Nieuwe Tjet Rixt uit 1886
5 oktober 2020

De oudste nog varende boeier van Nederland, de Tjet Rixt uit 1838, is waarschijnlijk helemaal niet zo oud. Velen beweren dat het schip in 1843 is gemaakt bij Eeltje Taedzes Holtrop in IJlst, maar daarvan is in de werfboeken van Holtrop niets terug te vinden. Wel bouwde hij een boeier met ongeveer de maten van de Tjet Rixt in het jaar 1838, maar was dat schip de huidige Tjet Rixt? Dat schip uit 1838 werd waarschijnlijk vanaf 1843 gebruikt door Lambertus van der Feer uit Sneek, die zijn schip de Uitspanning noemde. Toen Van der Feer in 1884 overleed, was zijn boeier 46 jaren oud. Het is onbekend wat er na het overlijden van Van der Feer met dat schip is gebeurd. Wel weten we, dat vanaf 1886 Mr. Jan Minnema Haersma de With uit Leeuwarden met een ongeveer net zo grote boeier, de Friesland, wedstrijden zeilde. Op de foto is deze boeier te zien met de zetschipper Gurbe Reitsma aan het roer en de eigenaar Minnema de With, met hoed, bij de roef. Deze foto is gemaakt in 1886 bij de Tynje in Leeuwarden.
Tot dusverre is steeds gedacht dat Minnema de With dit schip had overgenomen uit de boedel van Van der Feer, hoewel daar geen enkel bewijs voor is. Deze fraaie boeier kwam in 1909 in bezit van de krantenman Jacob Hepkema uit Heerenveen die het schip de Tjet Rixt noemde (naar zijn dochter en echtgenote). Een halve eeuw later werd gepoogd de geschiedenis van Friese ronde jachten vast te leggen en zo kwam het, dat de oude Tjet Rixt van de Hepkema's gekoppeld werd aan de Uitspanning van Van der Feer en daarmee de oudste boeier van Nederland werd die nog in de vaart is. Een mooi verhaal, maar klopt het ook? Soms komen als bij toeval feiten naar boven die een algemeen aanvaarde geschiedenis lijken te weerleggen. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is dat natuurlijk het mooiste wat je kunt hebben. Simon Schermerhorn uit Leeuwarden doet onder meer onderzoek naar schepen die gebouwd zijn op de oude Croleswerf in IJlst en van hem kreeg ik een verrassend bericht. Verrassend om twee redenen. Op die werf van Croles waren voor zover bekend twee ronde, houten jachten gebouwd, de grote boeier Noordster en een Fries jachtje. Simon vond echter een advertentie, waaruit blijkt dat er nog een derde houten jacht is gebouwd en wel een grote boeier, die volgens die advertentie in 1886 bij Croles te water werd gelaten voor de heer Gurbe Reitsma. Die Gurbe Reitsma, dat was wellicht de zetschipper van Mr. Jan Minnema Haersma de With. Die grote boeier Friesland waarmee Reitsma met zijn schipper Minnema de With wedstrijden zeilden. Die zou dus in 1886 gebouwd zijn en wel bij Croles in IJlst. De koppeling met de boeier Uitspanning van de Sneeker apotheker Van der Feer had dus helemaal niet gemaakt mogen worden. Hoe de Uitspanning eruit zag en waar die is gebleven, dat weten we niet. Wel weten we, dat de Friesland in 1909 gekocht is door de krantenman Jacob Hepkema en de naam Tjet Rixt kreeg. Als dat nieuwe gegeven inderdaad klopte, dan kon dat bijzondere verhaal dat de grootvader van Eeltje Holtrop van der Zee dit schip lang geleden gebouwd zou hebben, gewoon de prullenbak in! Dat is echter te impulsief gedacht. Bij nadere analyse blijkt de Gurbe Reitsma uit Sneek die in 1886 een boeier bij Croles kocht een ander te zijn dan de Gurbe Reitsma die de zetschipper was op de boeier van Jan Minnema de With uit Leeuwarden. Wat een historische doorbraak leek, bleek een lege dop te zijn.
Reactie van Simon Schermerhorn
Dit artikel van Dirk Huizinga is inmiddels gedeeltelijk achterhaald. De resultaten van mijn verdere onderzoek staan beschreven in het artikel “Boeier Tjet Rixt bij Van der Meulen” in Spiegel der Zeilvaart november 2020).
Er is (zoals Huizinga schrijft) geen sprake van 2 mannen met de naam Gurbe Reitsma, maar er is sprake van 2 boeiers met de naam 'Friesland' (Zie ook Tijdschrift Nederlandsche Sport 1888 nummer 301: Lijst van Botters, Hoogaartsen, Boeijers en Open Booten (Tjotters).
Wie op de foto aan het roer staat is onbekend, maar het is vast niet Gurbe Reitsma. De fabrikant van zilverwerken Gurbe Reitsma uit Sneek was een vermogend man, die in 1886 zijn eigen boeier 'Friesland' liet bouwen.
De slotzin van het artikel van Dirk Huizinga (“Wat een historische doorbraak leek, bleek een lege dop te zijn”) krijgt hierdoor een geheel andere wending. De ontdekking van een tot nu toe onbekende grote Friese boeier is veel meer dan een ‘lege dop’.
Simon Schermerhorn

