Bjusterbarlik Frysk
9 oktober 2021

Zoals alom bekend spreken de Friezen hun eigen taal. Dat is vooral de afgelopen 50 jaren het geval. Voor de oorlog werd er ook Fries gesproken en ook wel geschreven en dus gelezen, maar bestond er de nodige regionale variatie in dat Fries. Op de klei werd een ander soort Fries gesproken dan in de Wouden. Langs de Zuiderzeekust had iedere havenplaats zijn eigen variant. In de grotere steden werd 'stadsfries' gesproken, in het Bildt was van Fries nauwelijks sprake en in de Stellingwerven sprak men Stellingwerfs, een variant van de Saksische talen. Na de oorlog kwam het Fries als taal onder druk te staan door de toenemende invloed van de Nederlandse taal. Dat kwam door de opkomst van massamedia als radio en TV en de invloed van hogere opleidingen op de taalontwikkeling en carrièrebelangen van jonge mensen. Als reactie op die ontwikkeling werd er in de zeventiger jaren in de provincie Fryslân gewerkt aan versterking van het eigen cultuurbeleid, waarin het Fries een centrale rol had en heeft. Tot zover alleszins begrijpelijk. De uitwerking van dit beleid is echter wel eens verrassend.
Het lijkt mij bijvoorbeeld niet handig om in een provincie die het moet hebben van toerisme en watersport alle gebruikelijke topografische namen te veranderen in Friese namen die vaak moeilijk te lezen zijn, laat staan uit te spreken. Het resultaat is, dat niet-friezen voorbij gaan aan de namen van plaatsen en vaarwaters en een navigatie-app gebruiken zonder zich te interesseren in de naamgeving van waar ze zijn. Om meer uniformiteit in het Fries te brengen, is enige decennia geleden de spelling vernieuwd, met als resultaat dat de paar Friezen die nog in hun moedertaal konden schrijven, het daarna niet meer konden zonder 'fouten' te maken. Daar zullen niet veel mensen van wakker liggen, maar het leidt wel tot grappige situaties. Heel recent stond in de Leeuwarder Courant bijvoorbeeld een wonderbaarlijk berichtje over de Staverse jol, zie de foto, dat ik hier in z'n geheel overneem: "Staverske jol". Hermien Salverda uit Stavoren ergert zich aan de naam van een van de kantoorruimtes in het gemeentehuis in Sneek. Staverske Jol, prijkt daar op een bordje. Maar een Staverske Jol bestaat niet, het is altijd Staverse Jol geweest, schrijft zij nadat ze het ook al eens bij de gemeente meldde. Die heeft het bordje inderdaad niet aangepast, blijkt bij navraag. "De buordsjes binne Frysktalich. Wy ha by de Fryske Akademy de skriuwwize tsjekt. In it Frysk is it Staversk. In it Staversk is it wol Staverse Jol", zo meldt de voorlichter." (LC, 09-10-2021) Waar in het verleden een gevarieerd en tolerant gebruik van de Friese taal de gebruikelijke cultuur was, daar hebben de taalgeleerden die het Fries willen behoeden voor uitsterven dus weer eens een kunststukje uitgehaald, heel systematisch redenerend, waar de mensen zelf helaas niets van begrijpen.
