Oude IJssel

Oude IJssel

De tjalk is gebouwd op de werf "De Koningspoort" van Jacob Jans en Wolter Mulder in Vierverlaten, Hoogkerk (Gr) in opdracht van G.D. Schroor in Beetsterzwaag en kreeg de naam 'De Goede Verwachting'. De oorspronkelijke lengte was 10,57m en is in 1906 verlengd bij W. Mulder tot 12.30m. Schroor verkoopt de tjalk in 1919/1920 aan Wierda en de Vries in Heerenveen.

Scheepswerf ‘De Koningspoort’ van J.J. en W. Mulder in Vierverlaten-Hoogkerk, Grongingen

Op 2 december 1852 kreeg Jacob Jans Mulder van het gemeentebestuur van Hoogkerk officieel toestemming om een scheepstimmerwerf te bouwen in Vierverlaten-Hoogkerk, aan de hoofdvaarroute van de stad Groningen naar Leeuwarden. Jacob Jans bouwde zijn bedrijf in enkele decennia uit tot een vooraanstaande, moderne scheepswerf, waar voor binnen- en buitenwater werd gebouwd. In het begin van de jaren tachtig in de 19e eeuw ging Jacob Jan over op de ijzerbouw en niet alleen voor Groningse opdrachtgevers. Jacob Jans en zijn zoon Wolter (*17-02-1868 te Hoogkerk - †29-03-1960 te Groningen), die de scheepswerf ‘De Koningspoort’ in 1893 voor achtduizend gulden overnam, fungeerden als leermeester voor een groot aantal Friese leerling-scheepsbouwers.
De hele geschiedenis van deze werf staat uitgebreid beschreven op de website www.skutsjehistorie.nl.

Eigenschappen

Plaquette nummer:66 Zeil nummer:
Categorie:A Tekening nummer:
Type:Tjalk

Bouw

Bouwjaar:1895 Ontwerper:Jacob Jans en Wolter Mulder
Werf:Jacob Jans en Wolter Mulder ('De Koningspoort') Werf plaats:Vierverlaten
Motor:Inbouw Motor type:
Materiaal romp:Staal Materiaal kajuit:Staal
Materiaal zeil:Dacron
Onderwaterschip: Kiel:

Afmetingen

Lengte stevens:12,30 m Breedte berghout:3,20 m
Diepgang:0,70 m Masthoogte water:0,00 m
Oppervlakte grootzeil:0,00 m2 Oppervlakte fok:0,00 m2
Oppervlakte botterfok:0,00 m2 Oppervlakte kluiver:0,00 m2
Oppervlakte totaal:0,00 m2 Oppervlakte overig:0,00 m2

Register Varend Erfgoed Nederland

Registratie nummer:5840 Registratie datum:23-10-2024
Geregistreerd als:Varend Monument®

Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip

1895 – Nu (laatst bekend) Geert D. Schroor, Beetsterzwaag ( De Goede Verwachting)
1919/1920 – 1943 Wierda en de Vries, Heerenveen ( De Goede Verwachting)
1943 – 1974 U. Tieleman , Doetinchem ( Oude IJssel)
1974 – 2024 G.C.P. van Dorp, Katwijk ( Oude IJssel)
2024 – Nu (laatst bekend) G.C.T. van Dorp, Leiden ( Oude IJssel)

Geschiedenis

1902

27 juni 1902

27 juni 1902: Liggers Scheepsmetingsdienst: Details over het schip De Goede Verwachting Meetnummer: L355N

Liggers Scheepsmetingsdienst: Details over het schip De Goede Verwachting Meetnummer: L355N
Een scan van de originele registratie van deze meting is terug te vinden bij het Maritiem Museum Rotterdam onder nummer: H1966_072

Het beurtschip van Geert en Bouwe Schroor ligt hier in de haven van de rond 1975 gedempte Beetstervaart in Oud Beets.
Het beurtschip van Geert en Bouwe Schroor ligt hier in de haven van de rond 1975 gedempte Beetstervaart in Oud Beets.

Op de website van het Museum Opsterlân lezen we het volgende over de Beurtvaart van Beetsterzwaag en Beets op Sneek v.v.

