Boeren scheepvaart

29 november 2019

Bij scheepvaart denken we in de eerste plaats aan vrachtschepen en vissersschepen, wellicht ook aan veerponten en rondvaartboten en tenslotte zelfs aan de pleziervaart. Door de jaren heen heeft er echter ook in waterrijke gebieden een boerenscheepvaart bestaan die onder de noemer 'scheepvaart' echter vrijwel onbekend is gebleven. Dat tuinders in Noord- en Zuid Holland hun waren met pramen en snikken vervoerden, is bekend. Maar dat boeren ook schippers konden zijn, dat is wennen. Jarenlang bestond het idee van twee soorten mensen: landbouwers die gehecht waren aan hun grond en varensgasten die als kosmopolieten over de wereld zwierven. In het Friese waterland waren de boeren echter tevens schipper. Dat is pas na de Tweede Wereldoorlog sterk afgenomen door het beleid van verkaveling van landbouwgrond en de ontwikkeling van het vervoer over de weg. Boerderijen stonden vaak op stukken land zonder verbinding met wegen. Op eilandjes waar je alleen met de boot kon komen. Het land van een boer lag daarbij verspreid over diverse kavels in het merengebied. Voor al het werk op het land, maaien van gras, het hooien, het brengen van de koeien naar de wei, het melken en vervoer van de melk en noem maar op, gebruikte de boer een grote schouw of een praam.

Pas rond de jaren zestig beschikten boeren door ruilverkaveling over een aaneengesloten stuk land rond de eigen boerderij. Vanaf dat moment hoefde hij dus niet meer zijn paard met de grasmaaier of hooischudder in de praam naar de diverse kavels te varen. De transport van melk werd overbodig door de opslag in koeltanks bij de boerderij, de mest verdween in de gierkelder. De zeilpraam als transportmiddel voor de boer had vanaf dat moment geen functie meer. Niet overal ging dat proces even snel. Op de foto uit de jaren zeventig (van Pieter Jilles Tjoelker) wordt het vee in de omgeving van Grouw nog in een praam over het water vervoerd. De boorden van de praam zijn verhoogd met een houten schot, het vee staat om en om dwars in de praam. De praam als boerenwerkschuit bij uitstek was in die tijd echter vrijwel overbodig geworden. Er werden geen nieuwe meer gebouwd. De laatsten roestten weg in een dichtgeslibt opvaartje bij de boerderij.....totdat watersporters ontdekten dat die scheepjes bijzonder snelle zeilers zijn. Pramen werden door particulieren opgekocht, gerestaureerd en van flinke tuigen voorzien, waarna er met deze scheepjes wedstrijden werden gevaren. De grote, snelle pramen wonnen meestal van de kleintjes, wat reden was om een nieuwe standaardpraam te ontwerpen en te bouwen waarmee als eenheidsklasse wedstrijden kon worden gezeild. Behalve de revival van het skûtsjesilen van de schippers kent Friesland dus ook een revival van de boerenzeilvaart in pramen.

 


 

Terug naar vorige pagina