Russische boeier
6 februari 2020

Alexander Pavlovitsj werd in 1801 tsaar van Rusland. Hij volgde zijn vader op die vermoord werd. De nieuwe tsaar was bevriend met prins Willem VI van Oranje-Nassau en toen die in 1814 tot koning Willem I werd gekroond, ging de tsaar die zomer bij hem op bezoek. Later zal Koning Willem II trouwen met Anna Paulowna, de jongere zus van tsaar Alexander I. Tijdens dit bezoek aan den Haag en aan Amsterdam kreeg de tsaar een cadeau aangeboden: een boeierjacht. In het voorjaar van 1816 was het jacht klaar en kon naar Rusland worden gevaren. Twee kwekelingen van 'de Kweekschool voor de zeevaart en de stuurmanskunst' die in 1785 opgericht was in Amsterdam mochten deze zeereis meemaken onder leiding van kapitein-ter-zee Landtsheer. Dat werden de kwekelingen Salomon Dedel en Willem van Zuylen, die een spoedcursus Frans moesten volgen en daarna met de boeier meevoeren naar St. Petersburg. Na aankomst in de Russische hoofdstad 'is hun het voorrecht te beurt gevallen, menig zeiltochtje van den boeier, met den Keizer en de Keizerin aan boord, mede te maken.' (bron: J. Warnsinck: De kweekschool voor de zeevaart en de stuurmanskunst, 1785 - 1935. Haarlem, 1935)
Terug in Amsterdam mochten zij verslag uitbrengen aan koning Willem I, waarna zij van de schoolleiding de vermaning te horen kregen 'zich over deze bijzondere eere niet te hovaardigen, maar zich verders nederig te gedragen' (p. 110) Hoe het met de boeier aan het Russisch hof is vergaan, is mij onbekend. Wel is er van dit schip een model gemaakt (zie foto uit het boek) dat als zodanig interessant is. De boeiers die wij tegenwoordig nog zien, zijn vrijwel allemaal Friese boeiers, waarvan de maritiem publicist Hans Vandersmissen in 2001 in een artikel badinerend opmerkte, dat de Friese scheepsbouwers het model van de boeier hadden verprutst door de zeeg weg te laten. En inderdaad, de Hollandse boeiers zien er opgewekt uit, met die wat hogere kop en kont dan we bij de Friese boeiers gewend zijn. Opvallend bij dit model is de stand van de mast, die ver naar voren staat, zoals bij vrachtscheepjes gebruikelijk was. De roef is voorzien van een uitkijkpost, zodat staande in de kajuit de omgeving kon worden geïnspecteerd. En natuurlijk is zo'n koninklijk geschenk rijk voorzien van ornamenten. De overtocht naar St. Petersburg ging van Amsterdam over de Zuiderzee en daarna de bekende route volgend van de traditionele Sontvaart. Dus na de Noordzee het Skagerrak in, om Denemarken heen naar het Kattegat, de Sont door en vervolgens op de Oostzee langs de Zweedse kust via Stockholm naar St. Petersburg. Dat was een zeereis die toch wel respect afdwingt. Nu zou niemand meer adviseren om die tocht met een dergelijke boeier te maken, maar dat lag in 1816 blijkbaar anders. Bovendien was de bemanning goed geschoold en heeft de tocht zonder problemen volbracht. Dat resultaat weerlegt de kritiek. De studenten oefenden met zons- en maansobservaties en het geven van de commando's voor de verschillende manoeuvres met het scheepje op zee, geheel tot tevredenheid van de Commandant. Wellicht is het toch waar, dat op de houten schepen mannen van staal voeren en op de stalen schepen.....
