Bot, botter, botst
8 april 2022

Foto's die gemaakt worden met een telelens vertekenen de werkelijkheid enigszins, maar dat maakt bijvoorbeeld bovenstaande opname niet minder spectaculair. Tien jaren geleden maakte de fotograaf de opname tijdens de Ansjooprace die de Stichting Urker Botter ieder jaar in de ansjoopvismaand voor bedrijven organiseerde. Ansjoop is ansjovis op z'n Urks. Op de foto niet de UK12 van de Stichting, maar een Bunschoter botter tijdens de wedstrijd. Wat het tuig betreft, heeft de botter naam gemaakt met zijn 'botterfok', lang voordat bij scherpe jachten de 'genuafok' populair werd. De botter heeft de mast relatief ver naar achteren staan en de enorme fok komt ook dan nog tot ver achter de mast. Bovendien sluit de onderkant van de fok mooi laag aan bij het potdek, de bovenkant van het boeisel. Er zit geen ruimte tussen de fok en de romp van de botter, wat een optimaal effect geeft aan de trekkracht van dat zeil. Het tuig als geheel is helemaal ingericht om te zeilen en geeft zo weinig mogelijk luchtweerstand door wanten en stagen zoals we die van scherpe jachten kennen. De zware mast wordt bijvoorbeeld zijwaarts niet ondersteund door verstaging. Die mast staat als een paal in 'het zeilwerk', de zware inhouten die moeten zorgen voor het dwarsverband, en hoeft niet met vele 'wanten' gesteund te worden. Alleen voor de fok is er een massief ijzeren voorstag aangebracht.
Dat levert een indrukwekkend plaatje op, maar is in de praktijk niet alleen voordelig. Afgezien van het gewicht van de mast, wat de stabiliteit nadelig beïnvloedt, is er voor de bemanning op dek niets om zich aan vast te houden. Het uitzicht naar voren is voor de roerganger bovendien heel beperkt. Dat was honderd jaar geleden op de Zuiderzee eigenlijk geen probleem, maar dat ligt in onze tijd anders. Die fantastische fok die zo laag over het dek gaat mag dan optimaal werken, hij zorgt er ook voor dat het uitzicht aan de lijzijde van de mast totaal verdwenen is. Een ruit in de fok zoals scherpe jachten hebben, is op een platbodem 'not done'. Dat is met de huidige drukte op het water echter gevaarlijk, zo niet onverantwoord. Je moet op een botter dus steeds een bemanningslid voor op de plecht hebben die voor de fok langs wel naar lij kan kijken en de stuurman informeert over tegenliggers, zeker als die over bakboord zeilen of tot de beroepsvaart behoren. De botter is wel eens het meest zeewaardige schip van de Zuiderzee genoemd, maar dat moeten we niet overdrijven. In de zeegaten tussen de Waddeneilanden, vroeger ook 'Zuiderzee', zijn helaas heel wat Zuiderzeebotters vergaan. Vooral door dat lage achterschip, zodat de golven gemakkelijk aan boord kwamen en de stabiliteit van het schip verminderden. Het grootste gevaar in de zeegaten was echter dat de botter met stormachtige wind binnen varend bij ruime wind dwars kon slaan door de zuiging in het golfdal en de stuwende kracht van de volgende Noordzeegolf. Zover laat men het tegenwoordig niet meer komen. Botterzeilen doe je nu voor je plezier. Zeilen met betalende gasten moet veilig blijven. De schipper past er daarom voor om reële risico's te nemen. Zeker met relatief onervaren bemanningen is onder normale weersomstandigheden zeilen met een botter al spannend genoeg.
