Zeehaven Groningen

3 oktober 2019

De riviertjes de Hunze en de Drentse Aa stroomden van oudsher aan de westzijde van de stad Groningen, langs het oude centrum, naar zee. Vanaf Groningen werd die stroom het Reitdiep genoemd. Langs de oever werden reeds in de middeleeuwen pakhuizen gebouwd, want handel en vervoer gingen in die jaren over het water. Tot de aanleg van het Eemskanaal in 1876 was het Reitdiep de enige verbinding van Groningen met de zee. Een open verbinding, waardoor Groningen te maken had met eb en vloed. Het getijdewater werd in de Noorderhaven tegengehouden bij de Spilsluizen. Op de foto van ruim honderd jaar geleden zien we kijkend naar het noorden rechts de Hoge der A en links de Lage der A. Gezegd werd dat de hoge kade gebruikt werd bij vloed en de lage kade bij eb. Toen in 1877 bij Zoutkamp een schutsluis werd aangelegd in het Reitdiep, bij de Lauwerszee, verdween het getij uit de stad Groningen. De Hoge der A kent vele prachtige panden, waar ook niet de minsten een onderkomen vonden, zoals de schilder H.W. Mesdag, de historicus Huizinga en de dichter Scheltema.

Ruim honderd jaar geleden kwamen nog steeds zeilende zeeschepen tot in het centrum van de stad, naast natuurlijk de zeilende binnenschippers met hun tjalken en pramen. Opmerkelijk zijn de houten palen aan de kade van de Hoge der A. Ze staan niet tegen de gemetselde stenen wal, maar er scheef tegenaan. Wellicht om de schepen iets vrij te houden van de wal als het waterpeil wisselt, zodat de houten schepen geen schade op zouden lopen. De laatste jaren wordt er eind december het festival Winter Welvaart georganiseerd, waarbij de Hoge en de Lage der A weer als vanouds vol liggen met traditionele schepen, nautisch erfgoed, die een beeld moeten geven van de historische scheepvaart in stad en ommelanden. Een festival met een prima traditie, die niet zozeer een beeld geeft van het verleden, maar vooral van het heden, van wat ons tegenwoordig interesseert.

Het heden
Het heden

 


 

Terug naar vorige pagina