Rijnaken

15 oktober 2021

De naam 'rijnaak' voor een vrachtschip op de Rijn is in brede kring gemeengoed geworden voor alles wat aan vrachtschepen op de Rijn vaart. In werkelijkheid wordt met die naam echter een sleepkast bedoeld die samen met andere rijnaken in een lange rij door een sleepboot werd voortgetrokken. Rijnaken hadden zelf geen motor. Ze waren voor de vaart volledig afhankelijk van sleepdiensten. Die waren er in de vorige eeuw dan ook volop. Tot ver in de jaren dertig waren dat vooral stoomsleepboten en daarna tot in de jaren vijftig ook sleepboten met een scheepsdiesel. Die scheepsdiesel werd tevens het einde van de klassieke rijnaak. Met de scheepsdiesel werd het mogelijk vrachtschepen te voorzien van een eigen voortstuwing, anders dan als zeilschip, zodat de schippers op economische wijze zelfstandig konden varen. Die overgang naar gemotoriseerde vrachtschepen op de Rijn betekende een enorme verandering in werk en leven bij de binnenvaart. Op de foto zien we van boven twee sleepkasten in de haven van Rotterdam omstreeks het jaar 1939. Het leven aan boord was zeer eenvoudig. Er was door het ontbreken van een scheepsmotor uiteraard geen elektriciteit aan boord. De schipper en zijn gezin leefden er in volstrekte stilte. Anders dan tegenwoordig aan boord was er geen permanente brom van een draaiende machine of generator. Uit zichzelf kan de schipper zijn sleepkast niet verkassen. Iedere rijnaak had daarom een vlet, sloep of Hollandse boot om roeiende mee aan de kant te kunnen komen als de aak ergens op stroom geankerd lag.

Het werk van de schipper tijdens het slepen moet ook niet onderschat worden. Een rijnaak was uitgerust met een groot roerblad om het schip tijdens het slepen op koers te houden. Dat roer werd bediend met een horizontaal liggend stuurrad, zodat de schipper veel kracht kon zetten. Er was immers geen sprake van enige vorm van stuurbekrachtiging anders dan het relatief grote stuurrad met spaken dat met de hand bediend werd. De schipper zelf werd beschermd tegen overboord glijden met een rondlopende balustrade. Het huiselijk leven aan boord had ook zo z'n beperkingen. De schipperse doet de was met wat emmertjes water. Om geen geklieder aan boord te hebben, hangt de wasbak buitenboord aan de reling. Voor ons heeft zo'n plaatje een zekere charme en voor de schipperse was het wat het was. Zo ging dat bij de Rijnvaart en elders op binnenschepen was het niet anders. Vergeleken met tegenwoordig is het echter onvergelijkelijk. De schipper meldde zich voor vracht bij de schippersbeurs en wachtte af tot hij moest varen. De schipperse zorgde aan boord en wachtte eveneens af. Vergeleken met nu lijkt de tijd er stil te staan. Wachten is er niet meer bij. Wachten kost immers tijd en tijd is geld. Met wachten ga je failliet.

 


 

Terug naar vorige pagina