Wachtend op de dooi
12 december 2019

De winter van 1922-1923 begon zacht en eindigde streng. Dat leidde in de winter tot een extra vraag naar brandstof in de grote steden van Holland. Brandstof die ook toen er al steenkool beschikbaar was, 'het zwarte goud', geleverd werd door turfschippers uit de noordelijke provincies, die 'het bruine goud' brachten naar particulieren en bedrijven. Als het echter al vriest, kan de aanvoer van deze brandstof opgehouden over zee riskant. In februari vroor de Zuiderzee dicht en eind maart kon er nog niet gevaren worden. Op de foto zijn vier schepen vast komen te zitten in de vluchthaven Emmeloord op het eiland Schokland. Drie turfschippers en een grote praam rechts tegen de steiger, die zo te zien geen turf vervoert. De turfschepen hebben de giek hoger aan de mast bevestigd, boven de opgetaste lading turfjes, om nog te kunnen zeilen. Voor de schippers zat er niets anders op dan te wachten op de dooi, waardoor het ijs zou smelten, maar het nog weken kon duren voordat zij met hun zeilschepen de tocht door het langzaam smeltende ijs konden voortzetten.
Die schippers hadden pech en een beetje geluk. Zij werden door de omstandigheden gedwongen te overwinteren in Emmeloord op de noordelijke punt van Schokland, waar ook havenmeester Jan Spit en tweede havenmeester Harmen Smit hun woning hadden. Daarmee hadden ze geluk, want die bewoners van Emmeloord werden vanuit Vollenhove bevoorraad. Over het ijs met een vrachtslee. De schippers hoefden dus niet van honger en kou om te komen. Ze hoefden niet zelf een tocht te wagen over het ijs om voedsel op te halen. Ze hadden turf om zich warm te houden en konden voedsel krijgen dankzij de eilandbewoners. Wachten op de dooi, terwijl er wekenlang niets gebeurt, op een steenkoud eiland waar de koude oostenwind vrij spel heeft, dat is natuurlijk geen hemel op aarde. Je vraagt je af hoe die mensen de tijd doorkwamen. Gelaten zwijgend? Ontevreden mopperend? Lezend in de bijbel? De communicatief begaafde Harmen Smit verzorgde in de zomer als de vluchthaven vol vissers lag, zondagsmorgens bijbellezingen, oecumenische preken voor het gelovige vissersvolk. Misschien was dat ook zinvol voor de paar ingevroren schippers? De foto confronteert ons met een werkelijkheid van nog maar 90 jaren geleden die toen als onvermijdelijk aanvaard moest worden, maar voor ons.....Stel dat wij daar gevangen zaten in het ijs. We bleven vast niet weken lang wachten op beter weer.
