Havenstad Almelo

1 maart 2021

Bij Almelo denk je natuurlijk niet direct aan scheepvaart en havendrukte. Toch is dat gedurende zo'n honderd jaar wel zo geweest. In 1830 scheidde België zich af van Nederland en was voor ons land meteen de textielindustrie verdwenen die we nodig hadden. De Nederlandsche Handels Maatschappij stelde daarom voor in Twente een eigen textielindustrie tot ontwikkeling te brengen. De arme boerenbevolking was er vertrouwd met het spinnen en weven van schapenwol en stelde geen hoge financiële eisen. In het midden van de 19e eeuw kwam zodoende in steden als Almelo, Hengelo en Enschede een bloeiende textielindustrie tot ontwikkeling. Almelo werd in die tijd door het graven van het Overijsselskanaal verbonden met de veengronden van zuidoost Drenthe en via de afslag bij Vroomshoop met Zwolle. Die verbinding was belangrijk. De spinnerijen en weverijen werden fabrieksmatig georganiseerd. De machines werden bij iedere fabriek aangedreven door een centraal opgestelde stoommachine in een groot ketelhuis, met een hoge schoorsteen. De drie Twentse fabriekssteden kenmerkten zich tot het midden van de vorige eeuw door een woud van rokende fabriekspijpen. De vele arbeiders die nodig waren, kwamen niet alleen van de arme Twentse zandgronden, maar ook uit de veenderijen uit het noorden. De verbinding met zuidoost Drenthe was nodig voor de aanvoer van grote hoeveelheden turf die nodig waren om de stoommachines aan de praat te houden. 

Op de foto worden de turfschepen gelost in de nieuwe havenkom die in 1885 in het centrum van Almelo was aangelegd. De Hagengracht die stromend water vanaf het kasteel Huize Almelo afvoerde, kwam hier op uit. Aan die later gedempte Hagengracht heb ik eind jaren zestig een paar jaar mogen wonen in een oud pand. De haven was toen ernstig in verval geraakt. Het merendeel van de textielfabrieken had de tijd niet overleefd. Alleen Ten Cate had zich weten te handhaven dankzij productvernieuwing. Het Overijsselskanaal was er in die jaren nog wel met het Scheepvaarthuis, waar je gewoon in dat droge Twentse land alles kon krijgen op scheepvaart- en watersportgebied. De haven bij de markt heeft nu geen functie meer. De zijtak van het Twenthekanaal van Wiene naar Almelo, die in 1939 gereed kwam, is veel belangrijker geworden door de schaalvergroting bij de binnenvaart. Die grote schepen blijven bij de haven van het industrieterrein, ver weg uit het centrum van het voormalige textielstadje, maar ja, dat is in Rotterdam niet anders gegaan. En in Almelo..., ja, ook daar is altijd wat te doen.... zo dichtte Herman Finkers.

 


 

Terug naar vorige pagina