Pech
2 maart 2018

Tijdens het interbellum was er in Friesland nog steeds sprake van 'zeilende vrachtvaart'. De bekende Friese skûtsjes waren gemaakt om mee te zeilen en hadden niet de ruimte om een dieselmotor in te laten bouwen. Deze schippers 'leefden van de wind'. Het was vrije vrachtvaart, waarbij de schipper woonde op het schip en geen woning aan de wal had. Met skûtsjes werden vooral bulkgoederen vervoerd: mest, terpaarde, aardappelen, turf. Vooral bij een lading terpaarde of mest lag het schip diep in het water. Voor de winter trokken de skûtsjeschippers naar de steden om daar in de stadsgrachten te overwinteren.
Op de foto liggen twee skûtsjes voor de kant en daar achter een zeiltjalk. De schippers van de skûtsjes hebben pech. Zij slaagden er niet in hun lading te lossen toen het ging vriezen. Noodgedwongen liggen zij met een geladen schip aan de Emmakade ZZ in Leeuwarden te wachten op de dooi. De leefruimte voor de schipper beperkt zich tot het roefje van 2.5 x 2.5 meter. Hij slaapt met de schipperse in een kooi onder het achterdek. Voor de mast is het onderkomen van de knecht bij het touwwerk. Een schril contrast met de ruimte in de fraaie herenhuizen op de kant.
