Ebenhaezer

Ronde en Platbodemjachten, die binnen deze groep (Categorie Z) vallen, zijn ooit met een 9000-registratie-nummer in het Stamboek geregistreerd. Ze hebben nooit een plaquette gehad. Dit schip staat geregistreerd in Categorie Z in het Stamboek en wordt dus gekenmerkt als 'Inactief'.
Vanwege de doelstelling van de SSRP om alle historie van de in het Stamboek opgenomen schepen vast te leggen, worden in de Schepenlijst wel de in het stamboekarchief beschikbare gegevens van dit ooit geregistreerde schip en summiere gegevens van de (oud-)eigenaren getoond.
Bij een 'Actieve' inschrijving krijgt zo'n schip alsnog een plaquettenummer. Wanneer zeker is dat het schip niet meer bestaat, verhuist het naar Categorie V.
Eigenschappen
Plaquette nummer: | 9016 | Zeil nummer: | |
---|---|---|---|
Categorie: | Z | Tekening nummer: | |
Type: | Tjalk |
Bouw
Bouwjaar: | 1904 | Ontwerper: | Berend Barkmeijer |
---|---|---|---|
Werf: | Berend Barkmeijer | Werf plaats: | Briltil |
Motor: | Motor type: | ||
Materiaal romp: | IJzer | Materiaal kajuit: | Staal |
Materiaal zeil: | Dacron | ||
Onderwaterschip: | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 15,30 m | Breedte berghout: | 3,78 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 0,85 m | Masthoogte water: | 0,00 m |
Oppervlakte grootzeil: | 46,20 m2 | Oppervlakte fok: | 21,30 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 16,30 m2 |
Oppervlakte totaal: | 83,80 m2 | Oppervlakte overig: | 7,80 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
1952 – 1959 | Hugo van Kuyck, Antwerpen ( Ebenhaezer) |
---|---|
1959 – 1961 | J.B. Hillen en E. Stutterheim, Bussum ( Ebenhaezer) |
Geschiedenis
1954
1954
1954: Waterkampioen half mei 1954 nr936 - Ebenhaezer een tjalkjacht

Van Kuyck is architect en civiel ingenieur, maar van jachtbouw en navigatie heeft hij een gedegen kennis - ik zou haast zeggen, dat hij zeilt met een wetenschappelijke inslag. Al deze bijzonderheden dienen slechts om een indruk te geven van de man, die zich een Groninger tjalk koos om deze tot zijn jacht te verbouwen. Ik weet wel, dat hiermee voor hem het laatste woord bij lange niet is gesproken, ja dat ergens in zijn hoofd de plannen rijpen voor een nieuw Oceaanjacht. Maar toch zegt het iets, dat van Kuyck zich nu dit schip koos. Hij maakte er verleden jaar een reis mee naar de Oostzee en ik had het voorrecht van Enkhuizen tot Delfzijl mee te varen, waarbij wij het Friese en Groninger Wad overgingen. Ik durf wel zeggen, dat niet veel Nederlandse zeilers deze Nederlandse wateren kennen als deze Belg. Hoe het zij, het waren een paar kostelijke dagen en het was toen, dat ik Van Kuyck vroeg de tekeningen van zijn "Ebenhaezer" met zijn bevindingen te mogen publiceren. En zo hebben de lezers van De Waterkampioen het voorrecht hiermee kennis te kunnen maken. Ik laat nu de heer Van Kuyck aan het woord. Zijn overwegingen bij de wijzigingen, die hij aan de romp maakte, bij de keuze van de tuigage en vooral bij de keuze en de inrichting der zwaarden zijn zeer de moeite van het lezen waard.
J.L.
De eigenaar aan het woord
" ... Ik wilde weer een platbodem hebben - geen zeiljacht, denk ik, geeft "allround" zoveel voldoening, als een goede platbodem. Wie op de Zeeuwse Stromen of op de Wadden tussen zandbanken gelaveerd heeft met de jonge vloed, kent die bekoring. Zeilen goed gesteld, zwaarden diep, en dan maar kruisen. Alhoewel het geen uitstekende zeeschepen zijn, bieden zij toch grote mogelijkheden en voor het bevaren van Noordzee en Oostzee zijn zij zeer geschikt. Maar de eisen aan komfort te stellen, werden iets groter. Daarom koos ik een tjalkje, Ik vond een mooi scheepje in Groningen, dat gebruikt werd als woonschip. Het was gebouwd bij Barkmeijer te Briltil en nog in goede staat. Iets te lang en ook in verhouding smal..."
Waterkampioen half mei 1954 nr936 - Ebenhaezer een tjalkjacht