IJsseldelta
24 september 2019

Ook voordat de Zuiderzee in 1932 werd afgesloten, bestonden er schoolplaten voor aanschouwelijk onderwijs. Bovenstaande plaat van de IJsseldelta toont het noordelijk deel van Kampen met de arme wijk Brunepe, waar na de ontruiming van Schokland veel Schokkers gehuisvest werden. Voor mij is op deze plaat vooral de IJsseldelta interessant. De IJssel vertakt zich bij Kampen spontaan en vormt delta's in het Kampereiland. Dat liet men blijkbaar zo gebeuren, de wereld hield daar immers min of meer op te bestaan. Op dit moment ziet dat er echter heel anders uit. De grote aftakking aan de rechter zijde op de plaat is het Ganzendiep. Wie daar nu komt, volgt de weg die na de oorlog is aangelegd van IJsselmuiden door het Kampereiland naar de brug bij Ramspol over het Zwartemeer, om daarna 'de Noordoostpolder in te duiken'. Bij de brug over het Ganzendiep, naast de bekende jachtwerf van Kroes, is na de oorlog een eenvoudige sluis aangelegd met hefdeuren. Dit vanwege de wisselende waterstanden op de rivier en het nieuwe 'Zwartemeer'. Bij harde westenwind wordt het IJsselmeerwater opgestuwd in het Zwartemeer en staat het in het Ganzendiep hoger dan in de IJssel. Bij hoog water van de IJssel is dat omgekeerd.
Voor watersporters is het Ganzendiep met verderop het stroompje De Goot prachtig water, maar helaas is het sluisje met zijn hefdeuren een obstakel. Bij normale waterstand in de zomer is de doorvaarthoogte iets minder dan vijf meter. Bij hoog water van de rivier is dat uiteraard minder. Dat betekent voor zeiljachten maststrijken. De Goot kwam voor de afsluiting van de Zuiderzee als aftakking van de IJssel ook gewoon in de zee uit. Na de afsluiting is er een verbinding gegraven van de Goot naar het Zwartewater (de Vecht) even ten noordwesten van Genemuiden. De voormalige Zuiderzee is daar immers veel te ondiep voor de meeste schepen. Dat de opstuwing van water door de wind ook na de afsluiting van de Zuiderzee voor problemen kan zorgen, is de reden dat in 2002 bij Ramspol een unieke balgstuw is aangelegd. Bij harde noordwestenwind wordt de rubberen stormvloedkering opgeblazen tot tien meter hoogte, om zo effectief te voorkomen dat het IJsselmeerwater het Zwartemeer in waait en voor overstromingen zorgt in de Kop van Overijssel. Voor diepstekende kieljachten is het Zwartemeer vooral bevaarbaar in de vaargeul, maar met een ondiepe zeepunter blijkt het hele oppervlak bevaarbaar te zijn, net zoals voorheen de vissers en biezensnijders met punters in staat waren daar hun nering uit te oefenen. Vroeger werden schepen bij de bouw aangepast aan het bestaande vaarwater. Tegenwoordig wordt een schip ontworpen in een abstracte omgeving en moet vervolgens het vaarwater aangepast worden.
