Baken aan zee

29 augustus 2020

In de jaren vijftig en zestig hadden (amateur)fotografen ontdekt dat je Hollandse wolkenluchten bij zwart/witfotografie mooier kon laten uitkomen met gebruik van een geelfilter. Uit die tijd stammen talloze fraaie opnames van havens, van scheepvaart en watersport, waarbij vooral de luchten opvallen. Zoals bij deze foto van de vuurtoren De Ven, even ten noorden van Enkhuizen. Die vuurtoren uit begin 1700 behoort tot de oudste overgebleven 'vuren' langs onze kusten. De Ven was het noordelijkste licht voor de schippers die van de Noordzee de Zuiderzee opvoeren richting Amsterdam. Een vergelijkbaar stenen lichtbaken stond op het eiland Marken en de derde stond bij Durgerdam. De Zuiderzee werd in die tijd druk bevaren en was tegelijkertijd ondiep, waardoor het belangrijk was de vaarroutes goed te betonnen en van lichten te voorzien. Op De Ven (Enkhuizen), Marken en Durgerdam kwamen identieke vierkante lichtbakens. Ook het vuur op Urk was belangrijk, evenals de vierkante stenen baak bij Workum aan het Zool.

De tijden veranderden echter, zoals gebruikelijk. De Zuiderzee werd voor de zeevaart onbelangrijk en uiteindelijk voor de veiligheid van Nederland afgesloten. De vuurtorens werden minder belangrijk en dreigden verloren te gaan. De Ven werd in 1966 een rijksmonument, vanwege zijn geschiedenis en zijn karakteristieke plaats in het landschap. In die zestiger jaren kwam de watersport op het IJsselmeer tot ontwikkeling en voor die watersporters werd De Ven opnieuw een belangrijk baken bij de navigatie op dit grote, nieuwe vaarwater. Evenals de vuurtorens van Marken en van Urk. Zeilen op het IJsselmeer was in die periode een avontuur. De schepen waren relatief klein en niet altijd opgewassen tegen de steile golfslag van de voormalige binnenzee. Het navigeren met zeekaart en kompas tijdens de vaart was nieuw en vergde bovendien de nodige voorbereiding aan de wal. Als je dan bij nevelig weer, dus slecht zicht, van Stavoren volgens 'gegist bestek' met de navigatiemiddelen die je had, keurig bij De Ven uitkwam, op weg naar Enkhuizen, dan gaf dat de nodige voldoening. Ook die tijden zijn weer voorbij. De meeste zeilschepen op het IJsselmeer zijn aanzienlijk zeewaardiger dan de scheepjes van een halve eeuw geleden en navigeren is een fluitje van een cent geworden dankzij GPS aan boord. Je weet ieder moment precies waar je bent. Dat er toch met regelmaat jachten door de KNRM op het IJsselmeer geholpen moeten worden, ligt aan datzelfde technische gemak. Als er nu iets fout gaat, voelt men zich al snel hulpeloos en wordt de Kustwacht gebeld. Dat was een halve eeuw geleden anders. Toen waren zeilers gewend om te ankeren als er iets mis was. Ze voerden zelf reparaties uit 'op zee' en slaagden er vaak zelf in een onwillige scheepsmotor weer aan de praat te krijgen. Veel watersporters waren in die tijd behoorlijk technisch onderlegd en daarmee minder afhankelijk van technische hulpmiddelen dan moderne watersporters.

 


 

Terug naar vorige pagina