Jaarverslag 1969

Minister Bakker maakte ons attent op de sloopregeling voor binnenschepen. Schippers, die hun bedrijf willen opgeven kunnen een uitkering ontvangen, mits zij hun schip ter verschroting aan­bieden. De Minister stelde voor te onderzoeken of voor die schepen, die tot zeiljacht verbouwd kunnen worden, een regeling mogelijk zou zijn, waarbij een liefhebber tegen schappelijke prijs via onze Stichting er eige­naar van kan warden. Overleg met de desbetreffende afdeling van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat leidde helaas tot de conclusie dat bij de schepen, die voor de sloop worden aangeboden, praktisch geen enkel schip is van zodanige afmetingen en vorm, dat het als zeiljacht zou kunnen worden gebruikt.

Onderhoudskosten

Onzerzijds werd van dit contact met de Minister gebruik gemaakt om nog­maals te wijzen op de hoge onderhoudskosten van onze schepen. Is het niet mogelijk, zo vroegen wij, dat voor die schepen, die als "varend mo­nument" zijn te beschouwen, de onderhoudskosten als aftrekbare kosten voor de inkomstenbelasting worden beschouwd, ongeveer analoog aan de bestaande regeling voor bepaalde oude huizen. De Minister, zelf zeiler en enthousiast over de reunie en het geboden schouwspel bij het admiraalzeilen, adviseerde een verzoek te richten tot de Minister van Financiën, met afschrift aan hem en aan de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk.

De mogelijkheid om belastingvrije schenkingen aan de Stichting te doen deed evenwel een reeds lang gekoesterde gedachte weer naar voren komen. De gedachte namelijk om uit vrijwillige bijdragen van de "Vrienden" een kapitaaltje te vormen, dat zou kunnen worden ge­bruikt om de restauratie te financieren van zeer waardevol geachte oude schepen hetzij geheel of gedeeltelijk. Nadere bezinning hier­over lijkt de moeite waard.

pdf Jaarverslag 1969

Terug naar vorige pagina