De schippersbeurs het einde
26 oktober 2020

Schippers van de binnenvaart waren altijd 'vrije' ondernemers die graag voor zichzelf zorgden. In de Eerste Wereldoorlog kwamen zij echter in de problemen, doordat een deel van het vervoer wegviel. Om de weinige vracht te verdelen over de vele schippers, organiseerden deze een 'schippersbeurs'. Die vrachtverdeling had nog geen wettelijke basis. Toen in de dertiger jaren de zeilschepen vervangen werden door grotere motorschepen, werd onbedoeld ook de vervoerscapaciteit van de binnenvaart vergroot, terwijl door de economische crisis het aanbod van lading terugliep. Opnieuw ontstond er een ongemakkelijk verschil tussen de vervoerscapaciteit van de binnenvaart en het aanbod van vracht. In 1933 werd daarom de Wet Evenredige Vrachtverdeling aangenomen. Binnenvaartverladers waren verplicht hun lading aan te bieden aan een regionale schippersbeurs waar schippers op volgorde van aanmelding (bulk)lading kregen aangeboden. Tussen schippers werd daarmee de concurrentie opgeheven. Ze meldden zich bij de beurs, kregen een nummer, en konden wachten op hun beurt.
Op de foto staan schippers te wachten bij de beurs van Amsterdam. De wet was bedoeld als tijdelijke maatregel, tot 1938, maar van die tijdelijkheid kwam niets terecht. De schippers hadden er een groot belang bij deze regeling te handhaven. Economisch gezien werd daar anders over gedacht. In feite hield de wetgever hiermee een situatie bij de binnenvaart in stand van te veel laadcapaciteit. Eigenlijk moest er gesaneerd worden. Bijvoorbeeld met een sloopregeling om de oude, te kleine schepen uit de markt te halen. Dat kost echter geld en dat wilde de regering niet betalen. Dus bleef iedereen varen, maar werd het voor innovatieve schippers absoluut onaantrekkelijk te investeren in vernieuwing, want met hun nieuwe, dure schip mochten zij gewoon achter aansluiten in de rij voor de schippersbeurs. Zo verdien je een investering niet terug. De wal keerde echter het schip. Niet iedereen was verplicht via de beurs lading te regelen. Eigen vervoerders konden bijvoorbeeld hun gang gaan. Als een verlader eigen schepen had, was hij vrij die te gebruiken voor het vervoer van zijn lading. Grote verladers schaften zich zo'n dertig jaar geleden zelf duwbakken aan en voeren vrij en blij de schippersbeurs voorbij met hun lading. In 1993 werd er nog actie gevoerd om de schippers beurzen in stand te houden, maar het was voorbij. De regeling van toerbeurten werd in 1998 formeel afgeschaft. Het uitsluiten van concurrentie was ook allesbehalve een goed idee. Een binnenschipper die in Stavoren op de werf stond bij de Volharding verdedigde de beurs bij de werfbaas, maar die kwam met een tegenvoorbeeld: "Wat zou je ervan vinden, als alle scheepswerven zich organiseerden via regionale beurzen en jij als schipper bij zo'n beurs een nummer moest trekken en na verloop van tijd dan te horen kreeg naar welke werf je mocht varen voor je reparatie aan het schip?"
