is deswege wendbaarder in smalle vaarwaters, doch zij zet door haar geringere lengte minder goed door bij zeegang en is ook minder snel.' Soms is het heel lastig om een schip goed te typeren. Vooral als de werf en de vroege geschiedenis onbekend zijn. De BRU56 van Laurents Meijer is ook zo'n geval. Dit schip is in 2017 opgenomen in het Stamboek en vooralsnog getypeerd als Lemsteraak. De overige gegevens zijn door eerdere eigenaren doorgegeven. Maar in hoeverre kloppen deze?

Boven de waterlijn is er veel veranderd om de BRU56 tot jacht te verbouwen
Boven de waterlijn is er veel veranderd om de BRU56 tot jacht te verbouwen

Speculatie

Het boek Een eeuw Bruse vloot (Bru staat uiteraard voor het Zeeuwse Bruinisse) vermeldt: `De BRU56 Wilhelmina werd gebouwd in opdracht van Gerrit Kik Jzn, en ingeschreven in het register op 17-10-1911.' De datum van de bouw (19oz) kan dus correct zijn. Ook is het waarschijnlijk een mosselaak is geweest, daar zouden dan nog de sporen van te vinden moeten zijn, met name in het achterschip waar het kot gezeten heeft. Het boek geeft geen bouwwerf. Dirk Huizinga, die diepgravend onderzoek naar Lemsteraken deed, voegt hier aan toe: 'In 1902 zijn in die maat twee aken gebouwd door De Boer. Eén daarvan is direct naar Kolhorn gegaan. De andere is de LE25 van visser Piet Bootsma. Deze is al spoedig verkocht en mogelijk naar Bruinisse gegaan.' De Criterium Commissie van de SSRP vermeldt in haar rapport: 'Opvallend is de lage en brede kont, wat doet vermoeden dat het schip gebouwd is om veel draagvermogen te hebben. Er lijkt veel aan het schip te zijn veranderd boven de waterlijn om het tot jacht om te bouwen. Het schot tussen motorruimte en kajuit lijkt te zijn geklonken. Dit kan erop duiden dat dit direct bij de bouw is gebeurd, wat weer kan betekenen dat het schip bij de bouw al is uitgerust met een kot. Zo'n kot was in Zeeland zeer gebruikelijk. Over de werf van oorsprong is veel speculatie. Het schip zou van een Friese werf, maar ook van een van de Noord-Hollandse werven kunnen komen, bijvoorbeeld Stoel in Alkmaar. Kortom, er valt heel wat uit te zoeken bij dit schip, wat haar tot een waarachtig interessant historisch onderwerp maakt.'

Zoektocht gaat verder

Eigenaar Laurents zegt: 'Op de Traditionele Schepen Beurs afgelopen november heeft mijn vrouw met mensen gesproken over de historie van de BRU56. Een aantal denkt dat het een Wieringer aak is. Na wat onderzoek zou het wat mij betreft ook mogelijk kunnen zijn gezien de breedte en verdere vorm van het schip.' Dirk Huizinga antwoordt hier op: `De relatie met de Wieringer aak is natuurlijk voor de hand liggend. Dat is een forse, brede visaak en die zijn niet alleen maar van hout gebouwd. Zwolsman en Croles ontwierpen en bouwden Wieringer aken. De oorsprong van de BRU56 kan heel goed in die hoek liggen, maar concreet aantonen zal moeilijk zijn, tenzij er bijvoorbeeld visserijgegevens worden gevonden.'
Kortom, de zoektocht gaat verder; wie weet er meer over deze BRU56?

Een tjottertje van 350,5 cm lang

Gerard ten Cate vond in het archief van Pier Piersma een notitieboekje van Berend de Jong (Berend was de leermeester van Pier tussen 1966 en 1970) met daarin een schets van een tjottertje van 3,5o meter (en een halve cm), die is gebouwd in 1966 voor de heer Hagewoud uit Meppel. Voor hemzelf of voor de verkoop? De schets is gemaakt door Heit Piersma van de Jeugdherberg in Heeg en vader van Pier. Bij het schetsje hoort ook een complete lijst met prijs en materiaal, die door Pier zelf is opgesteld. Het betreft hier een scheepje, dat we niet kennen. Een tjotter van nog geen 12 voet zijn we nog nooit tegengekomen. Wie weet er meer van?

Tekening gemaakt door Heit Piersma
Tekening gemaakt door Heit Piersma

Appie (Albert) Hagewoud uit Meppel

Appie (Albert) Hagewoud uit Meppel was een makelaar/handelaar in schepen. Hij adverteerde in De Waterkampioen van de late jaren '6o met de tekst 'Een Fries skûtsje kan A. Hagewoud uit Meppel U nog leveren!' In het Stamboek zijn meerdere tjalken/sktitsjes opgenomen waarbij Hagewoud als eigenaar of als bemiddelaar staat vermeld. Over Appie Hagewoud zelf is verder helaas niets bekend, terwijl hij toch voor veel oude binnenvaartschepen een belangrijke spil is geweest in de transformatie van vracht- naar recreatieschip. Heeft iemand meer informatie over deze handelaar?

pdf SdZ 2019 nr3 april - Wie kan meer vertellen over .....

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

Terug naar vorige pagina