Vloedpalen

1 oktober 2019

Tamelijk onbekend is gebleven, dat het vestingstadje Elburg honderd jaar geleden de thuishaven was van een flinke visserijvloot. Op de foto de haven met kade van Elburg, waar ook kenmerkende scheepstypen voor deze streek zijn te herkennen. Voor de kant een vrachtschip, een houten Hoogeveense praam, met daarnaast een botter en een pluut. Op de voorgrond wordt een visser in zijn zeepunter getrokken door twee roeiers in een kubboot. Opmerkelijk aan de kade zijn de hoge vloedpalen met hun witte koppen. Die dienden niet primair om de schepen aan vast te leggen. Daarvoor werden de lage bolders op de kade gebruikt. De vloedpalen moesten voorkomen, dat de schepen bij hoog water op de kade terecht kwamen. Dat lijkt hier natuurlijk wat overdreven, want de kade ligt zo'n anderhalve meter boven het wateroppervlak, maar bij storm uit het noordwesten lag Elburg aan de lage wal van de Zuiderzee. Het water van de Noordzee werd met de vloedstroom tot ver in de Kom van de Zuiderzee geblazen, waardoor aan het einde, op lagerwal, bij plaatsen als Elburg, Kampen en Zwartsluis het land overstroomde. Daar kon het Zuiderzeewater bij storm gemakkelijk drie meter opstuwen. Zouden er geen vloedpalen langs de kade staan, dan kwamen de schepen op de kade te liggen, wat een probleem zou zijn als het water weer zakte. De vloedpalen waren dus nodig om dit ongemak te voorkomen.

Na de laatste watersnood langs de Zuiderzee, door de storm van 1916, besloot de regering om de gevaarlijke Zuiderzee af te sluiten. Opmerkelijk is, dat bij storm op het IJsselmeer het water nog steeds door opwaaien en afwaaien meters in hoogte kan stijgen en dalen. De Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen moet die verplaatsing van al dat water tegengaan, maar ten noorden van deze dam kan het water bij zuidwesterstorm nog steeds voor hoogwaterproblemen zorgen aan de lagewal, bijvoorbeeld bij Makkum. Om overstromingen in de Kop van Overijssel te voorkomen, is in 2002 de balgstuw Ramspol aangelegd. We willen immers het water onder controle krijgen. Dat was honderd jaar geleden nog niet goed mogelijk. Het hoge water werd als een soort noodlot aanvaard. Met vloedpalen voorkwam je dat de schepen naar de huizen langs de haven dreven en op het laaggelegen Kamper eiland hielden de boeren droge voeten, door hun hoeve op een terp te bouwen. Dat het land wel eens overstroomde, ja , dat hoorde er bij.

 


 

Terug naar vorige pagina