Kluizenaarswoning
26 juni 2019

De noordelijke haven van Schokland, Emmeloord, werd aan het einde van de 19e eeuw ingericht als vluchthaven voor de vrachtvaart en de visserij. Het eiland wilde na de ontruiming van 1859 niet in de zee verdwijnen, dus moest het maar weer een functie krijgen. Rechts op de foto de woning van de eerste havenmeester en links het gebouwtje waar de misthoorn op was geplaatst. Daar tussen stond nog een lichtopstand (sinds enige jaren staat er een replica) en de woning van de tweede havenmeester met aan de haven een houten gebouwtje voor de visafslag. De misthoorn is van het dak verwijderd. Daarbinnen is het nu kaal, een vierkant hokje, een soort isoleercel.
Omstreeks 1940, toen Schokland nog een eiland was, werd die ruimte in de zomer echter wel eens bewoond en wel door een schrijver van streekromans over Overijssel: Aar van de Werfhorst (1907 - 1994). Om rustig te kunnen schrijven, zocht hij de eenzaamheid en vond die onder meer op Schokland, waar hij kon werken en bivakkeren in het gebouwtje van de misthoorn. Maar, wat comfortabeler, ook in de oude pastorie op Ens. Simon Vestdijk schreef zijn romans met continu de stofzuiger aan, omdat dit aanhoudende, monotone geluid hem minder stoorde dan de onverwachte geluiden van het maatschappelijk leven. Hij had een voorbeeld kunnen nemen aan Aar van de Werfhorst. Die zat rustig, in volstrekte stilte, op een eilandje in de Zuiderzee te werken.
