Oudste ijzeren vrachtschepen
6 maart 2020

In de tweede helft van de 19e eeuw werden voor het eerst in Nederland vrachtschepen niet langer van hout, maar van ijzer gemaakt. Heel bekend zijn natuurlijk de ijzeren tjalken, klippers en skûtsjes die omstreeks 1900 zijn gebouwd en nu nog in de vaart zijn als charterschip of wedstrijdskûtsje. Iets ouder zijn de ijzeren stevenaken die gemaakt zijn voor de vaart op de rivieren. Die zijn gebouwd vanaf ca. 1870 en vervingen de houten heve-aken. Een heve-aak is een vrachtschip waarvan het vlak, de bodem van het schip, aan de voor- en de achterzijde omhoog loopt, de heve, zoals bijvoorbeeld ook bij een vlet het geval is. Heel bekend waren de Dortense aken. Grote, overnaads gebouwde heve-aken uit de omgeving van Dordrecht, die vracht vervoerden over de rivieren. Dat soort schepen werd opgevolgd door de ijzeren stevenaken. Een nieuw type aak dat voorzien was van een steven in plaats van een glad, oplopend vlak voor en achter. Op de foto een fraaie stevenaak met een kenmerkende S-vormige kont, 'gepiekt' gebouwd. Als het schip leeg is, eindigt de waterlijn achter mooi scherp in een punt, waardoor het water gemakkelijk loslaat. Bij een geladen schip is dat minder belangrijk, want dan vaart de aak langzamer.
Van dit soort aken zijn er zo'n vijftig gemaakt, vooral op de werf van Johan Jonker in Kinderdijk. Op dit moment varen er van die vijftig nog een tiental als charterschip. Er zijn mensen die zo'n stevenaak eigenlijk geen echte aak vinden, omdat deze 'aken' een steven hebben. Alleen de heve-aken zouden echte aken zijn. Een Hasselter aak (zonder voorsteven) heet voor die mensen dus terecht een aak. Die discussie over namen vind ik echter niet zo interessant. In Friesland worden rond gebouwde vissersschepen 'aak' genoemd. In het noorden van Friesland, bij Wierum/Moddergat, noemden de vissers in de 19e eeuw hun schokkers Wierumeraken. De Rijnaken uit de 20e eeuw waren grote zeilkasten of sleepkasten om vracht te vervoeren van Rotterdam naar Duitsland. Die waren allemaal voorzien van een voorsteven. De namen van scheepstypen verschillen per streek en veranderen in de tijd. Het belangrijkste is, dat de mensen die ermee varen, weten waar ze het over hebben als ze die benamingen gebruiken. Om met de Belgische filosoof Leopold Flam te spreken: 'Een woord is een teken, het wijst naar veel. Het komt erop aan die veelheid van de werkelijkheid niet te verpletteren.'
