Het eerste Nederlandse watersportblad: De Watersport

Op 8 Mei 1912 verscheen het eerste nummer van De Watersport met de openingswoorden
Hou zee! Wij zeilen uit met een nieuw scheepje op een ons onbekende zee. Blinde klippen en banken zullen er zijn, maar een gunstige wind doet de zeilen zwellen, en de bemanning is vol goede moed. Daar gaat het dan de wijde wereld in, ons tijdschrift, 't eerste Nederlandse tijdschrift aan de Watersport gewijd. Waarom 't verschijnt? Och! zullen er niet veel meer mensen zijn, die zullen vragen: "Hoe is 't mogelijk, dat het nu pas verschenen is?" En die laatste vraag heeft zeer zeker heel wat meer reden van bestaan, want is. het niet een onoplosbaar raadsel, dat Nederland, het waterland bij uitnemendheid en de bakermat van de watersport, tot heden vrijwel 't enige land van West-Europa was, dat geen tijdschrift had aan de watersport gewijd? ...


December 1937: Van den man aan het roer - De lont in het kruit
Deze aflevering van „De Watersport" wordt in belangrijkheid alleen door de allereerste aflevering geëvenaard. Ik heb besloten de uitgave van mijn blad vanaf 1938 stop te zetten. Ik weet, dat een paar duizend sportsmen zullen vragen: „was dit nu noodig?" en dan moet ik daarop antwoorden: „Neen, noodig is het niet, want zonder het minste bezwaar zou ik het blad nog 25 volgende jaren hebben kunnen uitgeven". Maar ik zelf stel de vraag eenigszins anders n.l.: „is er voor mij eenige reden, om de uitgave voort te zetten?" En die vraag kan ik gerust met „neen" beantwoorden.

