Ooit de laatste
8 juni 2019

In het magazine Smelne's Erfskip, een tijdschrift over de cultuurhistorie van Smallingerland, verscheen in juni 2019 van mijn hand een artikel over de klipper 'Nicolaas Mulerius' van de Groninger Studenten Zeilvereniging Mayday (GSZ). Bovenstaande foto van Hajo Olij siert het binnenblad. Voor de tekst mocht ik gebruik maken van de publicatie die de GSZ in 2006 uitbracht bij het honderd jarig bestaan van de klipper. Het schip is voor Smelne's Erfskip interessant, want het is het grootste schip dat gebouwd is op de werf van Haicke Pieters van der Werff aan de Langewijk in Drachten. Ruim 23 meter lang was de Emanuel van schipper Sake Hoogeveen en langer kon ook niet, want dan zou het schip vanwege de krappe, haakse bochten in de smalle Dwarsvaart van Drachten nooit het open water kunnen bereiken. In 1931 werd de klipper verlengd met 2.50 meter en in 1933 werd een hulpmotor ingebouwd van 22 pk. Het schip bleef als vrachtschip in de familie en werd tot 1984 door Sakes zoon Jelle als zeilend vrachtschip met hulpmotor gebruikt. Thuishaven Drachten.
In de zeventiger jaren werden veel van deze schepen gesloopt of omgebouwd tot charterschip. Jelle was in 1977 met zijn nog originele zeilklipper Emanuel 'de laatste zeilende vrachtvaarder van Nederland'. De televisie besteedde daar aandacht in in het programma 'Van Gewest tot Gewest'. Na het overlijden van Jelle in 1989 ging de klipper over naar de recreatievaart. De architect Teun Koolhaas kocht de klipper, liet het schip verbouwen en ontwierp een nieuw zeilplan. In 2002 nam de GSZ de klipper over van Koolhaas. De aanschaf werd financieel mogelijk gemaakt door de Rijks Universiteit Groningen, vandaar het wapen in het grootzeil. Als vlaggenschip van de RUG werd de klipper omgedoopt als Nicolaas Mulerius, die begin 1600 onder meer zeevaartkunde doceerde in Groningen.
