Netjes stranden
12 januari 2019

Hendrik W. Mesdag schilderde in 1893 Scheveningse platboomde vissersschepen, bommen genoemd, die wegens het ontbreken van een vissershaven bij Scheveningen gewoon het strand opvoeren en daar over rollende boomstammen met paarden naar de duinen werden getrokken. Zolang er geen zware storm met hoog water was, lagen ze daar veilig. Dat varen naar het strand was veel lastiger dan je zou denken. De schepen hebben geen kiel en zullen dus niet scheef vallen, maar ze moeten wel netjes recht op de kust afkomen en bovendien achterstevoren, zodat ze later met de kop vooruit naar de zee kunnen worden getrokken. Bij rustig weer is er geen probleem, maar bij wind en golven wel.
In de branding heeft een zeilschip de neiging dwars te slaan en dan is omslaan in de golven niet denkbeeldig. Dat dwarsslaan wordt veroorzaakt door de waterbeweging. Golvend water staat vrijwel stil. De golven bestaan uit ronddraaiende waterdeeltjes. De top van een golf stuwt vooruit, maar in het golfdal trekt het water weer terug. Een schip dat voor de wind door de branding vaart, wordt ingehaald door een golf die het schip van achteren vooruit drukt, terwijl tegelijkertijd de voorkant van het schip in het dal ligt waar het water terugstroomt. Om dit dwarsslaan (vaak gevolgd door omslaan) te voorkomen, gebruikte de beroemd geworden Captain Voss een zee-anker. Dat is een tuitvormige zak van zeildoek die open wordt gehouden door hoepels en achter de boot wordt voortgesleept. Dat anker voorkomt dat de golftop het schip vooruit kan stuwen. Het schip blijft daarmee in de branding, maar ook gewoon op zee bij storm, op koers. De Scheveningse vissers konden dat in 1893 nog niet weten, want Captain Voss zeilde met zijn Indiaanse kano begin 1900 om de wereld. De vissers proberen hun bommen netjes te laten stranden door de schepen te geleiden met lange lijnen. Bommen waren slechte zeilers en alleen maar zeewaardig omdat ze als een willoze boei op de golven dobberden. Als je geen vaart maakt, gebeurt er op zee niets met je schip zolang je niet omslaat of overspoeld wordt. Je waait gewoon naar lagerwal en daar....wil je niet zijn.
