Friso

Dr. Ir. J. Vermeer schrijft zijn standaardwerk 'De Boeier':
De opdrachtgever is naar alle waarschijnlijkheid de kunstschilder Abraham Hulk (1813-1897), vervaardiger van vele fraaie maritieme schilderijen. Dat zo iemand zelf een zeiljacht wilde bezitten om ter plaatse situaties te observeren en vast te leggen, ligt voor de hand. In het bestek is sprake van een `deek'; waarschijnlijk had dit schip dus een visbun. Het jachtregister van de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub uit 1855 vermeldt op naam van B. Hulk te Amsterdam een 'aalaak' (waarschijnlijk vanwege de bun), genaamd "Friso".
Eigenschappen
Plaquette nummer: | 9109 | Zeil nummer: | |
---|---|---|---|
Categorie: | V | Tekening nummer: | |
Type: | Boeier |
Bouw
Bouwjaar: | 1852 | Ontwerper: | E. Holtrop van der Zee |
---|---|---|---|
Werf: | E. Holtrop van der Zee | Werf plaats: | Joure |
Motor: | Motor type: | ||
Materiaal romp: | Eikenhout | Materiaal kajuit: | Eikenhout |
Materiaal zeil: | Katoen | ||
Onderwaterschip: | Gepiekt | Kiel: |
Afmetingen
Lengte stevens: | 8,50 m | Breedte berghout: | 3,71 m |
---|---|---|---|
Diepgang: | 0,00 m | Masthoogte water: | 0,00 m |
Oppervlakte grootzeil: | 0,00 m2 | Oppervlakte fok: | 0,00 m2 |
Oppervlakte botterfok: | 0,00 m2 | Oppervlakte kluiver: | 0,00 m2 |
Oppervlakte totaal: | 0,00 m2 | Oppervlakte overig: | 0,00 m2 |
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
1852 – onbekend | A. Hulk, Amsterdam ( Friso) |
---|
Geschiedenis
2005
2005
2005: De "Friso" in het boek 'De Boeier van Dr. Ir. J. Vermeer
Dit schip was niet het eerste zeiljacht dat Hulk bezat. De deelnemerslijst van de wedstrijd, die de pas opgerichte Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging op 30 september 1848 organiseerde op het IJ voor Amsterdam, vermeldt in Wedstrijd Klasse nummer 9 als deelnemer A. Hulk te Amsterdam met een Vriesch Jagt' genaamd "De Baars". Deze lijst is trouwens instructief wat namen van scheepstypen betreft. Wij komen daarin onder meer de volgende benamingen tegen: Vriesche Boot, Vriesch Jagt, Open Vriesch Jagt, Vriesche Tjotter, Boeijer, Open Boeijer, Overdekte Boeijer.
Hoe het later met dit schip gegaan is hebben wij niet kunnen achterhalen. Als bijkomende complicatie maken naamsveranderingen bij eigendomswisselingen het extra moeilijk de levensloop van een dergelijk jacht in de negentiende eeuw te volgen. Het lijkt ons waarschijnlijk dat dit schip de twintigste eeuw niet heeft gehaald
Bestek in het werfboek van Eeltje Holtrop van der Zee
In het werfboek staat het volgende vermeld:
Een boegen gemaakt voor den Heer A. Hulk van Amsterdam.
Lang 30 voet, hoog voor 6 voet, achter 4 voet en 61/2 duim met de onderkant van vlak.
De voorend lang van de voorkant van de steven tot en met de achterkant van de waterlist 14 voet.
De ruimte achter de mast 1 voet en 7 duim.
De deek lang 9 voet en 3 duim acht duim onder het dek op.
Hol onder de deek 141/2 duim, achter 2 duim minder.
Wijd in vlak bij de deek voor 6 voet en 8 duim, achter 4 voet en 7 duim.
Wijd over de deek voor 9 voet en 3 duim, achter 6 voet en 7 duim.
Hol onder het dek en op de kil 4 voet en 8 duim. Wijd binnewerk 10 voet en 3 duim, hol onder het brekhout 2 voet en 9 duim.
De dog(?) wijd buiten 1 voet en 7 duim, hoog 1 voet
en 4 duim.
De waringen wijd binnenwerks 1 voet en 61/2 duim. De hut lang 4 voet van de achterkant van de ste-ven.
Het bovenwerk breed voor 10 duim, achter 8 duim, het bovenwerk in de midden 1 voet en 4 duim.
De zwaarden lang 8 voet 8 duim, breed 3 voet en 8 duim.
Gemaakt voor de som van zes honderd en vijf en twintig Guldens. Betaald 17 Juny 1852.