Ik stichtte het blad in 1912 uit pure belangstelling voor de sport, toen er nog geen tetter over Nederlandsche watersport geschreven was. Enkele jaren later kwam daar nog bij een intens verlangen om de Motorboot Club, die steeds in een hoekje gedrongen was, er bovenop te helpen. Maar er waren sterke tegenwerkende krachten en er ontstond een strijd, die tenslotte uitgevochten moest worden in het belang van onze geheele sport. En juist omdat ik tegenover een overmachtige tegenpartij stond, die niet kieskeurig was in hare middelen, werd het een onmogelijkheid den strijd te staken, indien ik niet alle bereikte resultaten weer wilde zien verloren gaan. Ik beweer, dat ik dien strijd gestreden heb als een sportsman. Ik deed niets achterbaks, ik zeide ronduit wat ik te zeggen had en plaatste er mijn naam onder. Ik stelde lederen tegenstander in de gelegenheid aan het woord te komen. Veel gebruik is daar niet van gemaakt, want men had al heel spoedig bemerkt, dat ik slechts dingen beweerde, waarvan de bewijzen naast mij lagen en dit trok debaters niet erg aan. Er waren veiliger manieren, om het doel te bereiken.
Als ik nu die redenen, waarom ik „De Watersport" liet voortbestaan nog eens overzie, dan constateer ik, dat ik nooit de bedoeling voorop stelde geldelijk gewin te behalen. Uiterlijk en inhoud van het blad waren hoofdzaak. Ten tweede is er nu reeds zeer veel over watersport geschreven en moeten er onder de vele duizenden sportsmen voldoende personen aangetroffen worden, die zoo'n blad redigeeren kunnen. Ten derde behoef ik geen pogingen meer te doen om de Motorboot Club te redden, want deze is, nadat ik haar aan den spits gebracht had, door leiders, die het beter wisten dan ik, grondig in de soep gewerkt en men kan er wel zeker van zijn, dat geen moeite gespaard zaI worden, om haar in deze positie te houden. En ten vierde: de bekoring, die er uit-ging van een strijd met een veel sterkeren tegenstander, bestaat ook niet meer, nu de Koninklijke Zeil- en Roei Vereeniging van de machtige club, die zij eens was, geworden is tot de trieste overblijfselen, die wij nu zien regeeren door eenige functionarissen van den A.N.W.B. Neen, glorie zit daar niet meer in. Ik behaalde de overwinning reeds toen onze Hollandsche watersport aan den A.N.W.B. werd overgegeven.
Toen ik dan ook dezer dagen vertelde, dat ik de uitgave van mijn blad zou stopzetten, ging er in mijn gezin een juichkreet op, omdat men heel goed beseft, dat ik de eenige ben, die bij dit besluit win. Er zullen weer normale vacanties komen en beschikking over vrijen tijd. Dat alles heb ik 26 jaar ontbeerd, zonder dat er eenig voordeel tegenover stond. In onze sport is in den loop der jaren een nieuwe generatie opgestaan, die geheel onkundig is van wat er vroeger is gebeurd.
De Watersport december 1937: Van den man aan het roer - De lont in het kruit
Dr. W. Teupken overlijdt in 1953. Eindredacteur J. Loeff schrijft daarover in de Waterkampioen van januari 1954
Kort geleden stierf plotseling te Noorden, Dr. W. Teupken in de ouderdom van bijna 77 jaar. Voor alle ouderen in de Nederlandse watersport zal dit bericht vele herinneringen oproepen - niet voor ieder zullen deze even plezierig zijn. Want de overledene was een zeer strijdbare figuur, die met een scherpe pen veroordeelde wat hem in onze water- sportwereld niet aanstond en al wie een andere weg ging dan hij dacht, dat voor onze sport de juiste was. Als oprichter-hoofdredacteur van het eerste Nederlandse watersportblad: De Watersport, had hij de volle gelegenheid die pen vrij te laten gaan. Zijn serie artikelen: "Van de man aan het roer" waren berucht om hun scherpte.
De belangstelling houdt niet over
Het mag inderdaad merkwaardig zijn, dat er hier nog geen watersportblad bestond, maar een overweldigend succes was het nieuwe tijdschrift toch niet. Herhaaldelijk klaagt Dr. Teupken over gebrek aan medewerkers en te geringe belangstelling bij de watersportverenigingen, waarvan alleen de Nederlandsche Motorboot Club, waarvan hij de secretaris en de ziel was, het blad als officieel orgaan aanvaardde. Na vijf jaren moet het blad zich zelfs enigszins inkrimpen.
Het Watersport Congres, December 1915
Intussen wordt in December 1915 het Watersport Congres gehouden, door de Kon. Ned. Zeil- en Roei Vereeniging op verzoek van de Z.V. "Sneek", bijeen geroepen. Dr. Teupken is één van de dagelijks bestuursleden van het Congres en één der prae-adviseurs. Maar dat verhindert toch niet, dat daar een openlijke breuk ontstaat tussen hem en de meeste andere leiders, in het bijzonder het bestuur van de Koninklijke, als voorzittende Vereniging van de Verbonden Zeilvereenigingen. De directe aanleiding is een voorstel om naast zijn maandblad, een watersport-weekblad op te richten. Ook vond hij dat aan zijn Motorboot Club de plaats misgund werd, waarop deze naar zijn oordeel recht had. Een bête noire is voor hem ook de A.N.W.B., omdat hij vindt, dat deze zich niet met het watertoerisme moet bemoeien.
Ontstaan van het tijdschrift Ons Element
De man aan het roer wordt nu steeds scherper en in 1918 verliest hij daardoor zijn voornaamste medewerkers, waaronder vooral H.C.A. van Kampen node gemist wordt. In 1919 komt dan een concurrerend blad tot stand: "Ons Element". Maar De Watersport blijft nog jaren bestaan en Dr. Teupken volhardt in zijn kritische uitingen, zonder de loop der dingen te kunnen beïnvloeden.
Teupken was met zijn tijdschrift een wegbereider
Het is tragisch, dat deze man met zijn grote liefde voor de sport, begiftigd met grote energie en bereid zich opofferingen te getroosten voor wat hij de juiste behartiging van de watersport achtte, zoveel weerstanden moest opwekken. Zijn tijdschrift ging eraan te gronde en zijn club is er niet beter van geworden. Toch moeten wij Dr. Teupken erkentelijk zijn, omdat hij met zijn tijdschrift een wegbereider was. Persoonlijk heb ik aan die eerste jaargangen van De Watersport herinneringen, waarvoor ik hem dankbaar ben.
J. Loeff
Artikelen in "De Watersport" met Ronde en Platbodemjachten als onderwerp
De voor ons interessante artikelen zijn bij de schepen of andere onderwerpen geplaatst, waar het betreffende artikel een relatie mee heeft.
Een paar interessante voorbeelden
Inhoudsopgaven van diverse jaargangen van De Watersport
U kunt de Inhoudsopgaven (in PDF-formaat) doorzoeken m.b.v. het zoekvenster in uw PDF-viewer of de toetsencombinatie <CTRL-F).