2021-4: De Staverse jol, scheepje met geschiedenis

Spiegel der Zeilvaart mei 2021 nummer 4

Zelden worden scheepstypen "uitgevonden". Meestal ontstaan ze uit oudere scheepstypen en bepaalt het doel van de schipper de nieuwe vorm. De Staverse jol is daarop geen uitzondering.
Van oudsher was de jol voor de kust van de Friese Zuidwesthoek, vaak lagerwal dus, geliefd als klein visserschip. De kleinere jol werd door de palingvissers gebruikt die dicht bij de zeedijk bleven. De grotere jol door de ansjovisvissers, die verder de zee opgingen en zware netten, gewichten en ankers aan boord hadden. Op grond van de ervaring van vissers is het scheepstype door de bouwers, net als elders in Nederland, in de loop der jaren aangepast. De Staverse jol is daardoor een scheepje dat behoorlijk aan de wind kan zeilen en met name van hoge golfslag geen of weinig last heeft, gemakkelijk op koers te houden is door de lange kielbalk en als ze eenmaal enige vaart heeft gemaakt, ook bij zeegang stug doorgaat. Niet te snel reven is dan wel een vereiste.
De Staverse jol is een vreemde eend in de bijt van de ronde en platbodemschepen. Als enige kent hij geen zijzwaarden, het driftbeperkende vermogen wordt ontleend aan haar bolle vorm en aan een wat dieper stekende, lange kielbalk.

Ontbrekend berghout

Verder valt de jol op door een kromsteven, een gladboordige huid zonder berghouten, een uivormige grootspantvorm en een bijna rechtopstaande spiegel die het meest lijkt op de kelk van een wijnglas. Deze vorm kende veel voordelen voor de palingvisserij met fuiken en kubben. Met zo'n vissersschip kon men immers, enigszins scheef hangend en vooral door het ontbreken van een berghout gemakkelijker 
 
vlak naast en boven de fuikpalen komen en zo de vangst binnenhalen. Na de afsluiting van de Zuiderzee kregen veel jollen een tweede leven als plezierjacht. Sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw worden er weer nieuwe jollen gebouwd, zowel in hout als in staal. Ze zijn voorzien van een kajuit en al naar gelang de behoefte van de eigenaar zijn ze ook in omvang gegroeid. Er zijn zelfs jollen van 9 m gebouwd. Eind vorige eeuw ontstonden plannen om in navolging van Huitema's boek Ronde en Platbodemjachten, monografieën te maken over de diverse scheepstypes. Er was meer over te vertellen dan een hoofdstuk in een belangrijk "verzamelwerk". Er is een aantal boeken verschenen, maar veel initiatieven bleven helaas steken tijdens het maken van de plannen. Gelukkig is er in die tijd op verschillende plaatsen veel onderzocht en daarover is vaak gepubliceerd in de Spiegel.
Publicist Dirk Huizinga, zelf eigenaar van een 5o jaar oude stalen jol, heeft deze informatie opnieuw bewerkt, aangevuld en samengevat in zijn boek Staverse jollen Overzicht. Het bevat een bonte verzameling historische en moderne jollen, waaronder ook jollen gebouwd van moderne materialen. Het laat zien dat de ont-wikkeling van dit scheepstype nog steeds niet stil staat.

Tijdens de Lustrumreünie te Lemmer in 1965 lieten de Staverse jollen zich van de beste kant zien. (Foto: Theo Kampa)
Tijdens de Lustrumreünie te Lemmer in 1965 lieten de Staverse jollen zich van de beste kant zien. (Foto: Theo Kampa)

De jollen van Gipon

Jaap Gipon heeft aan de basis gestaan van de huidige populariteit van de Staverse jol. Als ontwerper van platbodemjachten was hij autodidact en kon goed tekenen. Hij gebruikte zijn vrije tijd met het bekijken, opmeten en tekenen van oude scheepstypen die in zijn tijd nog her en der in gebruik waren. Na de Tweede Wereldoorloog heeft hij veel van zijn schetsen en opmetingen omgezet in jachtontwerpen, waarbij deze scheepstypen op eenvoudige wijze van staal gemaakt konden worden. Zelf zeilde hij in een houten jachtjol, die ooit gebouwd was bij Wildschut. Zijn daarvan afgeleide jollen, waren allemaal van het Wildschutmodel.
Door de populariteit die zijn jollen, dankzij Kooijman & De Vries hebben gekregen, lijkt het tegenwoordig of Staverse jollen er allemaal zo hebben uitgezien. Maar Roosjen in Stavoren bouwde vroeg in de twintigste eeuw jollen met een relatief spitse kop. Jaap Gipon is voor de populariteit van het scheepstype als jacht van buitengewone betekenis geweest. Door hem werd het mogelijk een betaalbaar stalen jolletje te laten bouwen. Waarschijnlijk wist hij niet goed dat Roosjen kleine jollen had gebouwd die veel slanker waren dan de Wildschutjollen en die ook beter zeilden dankzij hun spitse koppen. Ted van Rijnsoever paste de rompvorm van de Gipon jollen al zodanig aan dat ze beter gingen zeilen. Desondanks staan er momenteel behoorlijk wat Staverse jollen te koop. Vooral voor de kleinere houten jollen is weinig belangstelling. Geen badkamer aan boord en nog steeds het misplaatste gevoel van mogelijk veel onderhoud? Terwijl het zulke leuke, goede zeilscheepjes zijn! Overigens is de oudste jol ter wereld de Fûkejol van J. Wassenaar uit Mirns. Een scheepje van ruim 50 jaar oud. Een vissersjol met een model zoals Douwe Roosjen in Stavoren ze bouwde tussen 1860 en 1906.

Jan Eissens, Stamboekbeheerder
stamboek@ssrp.nl

pdf SdZ 2021 nr04 mei - Stamboek: De Staverse jol scheepje met geschiedenis

Terug naar vorige pagina