What 's in a name?
20 februari 2020

In de middeleeuwen werd de zogenaamde 'universaliënstrijd' uitgevochten onder wetenschappers en theologen. Wat is werkelijk? Dit concrete schip of het algemene begrip 'schip'? Het was een strijd tussen 'nominalisten' die de algemene begrippen slechts als toevallige benaming zagen en 'realisten' die meenden dat algemene begrippen iets over de werkelijkheid zeggen. Wij weten het wel. Dit schip is werkelijk, daar kan je wat mee en 'het' schip als algemeen begrip is een abstractie, een bedenksel, fictie zo u wilt. Toch ligt dat wat genuanceerder. Op de foto zien we een Hoogeveense praam die geladen wordt met turf vanuit een bok en een Hollandse boot. Dat kunnen we zeggen, want we hebben die typen van schepen deze namen gegeven. Dus die algemene namen zijn geen bedenksels. Ze hebben bestaansrecht. We kunnen daarmee de schepen in de werkelijkheid een naam geven. Sterker nog, het algemene begrip 'Hoogeveense praam' bepaalt eigenlijk op basis van scheepskenmerken of het concrete schip op de foto een Hoogeveense praam is of niet.
De 'realisten' vinden daarom dat de algemene begrippen realiteitswaarde hebben en zelfs hoger staan dan de concrete voorwerpen. De 'nominalisten' bestrijden dat. Zij beweren, dat de term 'praam' slechts een woord is dat te pas en te onpas gebruikt wordt als verwijzing naar een concreet schip. Het gaat daarbij helemaal niet om algemene kenmerken van dat schip. Het is slechts een naam. Het schip op de foto wordt een Hoogeveense praam genoemd, jawel, maar alleen in Drenthe, want in Overijssel heet zo'n schip een Overijsselse praam. Dit vrachtschip lijkt ook nog eens op de Friese praam die in het begin van de 19e eeuw nog bestond en waarmee vracht over de Zuiderzee werd vervoerd. Maar wat hebben deze 'pramen' voor gemeenschappelijks met de houten spitse- en bolle pramen die in Friesland werden gebruikt bij het boerenbedrijf? Schuitjes die sterk leken op de punters en de bokken uit de Kop van Overijssel. Simpele boerenbootjes, in niets vergelijkbaar met zo'n flink vrachtschip, behalve dat ze ook 'praam' werden genoemd. En net als de grote vrachtpramen kregen ze vaak de naam van de plaats of de streek waar ze gebruikt werden als kenmerk toegevoegd. Veenwoudster pramen, Knijpster pramen en noem maar op. Op grond van de naam die mensen aan hun schepen geven kan je daarom geen algemene kenmerken van een scheepstype afleiden. Het zijn maar woorden, zoals bij de Wieringer aken van de vissers van Wieringen, die echter in Workum gebouwd werden en daar Workumer aken heetten. De kleinere maat werd Workumer bol genoemd en in Enkhuizen natuurlijk Enkhuizer bol in plaats van Workumer bol. Allemaal dezelfde soort schepen van dezelfde werf van Zwolsman uit Workum, maar steeds weer met een plaatselijke benaming. Het Maassluis platje zou wat bijzonders zijn, maar nee hoor, ook dat scheepje kwam uit Workum en heette daar Workumer bol of -aak. Het aardige van de nominalisten is, dat zij verdraagzaam zijn, terwijl de realisten neigen naar dogmatisme, wat jammer is, want het maakt voor de schepen niets uit.
