Uniek
7 maart 2022

Soms te pas, maar meestal te onpas wordt het woord 'uniek' gebruikt. Strikt genomen is ieder elementje, ieder object en iedere subjectieve beleving uniek, maar dat bedoelen de gebruikers van die term niet. Al die gelijke unieke momenten zijn immers door hun vergelijkbaarheid helemaal niet uniek, maar heel gewoon. Wie de term 'uniek' gebruikt, bedoelt er iets bijzonders mee, dat enig in zijn soort is, anders, zeldzaam, bijna nooit voorkomend. Nou, dat komt niet zo vaak voor als je oog hebt voor algemene lijnen. Het linker schip op de foto is echter wel uniek. Hoewel het een 'keenaak' is, dus een algemeen type schip, is het schip op de foto uniek, omdat er maar één stalen keen rondvaart. Een keen is een lange, ondiepe heve-aak die in de 18e en 19e eeuw vooral in Duitsland werd gebruikt als (zeilend)vrachtschip en altijd van hout werd gebouwd. Een plat vlak dat voor en achter opgebogen werd tot boven aan het boord (de 'heve'), terwijl de boorden overnaads werden gemaakt. Vanwege het gebruik bij de Rijnvaart kwamen deze aken ook regelmatig in Nederlandse havens als Dordrecht, Rotterdam en Amsterdam. In Duitsland voeren ze ook op de kleine rivieren, waar ze door hun grote lengte, geringe breedte en geringe diepgang heel praktisch waren.
De stalen keenaak op de foto is de Alida die in 1907 in Hasselt aan het Zwartewater werd gebouwd. Meestal ligt de aak in Harlingen voor de chartervaart, maar deze winter lag ze in Drachten. Na jaren met vracht te hebben gevaren, ook op smal water in het oosten van het land, is deze aak in 1990 gerestaureerd en ingericht voor de zeilende chartervaart. De zeileigenschappen vallen zeker niet tegen. Het schip is relatief licht, is 32 meter lang en 5 meter breed en ja, 'lengte loopt', zeker als het schip licht en hoog op het water ligt. Een keenaak valt niet alleen op door de heve voor en achter en de knikspantgangen, maar zeker ook door het enorme roer met het ongebruikelijk gebogen helmhout. Constructietechnisch is die hoge helmstok een wangedrocht, door een gebrek aan steun vanaf de hak van het roerblad. Bij dit stalen schip is die zwakte echter met een modern doorgestoken roer opgevangen. Zo bijzonder als een keenaak voor ons er uit ziet, zo gebruikelijk was deze techniek van scheepsbouw in het verleden. Je kunt relatief eenvoudig een goed gevormd houten schip maken met lange taps toelopende planken ('gangen') die gebogen worden en overnaads aan elkaar worden geklonken. In de vijftiger jaren zijn in ons land een aantal 'corjalen' op deze wijze door amateurs gemaakt als zeilkano, geïnspireerd op de kano's die in Suriname op de rivieren werden gebruikt. Ook de vletten die bij de visserij in ons land werden gebruikt, worden volgens dit principe in elkaar gezet, zij het dat de gangen achter om een spiegel worden bevestigd. Bij de constructie van oude scheepstypen valt vaak op, hoeveel praktisch vernuft al eeuwen lang in praktijk werd gebracht, lang voordat we met theoretische technische studies tot de ontdekking kwamen dat die scheepsbouwers van vroeger niet gek waren. In tegendeel, het waren vaklui, die werkten met de middelen en condities waarmee ze het moesten doen.
