Vooroorlogs

23 december 2021

In de dertiger jaren werden geleidelijk aan de stalen jachten populair, nadat voor die tijd jachten vrijwel alleen van hout waren gebouwd. Op de foto is zo'n jachtje in het jaar 1936 in aanbouw op de werf De Vlijt in Aalsmeer. Een fraai gevormd S-spant jacht, dat anders dan tegenwoordig nog geklonken wordt in plaats van gelast. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het lassen van stalen schepen de gebruikelijke constructietechniek. Op de foto zien we wat voor werkzaamheden dat klinken van een jacht in de praktijk met zich meebracht. Op de bovenste gang (B.G.) staat aangegeven dat het de gang voor bakboord (B.B.) betreft en welke kant voor en onder moet. Allemaal vanzelfsprekend, maar ook heel belangrijk. Voor het klinken worden de randen, de landen, van de staalplaten voorzien van gaatjes die er op vaste afstanden in geponst worden. Bij het klinken van twee platen worden een onderste en een bovenste rand over elkaar gelegd, zodat er een klinknagel door beide platen kan worden geslagen. De kunst is daarbij om al die gaatjes precies over elkaar te laten vallen. Daartoe wordt één plaat geponst en met een paar bouten vastgezet. De nieuwe plaat wordt tijdelijk met bouten op z'n plaats vastgezet, waarna door de gaatjes van de eerste plaat op de tweede plaat afgetekend kan worden waar de ponsgaten moeten komen. De tweede plaat wordt weer verwijderd, waarna de afgetekende plaatsen van de ponsgaatjes geponst worden. Dat is een arbeidsintensief en zeer nauwkeurig werkje. Op de foto zien we dat de reeds bevestigde platen tijdelijk met bouten zijn vastgezet. Het klinkwerk moet nog beginnen.

Bij het klinken worden de klinknagels in een oven heet gestookt en van binnen naar buiten door de ponsgaatjes gestoken. De kop naar binnen. Aan de buitenzijde wordt de nog hete nagel platgeslagen, terwijl die aan de binnenkant wordt tegengehouden. Van het helse lawaai van dit klinken zijn vooral veel werknemers in het schip doof geworden. Daar dreunde het geluid van de klinkhamer het hardste. Die geleidelijke doofheid speelde in die tijd echter geen rol. De logistiek was bij deze bouwwijze heel belangrijk. De scheepsbouwers moesten goed weten wat je eerst moest klinken en wat daarna, want klinken heeft ruimte nodig die tijdens de bouw van een jacht kan verdwijnen.
Na de oorlog werd er nog maar weinig geklonken. Schepen werden toen elektrisch gelast. Lassen heeft voordelen, maar ook nadelen. Een voordeel is de gewichtsbesparing. Al die klinknagels vormen een flink gewicht en jachten moeten juist licht zijn om vlot te kunnen varen. Lassen geeft echter niet een gladder product, want door de grote hitte ontstaan er dwars op de lasnaad krimpribbels, waar men bij het klinken helemaal geen last van had. Ook is het niet zo dat lassen tot een sterkere constructie leidt. Sterker nog, er zijn vrachtschepen doormidden gescheurd doordat zij gelast zijn, wat bij klinken nooit zou zijn gebeurd. Bij klinken kunnen weliswaar onder slechte omstandigheden op het water een paar klinknagels losspringen, maar dat was het dan ook. Daar waren vrachtschippers zelfs op voorbereid. Die dichtten zo'n gaatje door er een stuk spek tegenaan te klemmen. Het belangrijkste voordeel van het lassen was de tijdwinst. De lastechniek was veel minder arbeidsintensief. Met dat de arbeidsuren duurder werden, groeide de behoefte aan beperking van de arbeidskosten. Tegenwoordig is de lastechniek echter sterk verbeterd. Ook worden de staalplaten niet meer rond geklopt, maar in vorm gewalst, wat een veel strakker resultaat oplevert. De klinktechniek kent op bescheiden schaal echter een revival. De laatste jaren worden oude, geklonken vrachtscheepjes en jachten zo authentiek mogelijk gerestaureerd. In die situatie wordt de voorkeur gegeven aan het oorspronkelijke klinkwerk boven de moderne lastechniek.

 


 

Terug naar vorige pagina