Verzanding
25 maart 2022

In 1912 werd op de dijk ten zuiden van Hindeloopen het eerste badpaviljoen van de Zuiderzee geopend. Het gebouw was gemaakt volgens een voor die tijd revolutionaire bouwwijze: van gewapend beton. Het openen van badpaviljoens langs de Zuiderzeekust werd in die jaren een rage op grond van het idee van de heilzame werking van het baden in zee. Ook bij plaatsen als Urk en Elburg, die toch niet bekend stonden om hun libertijnse moraal, verschenen badhuizen aan zee. Veelal mochten de seksen er alleen gescheiden baden en veel dames en heren kwamen daarbij niet verder dan het pootjebaaien, het met blote voeten door ondiep water lopen. Het strand bij Hindeloopen had in die jaren naam gemaakt, wat de bouw van het grote paviljoen rechtvaardigde. Helaas brak twee jaren later de Eerste Wereldoorlog uit, waardoor het paviljoen failliet ging. Het strand werd echter alleen maar groter. Dat was heel opmerkelijk. Na de afsluiting van de zee in 1932 werd er geen zand meer met de vloedstroom afgezet langs de oostwal van de Zuiderzee. Het strand bij Hindeloopen zou in korte tijd door de golfslag zelfs afkalven tot de smalle strook geel zand die er nu nog ligt.
Dat er met de vloedstroom zand langs de oostwal werd afgezet, terwijl de ebstroom te zwak was om het zand mee terug te voeren naar de Noordzee, is te begrijpen. Heel de oostwal had te lijden onder verzanding. De haven van Hindeloopen was minder dan een meter diep. Verder naar het zuiden moest het water van de Vecht via een 6 kilometer lange strekdam door de ondiepe verzandingen worden geleid met een lichtstand, de Kraggenburcht, op het einde, om steden als Hasselt, Zwolle en Dalfsen bereikbaar te houden voor de scheepvaart. Wat veroorzaakte die opvallend sterke verzanding? Tot in de 17e eeuw waren de havens langs de oostwal immers voor grote zeilschepen bereikbaar? Een veronderstelling is, dat de wind in de 18e en 19e eeuw anders is gaan waaien. Dat er een tijdelijke klimaatverandering optrad, waarbij de wind vaker uit het zuiden of het noorden woei en minder vaak uit westelijke richtingen. Die noordelijke wind bracht bij vloed meer dan de gebruikelijke hoeveelheid zand in de Zuiderzee, waarbij de vloedstroom vooral langs de oostwal trok en in het zuiden tot stilstand kwam. Ook Elburg en Harderwijk kregen last van verzanding en legden lange strekdammen aan vanuit hun havens. Lastig voor de visserij en de handelsvaart, maar prachtig voor de jeugd en de eerste badgasten die veilig konden pootjebaden door ondiep, warm water over geel, zacht zand.
