Andere wereld
5 december 2020

Na het succes van de Finnklasse die voor de Olympische Spelen van 1952 in Finland was ontworpen, ontstond er vraag naar een vergelijkbaar zeilbootje, maar dan iets eenvoudiger en goedkoper. Dat werd de Soloklasse, een heel apart uitziend bootje uit Engeland, dat daar vanaf 1956 op het water kwam. Lang niet iedereen vond het scheepje 'mooi', maar niemand kon de bijzondere zeilkwaliteiten van dit eenmans zwaardbootje ontkennen. In 1961 werd de Solo een nationale klasse in Nederland. Een jaar later werd de Nederlandse Soloklasse Organisatie opgericht en nu. bijna zestig jaren later, bestaat die nog steeds en telt ruim honderd leden. De meeste leden zijn van iets oudere leeftijd, hoewel het bootje eigenlijk ontworpen was voor jonge, sportieve zeilers. Het is slechts 3.78 meter lang en draagt 8.40 m2 zeil. De vorm van de Solo biedt weinig aanvangsstabiliteit, waardoor het voor ongeoefende zeilers geen eenvoudig scheepje is om mee te varen. Dat tegenwoordig vele wat oudere zeilers zich desondanks aangetrokken voelen voor dit snelle en lichte bootje, dwingt respect af, want het is bijna onmogelijk om niet sportief met een Solo te zeilen. Alleen het in- en uitstappen al is voor normale zeilers nauwelijks te doen zonder om te slaan. Als de vaart er eenmaal in zit, wordt het eenvoudiger, maar ook dan behoort omslaan tot de mogelijkheden. Dat laatste is nu net, wat in de meer traditionele klassen als het enigszins kan voorkomen moet worden. Omslaan met een traditioneel zeilscheepje, ongeacht of het een schouw, een tjotter of een BM-er of een Pampus is, leidt tot een hoop ellende.
Wie zeilen heeft geleerd in een traditioneel scheepje, die keek aanvankelijk verbaasd naar die Solo's (en in latere jaren vele andere onzinkbare bootjes) die zomaar omsloegen, maar die ook weer door de bemanning vrij eenvoudig in het water overeind kunnen worden gezet. Kop in de wind, op het zwaard staan en tijdig naar binnen naar roer en schoot om het water door de snelheid achter uit de kuip te varen. Wie niet over de plas zeilt voor een training of een wedstrijd van een paar uren, maar met zijn scheepje een meerdaagse toertocht maakt, die heeft heel andere belangen en verantwoordelijkheden. Hij zeilt niet alleen met zijn scheepje, hij woont er ook op. Voor dit soort zeilers is het belangrijk te zeilen zonder al te grote risico's te nemen, want omslaan past daar niet bij. Je scheepje ligt vol met bagage, met eten en drinken, je slaapt aan boord. Veel van deze scheepjes zouden bovendien zinken als ze omsloegen. Deze zeilers hebben zich daarom gespecialiseerd in het verantwoord varen, zodanig dat zij geen onverantwoorde schade oplopen. De specialisatie van de Solozeiler is een andere. Met een Solo varen is een spel dat veel evenwichtsgevoel en behendigheid vereist. Deze zeilers zijn vooral sporter, terwijl de toerzeilers zich vooral schipper voelen.
