Kunstwerk

22 februari 2021

Eén van de interessantste sluizen van Nederland is het sluizencomplex Het Katerveer bij Zwolle. Op de plek waar de Zwolse schans in de 16e eeuw tot aan de IJssel kwam, was reeds in de middeleeuwen een veerpont voor wie naar de overkant wilde. Dat was zo'n 4 kilometer buiten de vestingstad Zwolle. Die Hanzestad was met een verbindingskanaal, de Nieuwe Vecht, verbonden met het riviertje de Vecht. dat tot in de 19e eeuw druk bevaren werd door vrachtscheepjes. Een verbinding met de veel grotere rivier de IJssel werd door de eeuwen heen tegengewerkt door de Hanzesteden Kampen en Deventer, die dat als een bedreiging zagen voor hun eigen handelspositie aan deze rivier. Zwolle lag oorspronkelijk dus niet aan de IJssel, maar aan de Vecht. Dat veranderde in de 19e eeuw dankzij Lodewijk Napoleon, die Zwolle toestemming gaf een verbinding met de IJssel aan te leggen en vervolgens aan de ondernemende koopman-koning Willem I, die het opgestarte project liet voltooien, nadat keizer Napoleon het werk eerder stil had laten leggen. Zwolle werd begin 1800 met een kanaal, de Willemsvaart, verbonden met de IJssel. Voor de aansluiting op de rivier was uiteraard een sluis nodig, die genoemd werd naar de locatie ter plaatse: het Katerveer. Op bovenstaande foto uit 1910 zien we een praam en twee tjalkjes in de kleine sluis, die gereed kwam in 1819. Links van deze sluiskolk ligt de grote sluis uit 1873, met de dubbele brug. 

Dit sluizencomplex heeft gefunctioneerd tot 1964. Toen kwam iets meer stroomafwaarts het Zwolle-IJsselkanaal gereed met de Spooldersluis, waardoor ook grotere schepen een snelle verbinding kregen met het industriegebied bij het Zwartewater. Vanaf 1961 heb ik me een paar keer door het oude Katerveer laten schutten. Een heel bijzondere sluis, een waar kunstwerk in waterstaatszin, maar niet aantrekkelijk om op te schieten, want je moest door de vaart naar de stadsgracht, diverse bruggen passeren om tenslotte het Zwartewater te bereiken naar Hasselt en verder. Het was voor ons aantrekkelijker over de IJssel via Kampen te varen, zowel heen als terug. Na de opening van het Zwolle-IJsselkanaal kon de Willemsvaart voor een deel gedempt worden, zodat er ruimte kwam voor het autoverkeer. De sluizen van het Katerveer hadden ook geen functie meer. Ze werden nauwelijks nog onderhouden, zodat ze in verval raakten. Het slopen van het complex werd om historische redenen afgewezen. De grote sluis werd in de zeventiger jaren afgedamd en voorzien van een gemaal. Het werd een spuisluis voor het Waterschap. In 1988 werd het oude gedeelte geheel opgeknapt. De kleine sluis werd in 1995 gerestaureerd en opengesteld voor de pleziervaart. Nu zijn deze sluizen een Rijks Monument. Pleziervaart kan de kleine sluis nog steeds passeren om in het beschutte, niet stromende water van het overgebleven stukje Willemsvaart een rustige ligplaats vinden in de passantenhaven. Bij het openen van de Spooldersluis in 1964 was iedereen enthousiast over deze vooruitgang, maar al spoedig bleek vooruitgang tevens een keerzijde te hebben die niet altijd als positief wordt ervaren. Wat verloren ging, was de charme van de oude sluis.

 


 

Terug naar vorige pagina