Zeewaardig?
22 oktober 2020

Staverse jollen zijn kleine vissersscheepjes van de Zuiderzee. De eerste jollen werden door Staverse vissers gebuikt voor het vangen van paling in fuiken langs de dijk. Toen enige decennia later bleek dat dit scheepje heel goed te gebruiken was om met staand want haring en ansjovis te vangen, gingen ook andere werven buiten Stavoren deze vissersjollen maken. Ze werden pas 'Staverse jol' genoemd, toen ze van de visserij overgingen naar de recreatie. De vissers spraken eenvoudig van 'vissersjollen'. Het waren scheepjes van krap 6 meter lengte tot ruim 7 meter en hadden de naam buitengewoon zeewaardig te zijn. Dat sprak ook de plezierzeilers aan. In een tijd dat je op de Zuiderzee alleen met een groot en dus duur jacht veilig kon varen, was het ook mogelijk een oude Staverse jol over te nemen en te genieten van dat ruime zeilwater. Dat liep natuurlijk niet altijd goed af en de kranten schreven dan met enige verbazing, hoe het mogelijk was dat zeilers met een Staverse jol op de Zuiderzee in de problemen konden komen. Maar ja, uiteindelijk is een schip zo zeewaardig als zijn bemanning.
Louter beoordeeld naar de scheepsvorm is zo'n vissersjol natuurlijk ook maar beperkt zeewaardig. Voor die tijd had een jol een hoog vrijboord en een hoge, volle kop. Daarmee kan niet heel hoog aan de wind worden gevaren, maar met voldoende ruimte aan lij kan je het wel lang volhouden. De grote bommen die bij Scheveningen en Katwijk vanaf het strand gebruikt werden voor de haringvangst, hadden ook een onmogelijke vorm, maar heetten eveneens zeer zeewaardig te zijn. Ze dobberden als een boei op de golven. Daar gebeurde niets mee, maar zeilen? Ho maar. Bij de Staverse jol gaat het niet veel anders. Je moet met een jol niet verwachten dat je veel hoogte loopt als je scherp aan de wind probeert tegen de golven op te kruisen. Plezierzeilers kiezen daarom met een jol voor bezeilde koersen. De vissers van vroeger gingen onder ongunstige omstandigheden ankeren of een bezeilde haven opzoeken. Dat de jol desalniettemin populair is gebleven onder watersporters, komt door z'n eenvoud, z'n stoere uiterlijk en de ruimte die zo'n scheepje biedt bij geringe lengte. En ja, uiteindelijk kan je met wat wijs beleid ermee varen op IJsselmeer en Waddenzee. Op de foto zien we de ST 48 op het IJsselmeer. De foto is van Anja Grassmid. Er is zelfs al eens met een half open jolletje van maar 6 meter een oversteek gemaakt naar Engeland en weer terug. Onder gunstige omstandigheden kan er veel en een jol kan wel wat verdragen, ook al gaat het niet snel. Ruim 50 jaar geleden droomde ik er wel eens van met een jol de oceaan over te steken. Dat was in die tijd nog een avontuur. Het is er echter nooit van gekomen en nu geloof ik dat dat ook maar goed is.