Geert Durks Schroor was in 1842 nog molenaar. Dat jaar richtte hij een verzoek aan het gemeentebestuur "om voor bakkers erwten, bonen en alwat tot het onbelaste graan behoord te mogen malen". Wellicht namen de verdiensten uit de molen af, want in 1852 meldde hij aan het gemeentebestuur dat hij "schipper van professie was". Hij had het overdekt schip "de jonge Anna" van 12 ton gekocht en daarmee al geruime tijd goederen vervoerd van Beetsterzwaag naar Sneek. Hij verzocht hem een aanstelling te verlenen als beurtschipper op dit traject. Een reglement uit die jaren bepaalde dat hij op maandagmorgen van Beets en dinsdag om 12 uur weer van Sneek diende te ver-trekken. Wegens goederen die naar de bebouwde kom van Beetsterzwaag moesten worden vervoerd mocht de vrachtprijs met 1/4 worden verhoogd. In december 1852 kwam het verzoek nogmaals in behandeling, waarbij werd geconcludeerd "dat er geen termen aanwezig waren om het verzoek te weigeren".

Naast het beurtveer op Sneek werd er ook op Leeuwarden gevaren. Al in 1749 woonden er twee beurtschippers in Beetsterzwaag, waarvan er één ook winkelier was. In 1806 werden beide veren al bediend door dezelfde schipper. Hinne Gerbens voer toen op beide steden met een scheepje van 8 ton. In 1812 nam Hinne de toepasselijke achternaam "Van der Veer" aan. In de loop der jaren zal de beurt op Sneek vervallen zijn want in 1861 vroeg Gerben Pieters Vrijburg, schipper op Leeuwarden om ook weer op Sneek te mogen varen, "daar hij een octrooi bezat voor beide plaatsen". Daar Schroor nu al op Sneek voer werd zijn verzoek afgewezen. Het reglement voor het Leeuwarder schip bepaalde dat de afvaart van Beets op donderdagmorgen om 6 uur en de terugreis op vrijdag 12 uur moest aanvangen. Wanneer de graanbeursuren mochten worden versteld, dan kon de schipper om 2 uur vertrekken. Ook bij deze beurt werd wagenvracht berekend. Passagiers betaalden voor een enkele reis f 0,40, kinderen beneden 6 jaar f 0,20. 

In februari 1864 berichtte de toen 23-jarige Durk Geerts Schroor, een zoon van de molenaar-schipper, dat hij het veerschip van Beetsterzwaag op Leeuwarden v.v. had gekocht. Hij verzocht om ook deze beurt te mogen bevaren, hetgeen werd toegestaan. Was de Lycklama- of Beetstervaart al voor 1693 gegraven, de verbinding met de in het verlengde liggende Schipsloot met de na 1850 gegraven ringvaart van het 6e en 7e veendistrict, beter bekend als "de Nijefeart", kwam pas in 1860 tot stand. Beurtschepen voeren tot dat jaar via de Beetstervaart naar het Koningsdiep om na vele kronkelingen in deze rivier bij Warniahuizen in de Boorn te komen. Rond 1860 liet de gemeente Opsterland de schipsloot verbeteren en een brug leggen bij de uitmonding in de Nijefeart. Bij de brug kwam een huis voor de brugwachter. Één en ander ging gepaard met aanzienlijke kosten, daarom werd besloten om tol te heffen van schepen die gebruik zouden maken van het verbeterde vaar-water. Voor schepen beneden 6 ton moest f 0,15 tol worden betaald. Afhankelijk van de tonnage liep deze op tot f 0,50. De schippers zullen blij geweest zijn met de verkorte vaarroute, maar niet met de tolheffing. In december 1865 verzocht Durk Geerts Schroor het gemeentebestuur de tol door de brug onder Venebuurt af te mogen kopen met f 20,- per jaar. In het zomerhalfjaar moest hij iedere week tweemaal met zijn schip heen en terug deze wipbrug passeren, waarvoor hij elke reis f 0,32 aan tol kwijt was, hetgeen f 1,30 per week werd en na zonsondergang zelfs f 1,50. Deze tol was zeer bezwarend voor hem, daar dit veer weinig opleverde. Daar de tol te Venebuurt verpacht werd aan de brugwachter Popke Boersma voor f 250,- per jaar werd aan Schroor geadvi-seerd zich met hem over de afkoop in verbinding te stellen. 

