Het einde van de watersport?
15-12-2025
De indrukwekkende groei van de watersport vanaf de zestiger jaren is vooral te danken aan de huidige ‘babyboomers’. Die naoorlogse generatie zorgde, na een aanvankelijk moeizaam begin, in de loop van de zestiger jaren voor deze ontwikkeling. Dankzij toegenomen welvaart, meer vrijetijd, een hogere scholingsgraad en hogere lonen. De snel groeiende belangstelling voor ‘rond en plat’ in die jaren was onverwacht, maar paste in die ontwikkeling.
Einde van de groei
Die opmerkelijke groei is echter voorbij. De laatste jaren verschuift de watersport van zeilen en zeiltochten maken naar sloepvaren op een mooie dag. De babyboomgeneratie is op dit moment met pensioen en zal geleidelijk uitsterven. Dat is niet anders. Interessant is, wat daarna lijkt te gebeuren. Daar geven de jonge mensen van dit moment reeds de nodige signalen over af. Bijvoorbeeld dat zij over de hele wereld willen reizen en de grote cultuursteden willen bezoeken. Het idee een eigen jacht te bezitten en daar tijd en geld aan te besteden met liggelden en onderhoud en daarmee bovendien hun vakanties voor een deel vast te leggen vanwege dat (zeil)schip, spreekt een kosmopolitisch georiënteerde generatie niet aan. Als ze willen zeilen, huren ze wel een boot.
Maar wat als de toekomst er heel anders uitziet dan het heden? De Nederlandse bevolking is de afgelopen jaren ietwat verrassend gegroeid naar meer dan 18 miljoen mensen. De babyboomers haken af en zorgen de komende jaren voor krimp. Voor het eerst hadden zij gemiddeld minder kinderen dan voorgaande generaties. De jonge mensen van tegenwoordig leven in een heel andere samenleving dan hun ouders. Dankzij diezelfde ouders overigens. Nieuwe generaties denken niet meer primair vanuit gezinsverbanden. Zij zijn opgevoed en hebben zich ontwikkeld als ‘onafhankelijke’ individuen, alsof mensen niet door en door sociale ‘dieren’ zijn die afhankelijk van elkaar zijn. De overheid (bestaande uit babyboomers) dwong de bevolking daarbij met zachte maar onverbiddelijke hand met fiscaal beleid (afschaffing van het kostwinnerschap bij gezinnen), het stimuleren van vooral meisjes om te studeren om alleen voor jezelf te kunnen zorgen, en het bijna onmerkbaar, want geleidelijk, verlagen van de netto lonen door steeds hogere belasting- en premiedruk, waardoor het tweeverdienersmodel een financiële noodzaak werd om ergens te kunnen wonen. Vooral jonge mensen met goede banen zien voorlopig af van het krijgen van kinderen om hun carrièrekansen niet te schaden. Bij de millennials (de huidige jonge mensen van 30-40 jaar) zijn er zelfs, die absoluut geen kinderen willen, omdat die ‘een inbreuk betekenen op hun favoriete leefwijze’. Dat laatste lijkt me een wat kortzichtige opvatting.
Om de omvang van de bevolking gelijk te houden, moeten vrouwen gemiddeld 2.1 kinderen krijgen. Op dit moment is die vruchtbaarheid gemiddeld ongeveer 1.4 kind per vrouw, met een dalende tendens. Dat zal geweldige consequenties krijgen. Als de babyboomers zo rond 2050 uitgestorven zijn, komt de krimp van de bevolking in een versnelling. In vrij korte tijd zal de Nederlandse bevolking met ruim 25% afnemen en minder dan 15 miljoen mensen bedragen. Dat lost in één klap vele problemen op, maar de bevolkingsopbouw blijft daarbij zeer onevenwichtig. Veel ouderen en maar weinig jongeren. Die demografische ontwikkeling zal ook de watersport in het hart raken. Wat de afgelopen 70 jaren is opgebouwd op watersportgebied, zal economisch niet langer kunnen renderen. Immers, wie heeft er nog tijd en geld genoeg om zich met watersport bezig te houden? De weinige jongeren krijgen te maken met langere werkweken en lagere netto lonen om het land draaiende te houden, terwijl de ouderen wat langer economisch actief moeten blijven, waarbij de hoogte van vooral de AOW (als omslagstelsel opgebracht door de jongeren) ter discussie komt te staan. Wie van de ouderen is dan nog in staat of gemotiveerd om zijn boot te onderhouden en ermee te varen? En wie van de jongeren?
Ondergang als noodlot
Oswald Spengler schreef in 1917 zijn beroemd geworden boek ‘Der Untergang des Abendlandes’. Een dik boek van 1200 pagina’s over de wereldculturen, met als eindproduct de cultuur van Europa als avondland. Een cultuur waar volgens hem de zon ondergaat en de nacht volgt. Dat proces van fundamentele verandering is inderdaad al ruim een eeuw herkenbaar. Alleen interpreteren we het niet als culturele ondergang, maar als een vanzelfsprekende sociale ontwikkeling. Nu worden we in onze situatie bovendien geconfronteerd met de sociaal-economische gevolgen van maatschappelijke veranderingen die (door ontbreken van historisch besef) ervaren worden als verbeteringen, zoals het ‘onafhankelijk’ worden van het individu, alsof dat mogelijk is.
Voor ‘rond en plat’ is dat extra bedreigend, omdat nationale tradities (die immers nauw verbonden zijn aan het varen met platbodems), door kosmopolieten al snel gezien worden als uitingen van ongewenst nationalisme en erger. In breder verband gezien, dreigt de watersport in Nederland zoals wij die nu kennen door de komende demografische ontwikkelingen echter in zwaar weer te geraken.