Verdieping

17 december 2020

Anders dan andere landen is Nederland een land dat gemaakt is door zijn bewoners. Ook alle 'natuur' die we in Nederland onderscheiden, is door ons zelf gemaakt en wordt door mensen gecontroleerd, genormeerd en in stand gehouden. Dat het laaggelegen land veroverd was op de zee, is een verhaal dat vooral buitenlanders aansprak. Des te verbaasder waren de eerste Engelse toeristen in de 19e eeuw die ontdekten dat Nederlanders het weinige hoger gelegen land afgroeven om daarna het gedroogde veen als brandstof te verkopen. De mannen op de foto zijn niet laagveen aan het baggelen, maar gebruiken de baggerbeugel om het vaarwater uit te diepen. Het slib storten ze in de bok, het platte scheepje, waar ze loopplanken over de boorden hebben gelegd. Nederland mocht dan moeite moeten doen om de voeten droog te houden, maar tegelijkertijd spande het zich in om het water uit te diepen. Water wordt namelijk uit zichzelf land, als je maar lang genoeg wacht. In het laaggelegen deel van Nederland ging het vervoer over het water. Met allerlei boten die één kenmerk gemeen hadden: ze staken niet diep. In ons land werden platboomde vaartuigen gebruikt, want er was vooral veel ondiep water dat ook nog eens de neiging had geleidelijk dicht te slibben, te verzanden, dus onbevaarbaar te worden. Er moest dus aanhoudend gebaggerd worden om de scheepvaart gaande te houden.

Die scheepvaart kende echter eigen ontwikkelingen. Voor een rendabel vervoer werden de vrachtschepen door de tijd heen steeds groter. Grote schepen steken diep, dus veel vaarwater werd voor die schepen onbevaarbaar. Ook om die reden moest er gebaggerd worden. Al in de 17e eeuw werden de koopvaardijschepen te groot voor de Zuiderzee. Met 'scheepskamelen' werden ze enige tijd over de ondiepten bij Pampus geholpen om Amsterdam te bereiken. De Hanzehavens langs de oostwal waren voor die schepen al lang onbereikbaar. Zeehavens als Makkum, Hindeloopen, Stavoren, Hasselt en Dalfsen verpieterden dus. Waar de Nederlanders aanvankelijk hun schepen aanpasten aan het water dat zij bevoeren, ontkwamen ook zij niet aan de ontwikkeling naar grotere schepen. Bij de pleziervaart van de afgelopen 150 jaren was dat niet anders. Aanvankelijk werd er gezeild met ondiepe platboomde scheepjes, voor het zeilen voorzien van zijzwaarden. In diepere wateren buiten Nederland gebruikte men kielschepen die beter zeilden dan onze platbodems. Kielschepen steken echter diep. Om in Friesland met enig plezier te kunnen zeilen, gold in de zestiger jaren dat je schip niet dieper moest steken dan één meter. En ook dan liep je nog regelmatig vast. Met een zwaardbootje was je minder afhankelijk van die wisselende waterdiepten, maar die scheepjes hebben hun eigen beperkingen als toerschip. Nu is het waterpeil in Friesland ook weer geen natuurverschijnsel. Met gemalen wordt gestreefd naar een waterpeil dat ongeveer 50 centimeter onder NAP ligt. Het IJsselmeerpeil ligt enkele decimeters onder NAP. Het waterpeil ligt dus laag, lager dan honderd jaar geleden toen de Zuiderzee het Amsterdams Peil bepaalde. Dat is bewust beleid met het oog op de waterbeheersing en in Friesland gezien de boerenbelangen. Boeren willen immers wel flink water in de sloot, maar verder droge landerijen. De waterschappen heten de oudste democratische organisaties van ons land te zijn, maar met democratie hebben die niets van doen. Zij dienen vooral de boerenbelangen en daarna de nationale veiligheid (geen wateroverlast). De watersporters in Friesland kunnen de laatste jaren wel onbezorgder varen dan decennia geleden, want er is flink gebaggerd om de lagen slib te verwijderen uit de vaarten die al jaren niet meer door de vrachtvaart worden gebruikt . Onlangs pleitte de voorzitter van de Marrekrite, de organisatie die verantwoordelijk is voor de vele vrije ligplaatsen in het buitengebied, voor een systematisch baggerplan, zodat Friesland niet af en toe ad hoc baggerwerk uitvoert voor watersporters, maar net als voor de beroepsvaart systematisch te werk gaat. Een goed plan, maar hoe ver wil je daarmee gaan als de watersporters met steeds dieper stekende jachten in Friesland willen zeilen?

 


 

Terug naar vorige pagina