Schipper Durk Schroor overleed in 1917, maar was toen al opgevolgd door zijn zoon Bouwe. Ook hij voer eerst nog met een zeilschip, later werd het vervangen door een motorboot "de Vooruitgang". Laatste schipper was Theo Bouwes Schroor, die later overstapte op een vrachtauto.

1943

1943

1943: De tjalk gaat van beroeps- naar pleziervaart

De Tjalk wordt rond 1943 gekocht door U. Tieleman uit Doetinchem (oud-Lemster), die haar op scheepswerf K. van der Werf in Heerenveen liet verbouwen tot jacht. Sindsdien is de naam 'Oude IJssel'. Verbouwing geheel naar het voorbeeld van de boeier Tjet-Rixt van Hepkema, die er naast op de helling lag. Grootste verandering: roef en rondom gelast berghout.

Van de scheepswerf K. van der Werf in Heerenveen is verder heel weinig bekend. Op 14-12-1946 is de werf, vermoedelijk tengenvolge van kortsluiting, in vlammen opgegaan. Van een doorstart is verder ook geen informatie beschikbaar.

In 1974 wordt het schip door eigenaar Van Dorp overgenomen van zijn oom Tieleman.

1975

2 oktober 1975

2 oktober 1975: Gegevens Scheepsmetingsdienst Groningen

2013

maart 2013

maart 2013: SSRP Jaarverslag 2012 - Met subsidie uit het Restauratiefonds FONV uitgevoerde restauraties van in het Stamboek ingeschreven jachten

In het SSRP jaarverslag 2012 wordt melding gemaakt van de volgende restauratie:

 

Bij het tjalkjacht Oude IJssel is het potdekselhoeklijn vervangen. Overwogen is om de nieuwe potdeksels weer te klinken. 

 

In het werk bleek dat de bovenrand van het (puddelijzeren) boeisel niet goed genoeg meer was om het hoeklijn aan vast te klinken. 

In plaats daarvan is het nieuwe hoeklijn aan het boeisel gelast (alleen aan de binnenzijde gelast, zodat aan de buitenzijde geen lastnaad zichtbaar is), waarna de oude houten potdeksels en zetboorden opnieuw zijn gemonteerd.

2024

2024

2024: Tjalk 'Oude IJssel' gaat na 50 jaar binnen de familie over van vader op zoon

De Tjalk 'Oude IJssel' is binnen de familie overgegaan van vader op zoon.

(foto Alexander de Vos)
(foto Alexander de Vos)

2025

31 augustus 2025

31 augustus 2025: Ansichtkaarten van Doetinchem met daarop Beurtschip 'Oude IJssel' na de verbouwing tot plezierjacht

E-mail van Gerrit Jan Last

Ik ken de kleindochter (ook inmiddels al 60 ) opdrachtgever en eerste eigenaar Harm Schroor goed. Voor haar bouwde ik een half model van het schip wat de vervanger werd van de 'Goede Verwachting', een motorscheepje zo stevig en goed gebouwd in 1921, dat het nu nog steeds vaart als museumschip de ZK4.
Voor haar zocht ik de geschiedenis van de 'Goede Verwachting', nu de 'Oude IJssel' op. Al zoekende vond  en kocht ik de ansichtkaarten. In de Waterkampioen van februari 1933 vond ik in de beschrijving van de tweede Watertocht in Friesland, waarin de beurtschipper vertelde hoe je en met welke lengte je in de haven van Beetsterzwaag/Beets kon zwaaien. 

pdf Waterkampioen 1933 februari - Tweede Watertocht in Friesland - Van Heerenveen naar Beetsterzwaag

We zijn zeer geïnteresseerd in uw opmerkingen en/of vragen over dit schip. Stuur ze ons!

Terug naar het overzicht