Monument
25 september 2020

Sommige schepen worden bij een groter publiek zo gewaardeerd, dat er ook na meer dan een halve eeuw, terwijl het schip al decennia eigenlijk uit de vaart is, toch met warme gevoelens op terug wordt gekeken. Zo'n schip is de 'Friesland' die rederij Doeksen op Terschelling in 1956 in de vaart bracht als veerboot tussen Harlingen en Terschelling. In december 1955 werd ze te water gelaten in Alphen aan de Rijn, bij de scheepswerf van Peter de Vries Lentsch, zoon van de legendarische scheepsbouwer Gerard de Vries Lentsch uit Amsterdam. De werf in Alphen a/d Rijn was een filiaal van de Amsterdamse werf. De te water lating was een avontuur op zich. Bert van Heukelom schrijft in zijn boek over de 'Koningin van de Waddenzee' hoe dit maar kantje boord goed afliep: "Er is vóór die tijd nog nooit zo’n groot schip gebouwd op de werf in Alphen a.d. Rijn en bij de doop van het schip in december 1955 is het dan ook reuze spannend.
De Oude Rijn is daar niet al te breed en het lijkt dan ook alsof er een reus in een badkuip moet baden. Als het schip met steeds meer snelheid richting water glijdt, breken twee kabels, die de vaart moeten remmen, als touwtjes af. De Friesland plompt te water en vaart wild schommelend achterwaarts, waarbij ze het zware anker, dat wordt uitgegooid, met zich meesleurt. Na 50 meter komt de boot tot rust en blijkt dat er, afgezien van een paar afgerukte boomtakken, gelukkig geen ongelukken zijn gebeurd. Maar spannend was het wel…". Deze Friesland heeft dienst gedaan tot 1988. In 1989 werd ze opgevolgd door een moderne veerboot met dezelfde naam, maar een heel ander uiterlijk. Met de nieuwe Friesland kunnen uiteraard veel meer toeristen vervoerd worden en bovendien zijn er twee dekken voor het vervoer van auto's. Daar had de ontwerper van de oude Friesland geen rekening mee gehouden. Het is eigenlijk een wonder dat deze oude dame het zo lang heeft volgehouden, aangezien het toerisme naar Terschelling in de tachtiger jaren ook al aardig uit de hand ging lopen. De oude Friesland was in de vijftiger jaren niet alleen functioneel, maar ook mooi en dat laatste is ze gebleven. Er is steeds een sentiment blijven bestaan dat zo'n fraai schip niet zomaar gesloopt kon worden. Nu is ze al enige jaren een Varend Monument en dat ben je niet zomaar, dat moet je ook verdienen. Ze voer enige tijd vanuit Zierikzee met dagjesmensen over de Oosterschelde en wordt de laatste jaren ingezet vanuit Enkhuizen, weer met dagjesmensen, voor een tochtje over het IJsselmeer naar Medemblik. Lang niet zo heroïsch als de vaart over de Waddenzee, maar beter zo dan helemaal niets.
